Scheepsbouw

Bijna altijd heeft er in Zeeland water gestaan. Wilde je ergens komen, dan moest je dat uiteindelijk oversteken. Eerst gebeurde dat nog een beetje primitief, maar Zeeland groeide uiteindelijk uit tot een provincie van innovatieve scheepsbouwers en bracht schepen voort waar je de wereldzeeën mee kan bedwingen.

De Scheepstimmerdijk (links) en Vissersdijk (rechts) in Zierikzee op een foto van omstreeks 1915 (Zeeuws Archief, Beeldcollectie Schouwen-Duiveland). Links het werfterrein van De Goede Intentie, rechts, achter de loodsen van de Zierikzeesche Houthandel bevindt zich de Commerciewerf.

De Scheepstimmerdijk (links) en Vissersdijk (rechts) in Zierikzee op een foto van omstreeks 1915 (Zeeuws Archief, Beeldcollectie Schouwen-Duiveland). Links het werfterrein van De Goede Intentie, rechts, achter de loodsen van de Zierikzeesche Houthandel bevindt zich de Commerciewerf.

Boomstamkano’s

Waarschijnlijk waren de eerste Zeeuwse boten boomstamkano’s. Daar zijn tot nu toe geen exemplaren van gevonden in Zeeland, maar net buiten de provinciegrenzen zijn er exemplaren van zo’n 2500 jaar oud (uit de IJzertijd) gevonden. En daarin kon je je al best comfortabel verplaatsen. Er waren zelfs bankjes in aangebracht.

Romeinen en Vikingen

De eerste grote innovaties in de scheepsbouw dankt Zeeland aan de Romeinen en de Vikingen. In de tijd van de Romeinen lagen hier belangrijke havens voor de oversteek naar Engeland. Hun schepen waren dus zeker zeewaardig. En de Vikingen kwamen via zee naar Zeeland. Ook zij waren dus begenadigde scheepsbouwers. Zowel de schepen van de Romeinen als de Vikingen hadden een romp die was opgetrokken uit planken. Zeeuwen namen een aantal van hun bouwtechnieken over, maar lange tijd was de scheepsbouw hier nog een enigszins ondergeschoven kindje.

Handel

In de elfde eeuw nam het belang van de handel toe en kwamen allerlei Zeeuwse steden tot bloei. Om hun uitgebreide handelsnetwerk te onderhouden, hadden de steden schepen nodig en doordat de vraag naar schepen toenam, werd het bouwen van schepen een specialisme en werd scheepsbouwer een beroep waar je je op toe kon leggen. Doordat de bouwers zich nu focusten op deze bedrijfstak begonnen ze te innoveren. Er werden nieuwe scheepstypes ontwikkeld die inspeelden op nieuwe behoeften. Zo ontstond in de vijftiende eeuw bijvoorbeeld ook de haringbuis, die heel veel opslagruimte bood. Hierdoor kon men veel verder uitvaren en vooral heel veel meer vis vangen. Dit zorgde dan weer voor grote welvaart in Zeeland.

Platbodems

De meeste vissersschepen die de scheepsbouwers maakten, waren overigens platbodems. Die werkten het best in de Zeeuwse getijdenhavens. Een van de bekendste types platbodems is de hoogaars. Met deze zeilschepen wordt uiteraard tegenwoordig niet meer gevist, maar er zijn er desondanks nog aardig wat van bewaard gebleven dankzij Stichting Behoud Hoogaars. Je kunt bij Scheepswerf Arnemuiden zien hoe deze historische schepen worden opgeknapt. Daarnaast kun je ze elk jaar eind juli in actie zien tijdens de Van Loon Hardzeildagen op het Veerse Meer – vooral vanuit Veere heb je goed zicht op de wedstrijd en daar pik je ook gelijk allerlei entertainment (shantykoren en lekker eten) mee.

Werf van de VOC in Middelburg, schilderij door Jan Arends uit 1778 (Zeeuws Archief, KZGW, Zelandia Illustrata). In het water ligt hout dat bestemd is voor een schip in aanbouw. Op de achtergrond het huis van de equipagemeester. Links de achterzijde van de huizen aan de Kinderdijk.

Werf van de VOC in Middelburg, schilderij door Jan Arends uit 1778 (Zeeuws Archief, KZGW, Zelandia Illustrata). In het water ligt hout dat bestemd is voor een schip in aanbouw. Op de achtergrond het huis van de equipagemeester. Links de achterzijde van de huizen aan de Kinderdijk.

