Grenslinden in de Zak van Zuid-Beveland
De Zak van Zuid-Beveland wordt vaak in een adem genoemd met grenslinden. Die zouden zijn geplant om de eigendomsgrens van een ambachtsheerlijkheid af te bakenen. Ze zijn tegenwoordig vooral te vinden op Zuid-Beveland en dan voornamelijk in de Zak. Hier staan veruit de meeste en de oudste grenslinden.
Grensbomen
Het gebruik van bomen om een grens te markeren is op veel plaatsen bekend. Ze bleven immers lang staan en konden niet worden verplaatst. Hiervoor werden vaak stevige boomsoorten als beuken, eiken en linden gebruikt.
Zeeland staat niet bekend om zijn uitzonderlijk oude of hoge bomen. Daar hebben de zeewind, inundaties en de stookbehoefte tijdens de oorlogsjaren wel voor gezorgd. Daarom zijn de circa 100 oude linden die de Zak van Zuid-Beveland rijk is des te opmerkelijker.
De linde in het landschap
De wilde linde maakte deel uit van de oerbossen die vanaf de laatste ijstijd grote delen van Europa, inclusief onze regio, bedekten. Tijdens de middeleeuwen zijn ze zo goed als volledig gekapt. Van de wilde linde komen in ons land twee soorten van nature voor: de zomerlinde of grootbladige linde (Tilia Platyphyllos) en de winterlinde of kleinbladige linde (Tilia cordata).
Vanaf de middeleeuwen werden de wilde lindesoorten, samen met de Hollandse linde (een kruising van de twee), vaak aangeplant als laan- of leiboom, maar vooral ook als solitaire, monumentale boom.
Beschermende boom
De linde kan erg oud (mogelijk meer dan 1000 jaar) en hoog (tot wel 50 meter) worden. Zo wordt de Linde van Sambeek in Noord-Brabant gezien als de oudste boom van Nederland, al is een leeftijd van 350-450 jaar waarschijnlijker dan de 800 die eerder wel werden genoemd. De leeftijd en omvang van de linde hebben er ongetwijfeld toe bijgedragen dat ze altijd al tot de verbeelding hebben gesproken.
Er wordt wel verteld dat de linde bij de Germanen al bekend stond als de boom van de godin Freya, die vrede en geluk in huis bracht. Karel de Grote bevorderde meer dan 1000 jaar geleden al het aanplanten van linden in dorpen, op marktpleinen en rond kerken, vanwege het geloof in de beschermende kwaliteiten en omdat juist de linde een goede bescherming tegen blikseminslag zou bieden.
Grenslinden?
Over de oorsprong en het doel van de grenslinden in de Zak van Zuid-Beveland bestaat veel onduidelijkheid. De oorspronkelijke ‘Vier Linden’, die de grens tussen Kloetinge en ’s-Gravenpolder markeerden, lijken naamgever van het fenomeen te zijn geworden. Toch is het waarschijnlijk dat deze bomen lang niet altijd grenzen aangaven, maar vooral op markante locaties werden aangeplant.
Zo zijn ze vaak te vinden op dijken van polders die vóór 1700 zijn ingedijkt. De theorie die daaruit voortvloeit, is dat ze werden aangeplant om voor de inpoldering belangrijke locaties te markeren, zoals daar waar nieuwe dijken aansloten op bestaande of waar dijkdoorbraken hadden plaatsgevonden. Verder komen we ze tegen op kruisingen of splitsingen van wegen, op oude erven en op dorpspleinen.
Misschien waren ze ook vanwege de bescherming die ze zouden bieden juist op deze plekken aangeplant. Het feit dat ze daarnaast beter dan de meeste boomsoorten bestand zijn tegen wind heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat ze in Zeeland werden gekozen om plekken te markeren, die het herinneren waard zijn.