De Caubrug in Zierikzee
Alleen de oude inwoners hebben er nog herinneringen aan: de Caubrug in Zierikzee, die het tramstation verbond met de binnenstad. Met de watersnoodramp van 1953 werd de brug dusdanig beschadigd dat afbraak volgde. Nadien werd in de gracht, in het verlengde van het Jannewekken, een dam gelegd. Daardoor kwam een nieuwe, korte verbinding tot stand met de binnenstad maar ook met de nieuwbouwwijk Malta en het busstation. Bovendien kunnen we ook via de Nobelpoort de stad bereiken. Een nieuwe Caubrug verscheen in 1976 voor wandelaars en fietsers van Malta naar de binnenstad.
Genereus aanbod
Het begon eind 1916. Op 29 december van dat jaar schreef mr. J.P. Cau, president van de arrondissementsrechtbank, een brief aan het gemeentebestuur. Hij herinnerde aan het voorstel om een betere verbinding te verwezenlijken van het station naar de binnenstad. Dat was om financiële redenen verworpen. Mr. Cau verklaarde zich bereid om de gemeente tegemoet te komen in de kosten die werden geraamd op 1500 gulden. De enige voorwaarde was dat de gemeente met hem in overleg moest treden ten aanzien van het plan voor de bouw. Op dat moment was de Eerste Wereldoorlog nog in gang. Mr. Cau gaf in overweging met de uitvoering te wachten tot het vrede was omdat de materialen erg duur waren.
De gemeenteraad, die de brief op 8 januari 1917 behandelde, was verheugd over het aanbod en wat niet vaak gebeurde: in de raadzaal klonk applaus voor het genereuze gebaar van deze telg uit een oud Zierikzees geslacht. Toen het plan werd uitgewerkt, bleek dat de kosten hoger uitvielen dan 1500 gulden. De aannemers Imming en Van Tongeren in Zeist kwamen uit op fl. 2363,80. Notaris J.S.L. Korteweg, bewoner van ‘Schouwenoord’ aan de Wandeling, had al eerder grond en 500 gulden toegezegd. Die grond werd bestemd voor de aanleg van een nieuwe straat, die in 1917 Drie Koningenstraat werd gedoopt. Later werd dat Driekoningenlaan.
Mr. Cau was genereus genoeg om toe te zeggen de totale bouwkosten voor de brug voor zijn rekening te nemen. Wel bedong hij dat de 500 gulden van notaris Korteweg bestemd zouden worden voor een plantsoen en parkje tegenover de brug. De notaris had er geen moeite mee. Als eerbetoon aan de schenker had de gemeenteraad de brug de naam Mr. J.P. Caubrug gegeven.
Opening
De bouw verliep voorspoedig en op 15 mei 1918 was het mr. Cau zelf die de brug opende. Voorafgaand sprak burgemeester mr. A.J.F. Fokker. De schenker vertelde over de band tussen Zierikzee en zijn familie die zich vanuit Westenschouwen hier had gevestigd. Als openingshandeling knipte de schenker een lint door. Bij de onthulling verzocht de schenker de naam in te korten tot Caubrug, als herinnering aan zijn familie. Aan dat verzoek voldeed de gemeente na een schriftelijk verzoek van de schenker in 1924. Mr. Cau was inmiddels in Den Haag woonachtig. Bij de opening was er nog een incident: een al te enthousiaste toeschouwer raakte in het water. Maar het was een warme dag zodat dit weinig hinderde. Mr. Cau had zijn toespraak afgesloten met: ‘Moge deze brug van de welvaart en bloei van Zierikzee lang getuige zijn’. Dat werd welgeteld 35 jaar.
Onder leiding van molenaar A.M. de Rijke uit de Lange Nobelstraat is in 1969 actie gevoerd om de Caubrug terug te krijgen. Binnen korte tijd was 5300 gulden ingezameld. Maar veel verder kwam men niet en daarom ging dat plan niet door. De rustieke uitvoering van de brug was het meest karakteristieke aan deze verbinding waarover oude Zierikzeeënaars nog wel eens mijmeren als ze herinneringen ophalen.
Dit verhaal verscheen eerder als column in Wereldregio, 11 augustus 2018.