Lutheranen in Zierikzee
Het ontstaan van een Lutherse gemeente in ZierikzeeZeeland kende na het ontstaan van een eerste lutherse gemeente in Middelburg (1585) vanaf 1711/1712 ook een lutherse gemeente in Zierikzee. De kern van deze kerkelijke gemeenschap bestond in de achttiende eeuw uit Scandinavische zeelieden, met name Noren. Vandaar dat de lutherse kerk in Zierikzee ook nog steeds bekend staat als de Noorse kerk.
“Deeze Gemeente bestaat meest uit geringe lieden, 2 Ambagtslieden, 1 Apotheker, die eerst voorlede jaar hier is komen wonen; d’andere dagloners, arbeiders, en dienstboden, het overige is meest altemaal Zeevarend Volk, Matrosen en jonge Borsten, geen een Schipper, behalven die zomwylen van Noorwegen &c. op deze stad varen.” Deze zinsnede uit het Luthers kerk- en boeknieuws van 1730 heeft betrekking op de samenstelling van de lutherse kerkgemeenschap in Zierikzee.
Kleine kerkgemeenschap
De zinsnede hierboven maakt duidelijk dat de lutherse gemeente geen kerk voor regenten was, maar des te meer voor het gewone volk. Begrijpelijk, want overheidsfuncties en politieke ambten waren tot 1795 voorbehouden aan lidmaten van de gereformeerde kerk of personen die haar tenminste ‘waren toegedaan’. In 1730 bestond de lutherse gemeente in Zierikzee uit slechts 150 lidmaten, waarvan er maar 60 in de stad of de nabije omgeving woonden. Wie waren deze lidmaten en waarom kozen zij voor aansluiting bij de lutherse gemeenschap?
Handelscontacten en nieuwe religieuze denkbeelden
Zierikzee was in de late middeleeuwen uitgegroeid tot het – na Middelburg – tweede belangrijkste handelscentrum in Zeeland. De grote koopvaardijvloot voer vooral op steden in het Oostzeegebied. Zo had Zierikzee hechte contacten met het machtige handelsgenootschap van de Duitse Hanze, waarbij ook Scandinavische steden aangesloten waren. Door de vele handelscontacten van de stad deden in de zestiende eeuw nieuwe religieuze denkbeelden hun intrede. Daaronder het lutheranisme, anabaptisme en calvinisme. De laatste stroming zou in Zierikzee dominant worden.
Nadat Hollandse en Zeeuwse steden eind zestiende eeuw met succes in opstand waren gekomen tegen koning Filips II, organiseerde de nieuwe gereformeerde (hervormde) kerk zich in Zeeland in hoog tempo. Andere hervormingsgezinde groeperingen verdwenen naar de achtergrond. Begin zeventiende eeuw werden plaatselijke overheden in de Republiek echter verdraagzamer en toegeeflijker ten opzichte van onder meer de lutheranen.
Geloof van migranten
De Noord-Europese koop- en scheepslieden die Zierikzee aandeden, brachten niet alleen hun handelswaar mee, maar ook hun eigen geloof. In de Scandinavische en Noord-Duitse landen hadden de geloofsopvattingen van Maarten Luther veel bijval gevonden. Daardoor raakten deze ideeën ook in Zierikzee verspreid.
Net zoals in andere steden bleef het lutherse geloof in Zierikzee vooral een geloof van migranten, hier vooral van Noorse zeelieden. Begin achttiende eeuw ontmoetten zij elkaar in herberg De Weverspoel in de Verrenieuwstraat, in de volksmond ook wel ‘De Noordsche Hemel’ genaamd. Het was op deze locatie dat in 1711 of 1712 (het precieze jaartal is onbekend), na een bezoek van luthers predikant Johannes Nicolaas Treytel uit Middelburg, het initiatief tot het stichten van een lutherse gemeente in Zierikzee werd genomen.
Kerk en kerkorganisatie
Direct na de stichting van een eigen gemeente kregen de Zierikzeese lutheranen steun van zowel de stedelijke als de kerkelijke overheid. Dit werd meteen duidelijk toen het stadsbestuur de jonge lutherse gemeente in 1713 de voormalige Schotse kerk op het Gat van West Noord Westen toewees.
Het in omvang bescheiden kerkgebouw was een restant van het grotendeels afgebroken vijftiende-eeuwse adellijke huis Ravenstein en stond al enige tijd leeg. Mede door de geringe financiën van de kerkgemeente vonden er in de beginjaren nauwelijks aanpassingen aan het gebouw plaats. Ook het opzetten van een kerkelijke organisatie nam de nodige tijd in beslag: een kerkenraad werd pas in 1722 gevormd, terwijl tot de benoeming van de eerste predikant in 1729 de kerkdiensten door voorlezers werden geleid. Overigens werd tot 1747 in het Duits gepreekt, een gevolg van het feit dat alle voorgangers tot die tijd uit de Duitse landen afkomstig waren.
Laatste lutherse gemeente
Door nieuwe aanwas moesten de lutheranen toch spoedig diverse verbouwingen aan het kerkgebouw laten uitvoeren. Ook werd het interieur verrijkt, onder andere met een preekstoel en doophek (circa 1730), een koperen kroon (1736) en een galerij (1743). Met de verbouwing en vergroting van de kerk in 1755, mede gefinancierd door het stadsbestuur, kreeg het gebouw zijn huidige gedaante. De gedenksteen met opschrift boven de hardstenen ingangsomlijsting herinnert hieraan.
Vanaf het einde van de achttiende eeuw nam het aantal lutherse lidmaten sterk af door de achteruitgang van de handel en (daarmee) het wegtrekken van veel buitenlandse lutheranen. In 1798 telde de gemeente nog 210 leden, in 1808 was dit aantal gedaald tot 150. Ook tegenwoordig is de lutherse gemeente in Zierikzee een kleine kerkgemeenschap. Sinds 2014 staat de gemeente bekend als Zierikzee-Zeeland na samenvoeging met de gemeente Groede-Middelburg-Vlissingen en de Zeeuwse delen van de Evangelisch-Lutherse gemeente Bergen op Zoom.
Dit verhaal verscheen in gewijzigde vorm ook in Zeeuws Erfgoed van maart 2017 (tekst Marinus van Dintel).