Zuidhavenpoort in Zierikzee

Zierikzee heeft haar middeleeuwse vestingbouwkundige grondvorm grotendeels behouden. In de veertiende eeuw was de stad omgeven door een gracht en een muur. Deze muur was versterkt met circa twintig, voornamelijk halfronde, muurtorens. Zes poorten gaven toegang tot de vesting. De Zuidhavenpoort, die de zuidelijke haveningang diende te beschermen, is er nog een van.

Zuidhavenpoort in Zierikzee (foto M.M. Minderhoud).

Zuidhavenpoort in Zierikzee (foto M.M. Minderhoud).

Uniek aan deze plaats is de aan de poort vast gebouwde en van een weergang voorziene verdedigingsmuur. Bij restauratiewerkzaamheden aan de poort in de jaren 1960-1966 werd hier een gedeelte van de middeleeuwse stadsmuur gereconstrueerd.

Restauratie van de poort, 1961 (ZB, Beeldbank Zeeland, fotoarchief PZC).

Restauratie van de poort, 1961 (ZB, Beeldbank Zeeland, fotoarchief PZC).

Aanval en verdediging

De verdediging voor verdere afstand werd grotendeels verzorgd door boogschutters. Vanuit de torens en de weergang bestookten zij de vijand. Wanneer de aanvallers tot vlakbij de stadsmuren waren genaderd bewees de weergang zijn nut. In de vloer van de weergang waren werpgaten voorzien voor het naar beneden gooien van stenen en vloeistoffen als kokende olie en brandende pek.

De belegering van Zierikzee in 1303/1304 door de Vlaamse graaf Gwijde van Dampierre (Zeeuws Archief, KZGW, Zelandia Illustrata). Volgens kroniekschrijver Melis Stoke was de stad op het moment van de belegering volledig ommuurd en omgracht. We kijken vanuit het Vlaamse legerkamp richting stad. Links en rechts staan legertenten. Achter ‘blindes’ (dekkingsschilden) staan ‘donderbussen’, voorlopers van het kanon, opgesteld.

De belegering van Zierikzee in 1303/1304 door de Vlaamse graaf Gwijde van Dampierre (Zeeuws Archief, KZGW, Zelandia Illustrata). Volgens kroniekschrijver Melis Stoke was de stad op het moment van de belegering volledig ommuurd en omgracht. We kijken vanuit het Vlaamse legerkamp richting stad. Links en rechts staan legertenten. Achter ‘blindes’ (dekkingsschilden) staan ‘donderbussen’, voorlopers van het kanon, opgesteld.

Bij een bestorming gebruikten de aanvallers stormladders, stormtorens, katapulten en stormrammen. Om beschermd te zijn tegen de katapulten werden de muren hoog opgetrokken. Om te besparen op stenen werden de muren niet in massief metselwerk uitgevoerd maar werden er spaarbogen in aangebracht.

Verval

De uitvinding van het kanon maakte aan deze wijze van verdedigen definitief een einde. Na het beleg van Zierikzee in 1575 door de Spanjaarden onder bevel van Mondragon waren de stadsmuren in verval geraakt. Kort daarna kwam de stad in handen van de Noordelijken. Vervolgens werden de muren verlaagd en omgevormd tot aarden wallen. Daarbij bleef de middeleeuwse vorm van de vesting behouden. Ook de Zuidhavenpoort behield haar functie. Begin negentiende eeuw werd een groot aantal poorten afgebroken en werden de wallen omgevormd tot stadspark.

Situatie omstreeks 1895 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Situatie omstreeks 1895 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Verticale verdediging…

In de middeleeuwen ging men bij de verdediging van een vesting uit van verticale krachten: een zwaar voorwerp van boven naar beneden werpen. Bij een aanval maakte men gebruik van door wikkelkracht of zwaartekracht aangedreven toestellen. Deze slingerden projectielen over de omwalling heen de vesting in. Dit resulteerde in de bouw van hoge stadsmuren en torens.

De Noordhavenpoort in Zierikzee omstreeks 1936 (ZB, Beeldbank Zeeland). Deze poort ligt aan de andere zijde van de haven. De kromming in de doorgang dient te voorkomen dat vijandelijke projectielen ongehinderd de stad binnen kunnen dringen.

De Noordhavenpoort in Zierikzee omstreeks 1936 (ZB, Beeldbank Zeeland). Deze poort ligt aan de andere zijde van de haven. De kromming in de doorgang dient te voorkomen dat vijandelijke projectielen ongehinderd de stad binnen kunnen dringen.

… versus horizontale verdediging

De uitvinding van het kanon had een drastische wijziging van de verdedigingstactiek tot gevolg. In plaats van verticale krachten kreeg men nu te maken met horizontale…

Afgevuurde kogels veranderden de stadsmuren binnen korte tijd in puin. Om zich hiertegen te verdedigen, werden de muren verlaagd en verbreed. Op diverse plaatsen werden aanvankelijk torens gebouwd waarin kanonnen stonden opgesteld.

Zuidhavenpoort omstreeks 1960 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Zuidhavenpoort omstreeks 1960 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Aarden wallen

Ter voorkoming van dode schiethoeken en om vanuit het eigen vestingwerk flankvuur te kunnen geven werden naar Italiaans voorbeeld bastions aangelegd. Dit zijn vijfhoekige uitspringende verdedigingswerken. Aanvankelijk werden de vestingwerken uitgevoerd in steen maar al spoedig werd gekozen voor aanleg in aarde. Aarden wallen vingen de kracht van de kogels beter op. Bovendien was aarde ruimschoots voorhanden. Bijkomend voordeel was dat op de plaats van de weggegraven aarde grachten konden worden aangelegd. Deze grachten vulden zich vanwege de hoge grondwaterstand binnen korte tijd met water.

Het proces van omschakeling van hoge stenen stadsmuren naar aarden wallen is geleidelijk gegaan. Omstreeks 1500 was de vuurkracht van kanonnen nog niet zo groot. Toen volstond het dus nog om torens met dikke muren te bouwen van waaruit kon worden gevuurd. De torens van Zierikzee, Vlissingen en de land- en waterpoort te Hulst zijn hier mooie voorbeelden van. In Middelburg, Goes, Tholen, Sluis en Retranchement werden in de loop van de zeventiende eeuw aarden wallen aangelegd. Bij deze wallen is het principe van horizontale verdediging volledig ontwikkeld.

Literatuur

Paul Stockman, Vechtend Zeeland, deel 3 in de reeks Zeeland van toen en nu, Zwolle 2004.