Essen in Zeeland
Zeeuwse bomen en struikenEen boomsoort die thuishoort in Zeeland is de es. Vroeger werd de es aangeplant voor het hakhout. Tegenwoordig heeft de es deze functie niet meer maar wordt hij toch wel weer door vrijwilligers afgezet. Dit doen ze ter bevordering van de natuurwaarden. Hele oude knotessen zijn er, ondanks dat de meesten ziek zijn, toch te vinden in Zeeland. Door de vele ziekten en plagen die deze boom moet incasseren wordt de es minder vaak aangeplant dan voorheen.
In onze zoute winderige provincie hebben we niet zo veel boomsoorten die goed groeien. Een boom die het hier wél goed doet is de es (Fraxinus excelsior). Het is naast de iep dé boomsoort die hier thuishoort. Als we in Zeeland kijken naar de potentieel natuurlijke vegetatie (PNV) dan zou het grootste deel van Zeeland, vooral overal in de kleigebieden, bedekt zijn met het essen-iepenbos. De es is dus erg streekeigen en heeft daarbij dan natuurlijk een grote ecologische waarde, veel meer dan allerlei uitheemse bomen zoals plataan en paardenkastanje.
Hakhoutcultuur
De es is een soort die ook in het verleden vaak werd toegepast. Niet alleen als laanboom maar ook als knotboom of als hakhout. Het hout van de es is zeer sterk en buigzaam en werd in het verleden veel gebruikt op de boerderij voor stelen, ladders enzovoort. Er is helaas niet veel meer over van die oude hakhoutcultuur, maar fraaie voorbeeldjes ervan in Zeeland zijn het Bos van Erasmus te Cadzand en Overduin te Oostkapelle. Hier zetten vrijwilligers van Stichting Landschapsbeheer Zeeland zich al jaren in om dit hakhout om de vijf tot tien jaar af te zetten. De oude hakhoutstoven zijn groot uitgegroeid en fraai begroeid met diverse zeer zeldzame mossoorten zoals het groot touwtjesmos. Daarnaast hebben we natuurlijk de Zeeuwse knotessen. Her en der in Zeeland kom je oude knotessen tegen, zeer fraaie exemplaren groeien bij de Blauwe Hofstee te Ovezande, aan de Molendijk bij Hoek en in de Kleine Paspolder bij Sluis.
Windvanger
De es vinden we in Zeeland ook vaak als laanboom. Overal langs polderwegen en dijken komen we essen tegen. Op erg winderige plaatsen langs de kust verwaait de kroon vaak en sterft de top terug, de top van de boom wordt hier door het zout ‘geschoren’. Ook op boerenerven zien we vaak essen. Het zijn ideale windvangers rondom de schuur. Daarnaast vinden we in oude boerentuinen in Zeeland vaak een treures; dit is een treurvorm van de gewone es. Deze bomen hebben een mooie kronkelige takstructuur en in menige van die kronkels heeft een paartje steenuilen haar nest.
Ziektes en plagen
In heel veel oude essen vinden we essenbastkanker, ook wel de bastwoekerziekte genoemd. Dit is een ziekte die zich vrij snel verspreidt en die de vitaliteit van oude bomen vaak sterk vermindert. De stammen, vooral de dikkere takken, zien er dan bobbelig uit. De bomen kunnen hier gelukkig toch wel tamelijk oud mee worden. Daarnaast komen we ook wel aantastingen tegen van de essenbastkever. Het vraatpatroon op het cambium ziet er uit als dat van de iepenspintkever, de hoofd vraatgang loopt echter dwars op de houtrichting (in plaats van in de lengterichting zoals bij de iepenspintkever). Door de bastwoekerziekte vinden we in Zeeland maar heel weinig gezonde oude essen.
Essentaksterfte in Zeeland
Sinds 2010 is in de provincie Groningen de essentaksterfte geconstateerd. Niet lang daarna volgden ook andere provincies, waaronder Zeeland. Essentaksterfte is bij uitstek een boomziekte die vooral in de buitengebieden en bossen voorkomt. Op dit moment is er nog geen adequate oplossing om de ziekte te bestrijden. Als gevolg van deze ziekte moest in 2021 en 2022 een groot aantal essen worden verwijderd uit het Poelbos op Zuid-Beveland (lees meer op de website van Staatsbosbeheer).
De essenschimmel Chalara fraxinea tast de gewone es aan (Fraxinus excelsior), maar ook een aantal andere soorten essen. Vooral bij jonge essen zijn de sterk groeiende scheuten het meest vatbaar voor de schimmel. Wanneer bij oudere bomen sterfte in de kroon optreedt, ontstaan vaak nieuwe uitlopers. Ook dan blijken deze jonge takken extra vatbaar te zijn voor de schimmel. Voor de essenbeplantingen in Nederland moet rekening worden gehouden met een zeer groot aantastingspercentage en flinke sterfte afgaande op de situatie in de landen waar de essenschimmel al langer aanwezig is.
Het is nog maar de vraag hoe gezond onze massaal aangeplante jonge essen in de toekomst zullen blijven. Enige terughoudendheid ten aanzien van de ‘veressing’ van ons landschap (het massaal aanplanten van es als laanboom) is gewenst.