Politiek en religie drukten hun stempel op Zeeland. De gebouwen die geestelijkheid, adel en regenten oprichtten, bepalen het beeld van de steden en het platteland. Ze hebben het Zeeuwse land en de bevolking gevormd.
Kerstening
Zeeland was na de Romeinse tijd een tijdlang bijna onbewoond. Eind zevende eeuw kwamen er weer mensen wonen in het schorrengebied op kreekruggen en terpen. Bisschop Eligius van Noyon en Doornik verspreidde hier als eerste het christendom, maar zijn invloed was alleen blijvend in de omgeving van Aardenburg. Ten noorden van de Westerschelde waren Engelse zendelingen actief. Willibrord was hier de eerste en over hem deden meerdere wonderverhalen de ronde. Westkapelle werd het centrum van de Willibrordverering. In het naastgelegen Zoutelande vind je de Willibrordusput die verwijst naar een wonder dat hij zou hebben verricht.
Dorpen en kloosters
In de middeleeuwen ontstonden dorpen rond kerken die door plaatselijke grootgrondbezitters werden opgericht. In plaatsnamen als ’s-Heer Arendskerke en Meliskerke herken je de naam van die heer nog. In de twaalfde eeuw, toen de bevolking groeide en de kerk de teugels aanhaalde, werden nieuwe parochies gesticht. Vaak waren dit ringdorpen met de kerk in het midden en het kerkhof en een ring met huizen daaromheen. Karakteristieke ringdorpen zijn Burgh, Nisse en Biggekerke. Bij Dreischor en Noordgouwe zie je nog de gracht rond het kerkhof. In de twaalfde eeuw verrezen ook de eerste kloosters, zoals de abdij in Middelburg, en werden religieuze leefgemeenschappen gesticht.
Bestuur van edelen
De ambachtsheren groeiden in de dertiende eeuw uit tot een macht van betekenis. Ze toonden hun status onder andere met kastelen. De voornaamste adellijke familie in Zeeland in de late middeleeuwen was het geslacht Van Borssele. Tholen en Goes hebben een speciale band met de echtgenote van Frank van Borssele, Jacoba van Beieren. Zij kreeg de beide steden toebedeeld om in haar bestaan te kunnen voorzien en verbleef tijdens haar huwelijk met de Zeeuwse edelman een tijdlang op het kasteel in Sint-Maartensdijk. In Goes gaat nog altijd het verhaal rond dat ze bij Slot Oostende een geheime gang heeft laten aanleggen. Bewijs voor die gang is nooit gevonden. Wel kun je in het opnieuw opgebouwde Slot Oostende dat inmiddels een restaurant is, genieten van menu’s met meerdere ‘gangen’.
In de late middeleeuwen focuste men zich in politiek en cultureel opzicht op Brussel, Mechelen en Antwerpen. Dat zie je nog terug in veel bouwwerken uit die tijd. De stadhuizen van Middelburg en Veere, kerken van Hulst, Tholen, Goes en Veere en de Sint Lievensmonstertoren van Zierikzee zijn in de stijl van de Brabantse gotiek opgetrokken.
Rol van het bestuur
Het kerkelijk en het wereldlijk bestuur zorgden ervoor dat alles reilde en zeilde in Zeeland. Ze waren verantwoordelijk voor allerlei zaken die het openbare leven reguleerden zoals onderwijs, zorg voor armen, ouderen en zieken, brandbestrijding, rechtspraak, maar ook de tijdsaanduiding op de torens (het stadhuis van Tholen heeft het oudste luidklokje van Nederland). Wil je iets meekrijgen van de geschiedenis van het onderwijs in Zeeland, bezoek dan het Schoolmuseum in Terneuzen of de Burghse Schoole in Burgh. Over bestuur en rechtspraak kom je meer te weten in bijvoorbeeld Museum Veere dat (deels) in het voormalige stadhuis van het stadje is gevestigd.
Protestantse kerken
Nieuwe ideeën over religie wonnen in Zeeland vroeg terrein. Werk van Luther werd hier al snel verspreid. Kasteel Zandenburg bij Veere was een trefpunt van humanisten. De eerste hagenpreek vond plaats in de duinen bij Dishoek, in 1566. In dat jaar trok vanuit Middelburg ook de Beeldenstorm over Zeeland.
Na de Tachtigjarige Oorlog gingen de middeleeuwse kerkgebouwen over naar de gereformeerde kerk. Die had in de Republiek een bevoorrechte positie. Predikanten benadrukten de vrome levenswandel van gelovigen. Daardoor aangespoord schreef Jacob Cats zijn moralistische dichtwerken. Er ontstond een protestantse kerkcultuur waarin orgels een belangrijke rol speelden. Overigens werden andere religies in deze eeuwen gedoogd, zolang de gelovigen daarmee niet in de openbaarheid traden. Lutheranen mochten zelfs eigen kerken bouwen. Katholieken beleden hun geloof dan weer in schuilkerken.
Soeverein gewest
De Staten van Zeeland bestuurden eeuwenlang de provincie. Ze zetelden in de Middelburgse Abdij. De zes grootste steden hadden het hier voor het zeggen. In de besturen van deze steden maakten rijke families de dienst uit. Zij verwierven in veel gevallen door aankoop van ambachtsheerlijkheden ook de macht op het platteland. Het Provinciebestuur is nog altijd gevestigd in de Abdij. In de zomermaanden zijn er rondleidingen in het Abdijcomplex en je kunt altijd een kijkje in de Abdij nemen tijdens een bezoek aan het Zeeuws Museum dat er gevestigd is.
Met het Huis van Oranje hebben sommige steden tot op de dag van vandaag een speciale band. Zo zijn de Oranjes markies of markiezin van Veere en Vlissingen en heer of vrouwe van Sint-Maartensdijk en Scherpenisse. In de Oranjekamer in Sint-Maartensdijk kom je alles te weten over de geschiedenis van deze smalstad en hoe deze met die van de Oranjes is verbonden.