Stonden toren en kerk in Zierikzee tegen elkaar?
Er zijn van die vragen die steeds weer opnieuw worden gesteld. Daarvan is deze er een: stonden de toren en de kerk in Zierikzee tegen elkaar? Het antwoord is: nee. Maar hoe zat het dan precies in elkaar?
Pronkjuweel
De voormalige Sint Lievensmonsterkerk in Zierikzee was de grootste kerk die Zeeland telde en behoorde tot de grote stadskerken in ons land. In het rijtje van de Sint Jan in Den Bosch, de Bavokerk in Haarlem en de Janskerk in Gouda paste ook die van Zierikzee. Dit pronkjuweel en het absolute toppunt van de Zierikzeese monumenten werd als gevolg van brand in 1832 zwaar beschadigd. Daarna werd tot afbraak besloten. Op de plaats ervan staat sinds 1848 de Nieuwe Kerk, in oppervlakte slechts ongeveer een derde van zijn voorganger. Wie een indruk wil krijgen van de voormalige kerk kan zijn ogen de kost geven op het kerkplein want in het straatoppervlak zijn de contouren van de Grote Kerk, zoals die later werd genoemd, verwerkt. Bij de brand in 1832 bleef de toren gespaard en dit is nu de trots van Zierikzee.
In de twaalfde eeuw werd een tufstenen kerk gebouwd als opvolger van een ouder bedehuis. In 1378 werd aan de kerk een kapittel met kanunniken verbonden waarmee de luister kracht werd bijgezet. In de veertiende eeuw kreeg de kerk een nieuw en groter koor. Ook daarna werd nog aan de kerk gebouwd en verbouwd. Het laatste bericht daarvan dateert uit 1458. In 1466 werd de kerk door brand getroffen. Het jaar daarop werd de herbouw gestart. In 1479 werd begonnen met de herbouw van het koor.
Tot de helft
In 1454 was het fundament gelegd voor een toren die de welvaart en het belang van Zierikzee als stad moest onderstrepen. Op 4 of 6 mei werd daarmee begonnen. Onder meer werden balken in deze fundering verwerkt. In totaal vier geledingen en een hoogte van omstreeks 130 meter zou de toren krijgen. Maar het kwam slechts tot de helft. De bouw werd gestaakt bij gebrek aan middelen. Een houten klokkenhuis sierde tot 1836 de toren. Bij de restauratie in de periode 1957-1972 is het huidige dak aangebracht.
Het werk aan de fundering van de toren is traag verlopen. Dat had verschillende oorzaken. Allereerst was het zaak het fundament zo stevig mogelijk te maken. De bouwput was wellicht zo’n acht meter diep. Mogelijk was het ook nodig de grond te laten inklinken. Maar belangrijker was dat de herbouw van de kerk na de brand van 1466 prioriteit kreeg. Het fundament van de toren werd ongeveer acht meter van de kerk gelegd. Dat gebeurde bewust zodat de graafwerkzaamheden geen schade aan de kerk zouden veroorzaken. Met de bouw vanaf de grond is begonnen omstreeks 1480 en ongeveer dertig jaar later, rond 1510, werd de huidige hoogte van de toren bereikt, zo wees onderzoek door bouwhistoricus dr.ing. H. Janse uit.
Verbinding komt er niet
Het is de bedoeling geweest de toren en de kerk met elkaar te verbinden. Aan de oostzijde van de toren zijn de beoogde aansluitingen te zien voor de overwelving van de tussenliggende ruimte. Daartoe is het niet gekomen. De noodzaak was er niet en vermoedelijk heeft men ook het geld er niet voor over gehad. In plaats daarvan werden twee muren tussen toren en kerk opgetrokken, zonder overdekking. Aan de westzijde van het kerkgebouw bevond zich een deur waardoor het mogelijk was om door de toren de kerk binnen te lopen. De kerk had ook portalen aan de zuid- en aan de noordzijde die als regel gebruikt bleven.
Dit verhaal verscheen eerder als column in Wereldregio, 5 januari 2019.