Migranten in Zeeland

Zeeland is door de eeuwen heen regelmatig een toevluchtsoord geweest voor grote groepen migranten. Allemaal hebben ze hier hun sporen achtergelaten en Zeeland mede vormgegeven. Zonder hun inbreng zou Zeeland niet het Zeeland van nu zijn en zou de bekende Zeeuwse bolus zelfs helemaal niet bestaan.

Migratie uit de Zuidelijke Nederlanden

Vanaf de zestiende eeuw was er een voortdurende instroom vanuit de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk. Er vestigden zich veel kooplieden en ambachtslieden in Zeeland omdat ze hier ongestoord hun protestantse geloof konden belijden. Ze werden snel opgenomen in het handelsnetwerk dat hier bestond. De kennis die ze meebrachten, kwam Zeeland zeer ten goede. De welvaart van de Gouden Eeuw waar, zeker in Middelburg, enorm van werd geprofiteerd was voor een belangrijk deel te danken aan hun talenten en kapitaal. Toch zorgde hun komst tegelijk ook voor de nodige onrust. Er kwamen bijvoorbeeld zoveel vluchtelingen naar Vlissingen dat de oorspronkelijke rooms-katholieke bewoners zich er niet meer thuis voelden en zij op hun beurt juist naar het zuiden emigreerden – naar de gebieden die door de nieuwkomers waren verlaten.

Het gezin van Pierre de Moucheron en echtgenote, ouders van Balthasar de Moucheron, een koopman uit Antwerpen die in 1585 naar Middelburg vertrok. Anonieme schilder, 1563 (Rijksmuseum Amsterdam).

Het gezin van Pierre de Moucheron en echtgenote, ouders van Balthasar de Moucheron, een koopman uit Antwerpen die in 1585 naar Middelburg vertrok. Anonieme schilder, 1563 (Rijksmuseum Amsterdam).

Portugese Joden

Ook groepen Portugese (of Sefardische) Joden kwamen in de loop van de zestiende eeuw naar Zeeland. Ze ontvluchtten eeuwenlange vervolgingen en kregen in Nederland een vrij onopvallend bestaan. In Middelburg hadden ze een huissynagoge en een eigen begraafplaats net buiten de stadswallen. Deze ligt er nog aan de Jodengang. Het is een van de slechts twee exclusief Sefardische Joodse begraafplaatsen in Nederland. De graven hier zijn soms wel 350 jaar oud. Een blijvende, zoete herinnering aan de Joodse immigranten is de bolus. Zij brachten de bole (fijn gebak) naar Zeeland en daar is hoogstwaarschijnlijk de bekende Zeeuwse bolus uit ontstaan.

Graf op de begraafplaats van de Portugese Joden in de Jodengang te Middelburg, foto uit 1912 (Zeeuws Archief, HTAM).

Graf op de begraafplaats van de Portugese Joden in de Jodengang te Middelburg, foto uit 1912 (Zeeuws Archief, HTAM).

Hugenoten

In de zeventiende en achttiende eeuw, gedurende een periode van zo’n 150 jaar, kwamen Franse hugenoten naar Zeeland. Deze protestanten vertrokken uit Frankrijk omdat daar de godsdienstvrijheid was opgeheven. Als eerste vestigden ze zich in Groede en Sint Anna ter Muiden, later ook op andere plaatsen in Zeeland. Ze hebben vooral hun sporen nagelaten op taalgebied. Het Zeeuws bevat nog aardig wat Franse leenwoorden dankzij de hugenoten en ook in veel Zeeuwse familienamen, zoals Le Clercq, Oreel en Triou is een Franse afkomst herkenbaar.

Salzburgse vluchtelingen

De hugenoten waren niet de enigen die in die periode om religieuze redenen hun land verlieten. In de eerste helft van de achttiende eeuw vestigden zich twee groepen protestanten uit Salzburg in Zeeland. De kleine groep lutheraanse protestanten op Walcheren was geselecteerd en paste zich snel aan. De ongeveer achthonderd Salzburgers die een jaar later in het Land van Cadzand aankwamen, hadden het taaier. Hun komst had ook een andere voorgeschiedenis. Het beeld dat hen was geschetst over wonen en werken in Zeeuws-Vlaanderen was niet half zo mooi als de praktijk. Toen ook de Zeeuwse koorts opstak, verlieten veel Salzburgers Zeeuws-Vlaanderen weer. De overgebleven Salzburgers stichtten een Lutherse kerk. Daar worden tegenwoordig geen diensten meer gehouden, maar Het Vlaemsche Erfgoed uit Groede zorgt dat de kerk af en toe open is voor bezoek en je kunt de kerk ook bezoeken tijdens een van hun rondleidingen.

