Land van grenzen

Zeeland is een grensgebied. Het ligt op de rand van land en water, maar ook aan de rand van Nederland. Grenzen hebben er lang het leven bepaald. In Zeeuws-Vlaanderen zijn er tijdens de Eerste Wereldoorlog veel doden gevallen bij de grens en er is ook veel gesmokkeld. Je komt op allerlei (soms heel erg onverwachte) plaatsen nog grenspalen of sporen van grenzen tegen.

De Drieling van Retranchement

Op meerdere plekken langs de Belgisch-Nederlandse grens vind je grenspalen. Ze zijn makkelijk te herkennen. Het zijn witte, gietijzeren palen en ze hebben een nummer (van 1 t/m 369). Ook staan de wapens van Nederland en België en het jaartal van plaatsing (1843) erop. Bij Retranchement wijken de palen een beetje af. Hier vind je 364 A aan de Belgische zijde van de grens en 364 B aan de Nederlandse. Beide hebben het jaartal 1869. Tussen de twee palen in staat dan nog 364 zonder verdere toevoeging. De grens liep dwars door de waterweg het Zwin. Toen deze steeds meer verzandde, werd het lastig om de grenspaal nog te zien. Daarom werden aan weerszijden van de grens, op exact dezelfde afstand van het grenspunt, twee extra palen geplaatst. Toen dit gebied werd ingepolderd, werd vervolgens alsnog een paal gezet op het echte grenspunt: paal 364. De groep palen wordt ook wel de Drieling van Retranchement genoemd.

Grenspaal op de vestingwallen in Retranchement (Erfgoed Zeeland).

Grenspaal op de vestingwallen in Retranchement (Erfgoed Zeeland).

Nieuwe grenzen

De grens die in 1843 werd vastgesteld, loopt nog steeds hetzelfde langs Zeeuws-Vlaanderen. Door de eeuwen heen heeft de grens in dit zwaarbevochten gebied echter op meerdere plekken gelegen. Je kunt dus ook nog grenspalen vinden op oude grenslocaties. Bij Koewacht staan bijvoorbeeld nu nog vier arduinen grenspalen die de grens tussen de zuidelijke en noordelijke Nederlanden aangaven in de zeventiende eeuw. Je moet overigens wel even speuren om ze alle vier te zien; er zit er eentje ingegraven in het wegdek op de splitsing Lekestraat/Magdalenastraat. Aan de Oudestraat vind je een paal die makkelijker is te spotten. Deze staat sinds 2012 weer op zijn originele locatie.

Arenbergpaal

Grenspalen werden ook gebruikt om lokale grenzen aan te geven. Bijvoorbeeld van een ambacht of gemeente. De Prosperpolder werd ingepolderd in 1857. In 1905 zijn er grenspalen en grensstenen geplaatst in deze polder. Deze zijn niet allemaal meer zichtbaar of in goede staat, maar vrijwilligers van Stichting Landschapsbeheer Zeeland speuren de polders af en herstellen de palen in hun oude glorie. Een verslag van zo’n herstelproces kun je lezen op onze site.

Tiendpalen

Vroeger was Walcheren verdeeld in 212 blokken. Over elk blok werden ‘tienden’ geïnd – boeren betaalden 10 procent van hun opbrengsten aan de eigenaren van hun land. Vaak lagen de grenzen van de blokken op voor de hand liggende plekken zoals een watergang of een weg. Waar zo’n natuurlijke begrenzing ontbrak, werden hardstenen tiendpalen geplaatst. In de palen was het nummer van het blok gehakt gevolgd door de letters Z-T (mogelijk een afkorting van Zeeuwse Tienden). Daaronder stond het nummer van de hoek. Toen het tiendrecht in 1907 werd afgeschaft, verloren de palen hun functie. Vaak werden ze weggehaald en kregen ze een nieuwe functie, bijvoorbeeld als schamppaal bij boerenschuren. Vrijwilligers van Stichting Landschapsbeheer Zeeland doen hun best om verloren tiendpalen op te sporen en terug te plaatsen op hun oude locaties. Je kunt nu nog op aardig wat plekken tiendpalen zien, bijvoorbeeld vlakbij het gemeentehuis aan de Roosjesweg in Domburg of op de kruising van de Lijdijkweg met de Koningin Emmaweg in Oostkapelle. Op het pittoreske Dorpsplein van Aagtekerke kun je er ook twee zien. Aan de Grote Abeele 23 in Groot Abeele staan heel veel tiendpaaltjes omdat de bewoner van dit adres ze verzamelt.

Tiendpaal Oostkapelle Swanenburgh.

Tiendpaal Oostkapelle Swanenburgh.

Grenslinden in de Zak van Zuid-Beveland

Ook buiten Zeeland worden bomen gebruikt om grenzen te markeren, maar Zeeland staat nu niet echt bekend om haar grote en oude bomen. Daardoor valt het des te meer op dat er in de Zak van Zuid-Beveland wel honderd linden staan. Ze worden grenslinden genoemd, maar waarom ze precies zijn geplant, is niet helemaal zeker. Mogelijk geven ze een grens aan, maar het zou net zo goed kunnen dat ze zijn gebruikt om belangrijke locaties te markeren. Dat idee wordt ondersteund door het feit dat ze vaak zijn te vinden op dijken van polders die vóór 1700 zijn ingedijkt. Ze zouden locaties kunnen aangeven die belangrijk waren bij die indijking (zoals oude dijkdoorbraken). Verder zie je lindes vaak op kruisingen, splitsingen, op oude erven en dorpspleinen. Ook dat zijn locaties met verhalen die je door het planten van een indrukwekkende boom extra aandacht kunt geven.

Grenslinden Vleugeldijk, Kwadendamme (foto SLZ).

Grenslinden Vleugeldijk, Kwadendamme (foto SLZ).

Mooie locaties om lindes te bekijken op Zuid-Beveland zijn de Vleugeldijk bij Kwadendamme, de Sint-Pieterdijk bij Heinkenszand en de kruising Grote Dijk – Westhofsezandweg bij Heinkenszand. Op het dorpsplein van Nisse vind je prachtige leilindes. De oudste linde van Zeeland staat trouwens buiten Zuid-Beveland. Je vindt hem in Kasteel Westhove bij Oostkapelle.

Doodendraad

Waar er bij lindes nog twijfel bestaat over hun doel, is er bij de Doodendraad geen twijfel mogelijk. Die was bedoeld als een hele harde grens. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wilde Duitsland voorkomen dat hun eigen deserteurs en Belgische mannen die zich bij Engeland aan wilden sluiten de Nederlandse grens over vluchtten. Daarom legden ze langs de volledige Nederlands-Belgische grens een elektrische versperring aan. De Doodendraad heeft veel slachtoffers geëist, ook omdat mensen zelf nog geen elektriciteit hadden en niet begrepen hoe gevaarlijk de draad echt was. Bovendien was er aardig wat geld te verdienen in de smokkel en ook daarbij vielen doden. Bij Isabellahaven staat een monument dat herinnert aan de Doodendraad. Je kunt de route van de Doodendraad per fiets volgen. Er is een thematische fietsroute van Knokke tot aan het Drielandenpunt.