VOC-tijd

Ook in later eeuwen was er een nauw verband tussen economische ontwikkelingen en scheepsbouw. Na de middeleeuwen bleef de economie groeien en handelsnetwerken breidden zich gigantisch uit. En dus de scheepsbouw ook. Handelscompagnieën en de Admiraliteit zetten grootschalige scheepswerven op en domineerden lange tijd de wateren. Deze scheepswerven zorgden voor de introductie van andere en nieuwe technieken en ze werkten op enorm grote schaal. Op de VOC-werf in Middelburg werden in totaal 336 Oost-Indiëvaarders gebouwd. Dat waren grote schepen. Doorgaans waren het driemasters van zo’n veertig tot zestig meter lang. De werf bevond zich in het Maisbaaigebied van Middelburg waar je nu jachtjes kunt zien liggen. Namen zoals de Oude Werfstraat en Dokstraat herinneren nog aan de tijd dat hier een werf lag. Wil je een indruk krijgen van hoe bijzonder de schepen uit die tijd waren, dan kun je terecht in het Zeeuws maritiem muZEEum in Vlissingen waar de verhalen van de complete scheepvaartgeschiedenis van Zeeland tot leven komen.

Zierikzee

Niet elke stad ging het voor de wind. In de veertiende eeuw was Zierikzee de stad met het grootste aantal schepen op de grote vaart. Toen de Westerschelde belangrijker werd, verloor de stad aan betekenis. Zierikzee is tegenwoordig zeker niet de grootste stad van Zeeland, maar nog steeds zie je aan de grote monumentale gebouwen en de opbouw van de oude binnenstad wat een machtige en rijke stad het moet zijn geweest. In het havengebied vind je Museumhaven Zeeland. Daar mag je aan boord bij de mooiste voorbeelden van varend Zeeuws erfgoed.

Koninklijke Maatschappij De Schelde

Na het stopzetten van de VOC verloor Zeeland de vooraanstaande positie die het had op het gebied van scheepsbouw. Er waren nog wel verschillende werven, maar pas in de tijd van de bouw van gemotoriseerde schepen kwam er weer een bedrijf van indrukwekkend formaat op: Koninklijke Maatschappij De Schelde uit Vlissingen. De Schelde bouwde voor zowel marine als koopvaardij allerlei soorten en maten schepen: torpedoboten, fregatten, onderzeeërs, veerboten, kustvaarders en grote passagiersschepen. Het bedrijf domineerde jarenlang de stad. Letterlijk. Wanneer er aan een nieuw schip werd gewerkt, torende dat boven de huizen uit net als de gigantische kranen die bij de bouw werden ingezet.

De Willem Ruys in aanbouw, voorjaar 1946 (ZB, Beeldbank Zeeland). Tot 1958 onderhield de Willem Ruys een lijndienst op Indonesië. Het schip werd na te zijn omgebouwd tot een cruiseschip met de naam Achille Lauro bekend vanwege een kaping in 1985. In 1994 zonk het voor de kust van Somalië.

De Willem Ruys in aanbouw, voorjaar 1946 (ZB, Beeldbank Zeeland). Tot 1958 onderhield de Willem Ruys een lijndienst op Indonesië. Het schip werd na te zijn omgebouwd tot een cruiseschip met de naam Achille Lauro bekend vanwege een kaping in 1985. In 1994 zonk het voor de kust van Somalië.

Vlissingse werfterreinen nu

Inmiddels is de scheepswerf iets verder uit het stadshart gaan zitten en is hij overgenomen door Damen/Amels. Er vindt nu specialistisch vakwerk plaats. Er worden superjachten opgeknapt en/of afgebouwd. Daarin loopt Zeeland dus weer voorop. Vanaf de Koningsweg zie je altijd wel een paar van deze indrukwekkende schepen liggen. Op het oude terrein van de Schelde wordt het Scheldekwartier gerealiseerd. Binnen dit project worden veel woningen gebouwd, maar wordt ook het erfgoed behouden. De Scheldekraan, Vlissingens trots, staat er fier overeind. Er staat daarnaast nog prachtig industrieel erfgoed in de vorm van oude werkplaatsen zoals de Zware Plaatwerkerij (tegenwoordig een wooncomplex voor ouderen) en de Timmerfabriek (woonhotel). In de oude Verbandkamer vind je Museum Scheldewerf. Hier kun je alles te weten komen over de roemrijke geschiedenis van Scheepswerf De Schelde.