Icon

Poort naar de wereld

Ondernemen en ontdekken Start de video >

Als knooppunt in de overzeese handel en toevluchtsoord voor migranten keek Zeeland ver over zijn grenzen. De veelzijdige internationale contacten kleurden ook het wetenschappelijke en culturele leven.

Handel zit in het Zeeuwse bloed. Het oudste Zeeuwse exportproduct is zout. Dat werd rond het begin van de jaartelling al verhandeld. In de Romeinse tijd speelde Zeeland een belangrijke rol in de overzeese handel met Brittannië, Gallië en Duitsland. Het ging daarbij nog steeds om zout, maar ook om vissaus en schelpdierconserven. Bij Domburg en Colijnsplaat (het inmiddels door de Oosterschelde verzwolgen Ganuenta) ontstonden havens. Hier werden ook tempels gebouwd voor Nehalennia. Deze godin werd alleen in Zeeland vereerd. Handelaren, reders, bestuurders en militairen uit Duitsland en Frankrijk plaatsten er altaren als dank aan Nehalennia voor een behouden reis. De sfeer van Ganuenta en de Nehalennia-verering proef je bij het gereconstrueerde tempeltje bij de haven van Colijnsplaat.

Gereconstrueerde Nehalenniatempel in Colijnsplaat (foto Marc Kocken).

Gereconstrueerde Nehalenniatempel in Colijnsplaat (foto Marc Kocken).

De eerste handelssteden

Na het vertrek van de Romeinen werd villa Walichrum of Walcheren bij Domburg een belangrijke handelsplaats. Door plunderingen van de Vikingen raakte het echter in verval. En dat betekende dat er ruimte was voor de opkomst van Middelburg. Dit is een van de oudste Zeeuwse handelssteden. Maar ook in Zierikzee, Veere en Kortgene, Sluis en Hulst werd flink gehandeld. In Hulst is de middeleeuwse haven gereconstrueerd. Met de Nieuwe Haven is er weer water in de binnenstad tussen de Bierkaai- en Overdamstraat. De haven biedt een kijkje terug in de tijd, maar biedt tegelijk ook een praktische oplossing voor een hedendaags probleem: het is een regenwaterbuffer. De Zeeuwse handel was nauw verweven met het Hanzenetwerk. Er werd dus niet alleen gehandeld in eigen producten zoals haring, wol, meekrap en graan. Er passeerde bijvoorbeeld ook wijn en hout. Arnemuiden was rond 1500 dé wijnhaven van de Lage Landen en in Veere concentreerde zich alle handel met Schotland.

Gouden Eeuw

Na de Val van Antwerpen in 1585 brak voor Zeeland de lange Gouden Eeuw aan. Water was nog altijd de bron van de welvaart. Naast de nog steeds bloeiende Europese handel, sloeg Zeeland zijn commerciële vleugels uit over de hele aardbol. Het was de tijd van de grote handelscompagnieën: de Verenigde Oost-Indische Compagnie, de West-Indische Compagnie en de Middelburgse Commercie Compagnie.

De WIC en MCC verwierven later een beladen reputatie vanwege hun slavenhandel. Met goederen uit Europa en Azië (zoals kaurischelpjes) werden Afrikaanse slaven gekocht. Deze gingen naar de slavenmarkten in de West (het Caribisch gebied en Latijns-Amerika). Rietsuiker, tabak en cacao kwamen vervolgens mee terug naar Europa. Vooral in Middelburg zie je nog goed terug hoeveel welvaart deze periode met zich meebracht. Grote herenhuizen en pakhuizen en een aantal grootse in het oog springende gebouwen zoals de Oostkerk en het huis van de VOC-opperequipagemeester aan de Maisbaai stammen uit die tijd.

Zierikzee (Beeldbank Provincie Zeeland, beeldbank.zeeland.nl, foto Ben Biondina).

Zierikzee (Beeldbank Provincie Zeeland, beeldbank.zeeland.nl, foto Ben Biondina).

Migranten

Behalve een keur aan goederen kwamen ook vluchtelingen en migranten van uiteenlopend pluimage naar Zeeland. Vanaf de late zestiende eeuw was er een instroom van Vlamingen en Brabanders. Middelburg breidde er de stad zelfs voor uit. De welvaart van de Gouden Eeuw was voor een belangrijk deel te danken aan hun talenten en kapitaal.

Anderen die hier hun toevlucht zochten, waren Sefardische joden uit Spanje en Portugal, evenals Asjkenazische joden uit Duitsland en andere landen in het oosten. Ook vervolgde Hugenoten uit Frankrijk vonden een wijkplaats, evenals Lutherse Salzburgers. Middelburg telt nog steeds twee Joodse begraafplaatsen, een synagoge en een (voormalige) Lutherse kerk. Lutherse kerken vind je ook in Zierikzee en Groede.

Handel, cultuur en wetenschap profiteerden van de komst van vers bloed. De prominente Middelburgse natuurkundige en astronoom Philippus Lansbergen en natuurkundige Isaac Beeckman behoorden tot de tweede generatie migranten.

Sporen van de Gouden Eeuw

Halverwege de achttiende eeuw was het gedaan met de lange Gouden Eeuw. Het kwakkelende Zierikzee werd zo armlastig dat het in 1811 een groot deel van het stadsarchief verkocht als scheurpapier. Desondanks zie je, als je nu door het stadje langs de imposante herenhuizen loopt nog goed hoe groot de welvaart hier ooit was. En zo is het eigenlijk in heel Zeeland. Overal zie je nog sporen van de Zeeuwse Gouden Eeuw. Het zit hem soms in een naam: Volkssterrenwacht Philippus Lansbergen en soms in een compleet museum. Het Zeeuws maritiem muZEEum in Vlissingen vertelt over de historie, het heden en de toekomst van maritiem Zeeland en doet dat vanuit het Lampsinshuis waar ooit de familie Lampsins woonde die schatrijk werd dankzij de handel.

Verhalen

Ontdek de andere erfgoedlijnen