Lutherse kerk in Groede (foto Wikimedia).

Lutherse kerk in Groede (foto Wikimedia).

In Zierikzee vind je de laatste actieve Lutherse gemeente van Zeeland waar nog diensten worden gehouden. Er staat aan het Gat van West Noord Westen een piepkleine kerk in een mooi historisch pand met twee zwanen (het symbool van het lutherse geloof) op het dak.

Ook de lutheranen introduceerden mogelijk zoetigheden in Zeeland. De Groese paptaart hebben we aan hen of aan de hugenoten te danken. Je kunt deze zoete lekkernij onder andere kopen bij de bakker in het Slijkstraatje in Groede.

Molukkers

In de jaren vijftig van de twintigste eeuw kwamen er veel Molukkers met hun gezinnen naar Zeeland. Ze waren in Indonesië niet meer veilig omdat ze als militairen mee hadden gevochten aan de kant van Nederland. Ze kwamen in kampen terecht. Die lagen in Zeeland verspreid over Walcheren, Schouwen, Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland. Nederland maakte beloftes richting de Molukkers niet waar, ontsloeg de soldaten, trok financiële steun in en eiste uiteindelijk dat de Molukkers 60 procent van hun inkomen zouden afstaan om hun huisvesting terug te betalen. De sfeer werd daardoor steeds gespannener. Bij het kamp van Westkapelle resulteerde dat in een confrontatie tussen kampbewoners en de politie. Daarbij werd door de politie geschoten en er vielen negen gewonden. In 2011 is er een monument geplaatst op de Westkapelse dijk, ter hoogte van het voormalige kamp. Voor een indruk van hoe het leven toen was, kun je ook dit filmpje kijken van de canon van Zeeland waarin een voormalig kampbewoner vertelt over zijn tijd in Westkapelle.

Het Moluks monument op de dijk bij Westkapelle (Erfgoed Zeeland).

Het Moluks monument op de dijk bij Westkapelle (Erfgoed Zeeland).

Toen de Molukkers uiteindelijk uit de kampen vertrokken, vestigden ze zich in verschillende Zeeuwse plaatsen. Vooral Middelburg en Oost-Souburg hebben tegenwoordig een grote en hechte Molukse gemeenschap. De Molukse cultuur wordt nog gevierd tijdens kleinschalige pasar malams en de provincie telt meerdere goede Indonesische cateraars en restaurants.

Moderne migratiestromen

Na de Molukkers kwamen in de twintigste eeuw nog meerdere grotere groepen migranten. In de jaren zestig en zeventig kwamen er Turkse en Marokkaanse gastarbeiders. Wil je iets van de Turkse cultuur proeven, dan kan dat bijvoorbeeld op de jaarlijkse Kermes (rond het tweede weekend van juni) bij de moskee van Middelburg. Het is daar dan open huis, er worden hapjes verkocht en er is muziek. In de jaren zeventig werd Suriname onafhankelijk en kwamen er Surinamers naar Nederland en deels ook naar Zeeland.

Eind 20e en begin 21e eeuw ontstonden er nieuwe migratiestromen omdat er veel verschillende conflicthaarden waren in de wereld. Vluchtelingen kwamen uit Balkanlanden en heel Afrika en Azië. Ook uit Syrië kwamen er veel vluchtelingen. Zeeland heeft eeuwenlang onderdak geboden aan vluchtelingen en ook nu werd er weer een beroep op de provincie gedaan. Het Zeeuwse verleden geeft aan dat de komst van nieuwe inwoners een verrijking kan zijn van de samenleving. De toekomst gaat uitwijzen of Zeeland voldoende heeft gedaan om alle nieuwe menskracht, overlevingsdrang en inventiviteit – die de provincie met deze vluchtelingenstroom als het ware cadeau krijgt – te stimuleren en om ervan te profiteren.