De Zeeuwen hebben heel wat bezetters, oorlogen en strijd aan zich voorbij zien trekken. De Scheldedelta is in strategisch opzicht belangrijk en Zeeland is bovendien een grensgebied. Dat vormt samen het recept voor een zeer gewild en dus druk bevochten gebied.
De eerste verdedigingswerken
Eeuwen geleden werden in Zeeland de eerste militaire verdedigingswerken opgericht. In de Romeinse tijd verrees in Aardenburg een castellum tegen invallers uit zee. Je komt er meer over te weten in het museum in Aardenburg. Daarin zie je hoe het dagelijks leven was in Romeins Aardenburg. Aan de Burchtstraat zijn de fundamenten gereconstrueerd van de hoofdpoort van het castellum.
Eind negende eeuw werden op verschillende plekken in Zeeland aarden, cirkelvormige ringwalburgen gebouwd. Ook dat had te maken met gevaar vanaf zee: de Vikingen. Ze lagen bij Oostburg, Domburg, Oost-Souburg, Middelburg en Burgh. In Oost-Souburg en Burgh vind je indrukwekkend grote reconstructies van deze negende-eeuwse ringwalburgen.
Mottes en stenen kastelen
Zeeuwse ambachtsheren verdedigden hun grondgebied met een mottekasteel – een aarden heuveltje met daarop een houten of bakstenen toren. De bergjes die overbleven, werden later vliedbergen genoemd, omdat men dacht dat ze wijkplaatsen voor hoge vloeden waren geweest.
Het grootste deel van de nog bestaande mottes ligt op Walcheren en Zuid-Beveland. De Duivelsberg bij Kapelle bevindt zich in een parkje en is toegankelijk. In de landschapstuin van museum Terra Maris bij Oostkapelle staat een reconstructie van een mottekasteel met toren. In de zomermaanden worden hier regelmatig middeleeuwse evenementen voor kinderen georganiseerd.
Vanaf de veertiende eeuw werden er ook (bak)stenen kastelen in Zeeland gebouwd. Er zijn er maar weinig over. Je vindt nu nog Slot Haamstede en Slot Moermond op Schouwen-Duiveland en Ter Hooge en Westhove op Walcheren. Dat laatste gebouw staat vlak bij Terra Maris en je kunt er overnachten – het is in gebruik als hostel.
Vestingwerken en de Tachtigjarige Oorlog
Omdat stadsmuren ook hun nut verloren, namen Zeeuwse steden daar vanaf eind zestiende eeuw ook afscheid van. Ze omringden zich met moderne aarden, stervormige vestingwerken. Die zijn (deels) nog te vinden bij Tholen, Sluis, Middelburg, Veere, Goes, Brouwershaven en Hulst. De vestingwerken van die laatste stad zijn zonder twijfel het best bewaard gebleven en je kunt er mooie wandelingen over maken.
De moderne versterking van steden en de stichting van forten en linies kreeg een enorme stimulans door de Opstand tegen Spanje vanaf 1560. Er zijn maar liefst 450 militaire werken uit die tijd bewaard gebleven in Zeeuws-Vlaanderen en Vlaanderen (van kleine schansjes tot complete vestingsteden). Samen worden ze de Staats-Spaanse Linies genoemd. Een aantal forten of schansen van de Staats-Spaanse Linies is fraai gerestaureerd, zoals Fort Berchem bij Retranchement. Delen van linies zijn te bezoeken, zoals de Liniedijk ten oosten van Hulst.
Een veel toegepaste tactiek tijdens de Tachtigjarige Oorlog was inundatie. Vrijwel heel Zeeuws-Vlaanderen werd tussen 1583 en 1604 onder water gezet. De Tachtigjarige Oorlog werd daarnaast ook óp het water uitgevochten. De wereldberoemde serie wandtapijten in het Zeeuws Museum herinnert daaraan. Aan Zeeuwse zeehelden is sowieso geen gebrek. Vlissingen bracht niet alleen vlootvoogd Michiel de Ruyter voort, maar was ook de bakermat van geslachten als Evertsen en Banckert.
Grensgebied
De Westerschelde was van groot tactisch belang. Daarom werd er door de eeuwen heen flink gewerkt aan de verdediging. Zowel Fort Rammekens (het oudste zeefort van West-Europa) als het iets jongere Fort Ellewoutsdijk moesten het scheepvaartverkeer op de Westerschelde beheersen. Beide forten zijn te bezoeken. Rammekens ligt middenin een natuurgebied – door ophoging van de dijken nu verder van het water verwijderd dan toen het gebouwd werd. Kustverdediging is inmiddels van groter belang dan controle van de vaarweg vanuit het fort.
De Tweede Wereldoorlog en de Atlantikwall
In de Tweede Wereldoorlog bouwde de Duitse bezetter ijverig aan de Atlantikwall, die liep van Noorwegen tot de Spaanse grens. Zeeland kreeg een enorm aantal bunkers. Vlissingen werd een complete vesting. Er loopt een bunkerroute langs meerdere bunkers tussen Groot-Abeele en Vlissingen en de stad heeft ook een Museumbunker. Van de ongeveer duizend bunkers die op Schouwen-Duiveland zijn gebouwd, zijn er nog een paar honderd over. De bekendste – de vleugelbunker – is te bezoeken in het bos van Burgh-Haamstede. Voor het grootste deel van Zeeland eindigde de oorlog in november 1944, na de grootscheepse Slag om de Schelde en een desastreuze inundatie van Walcheren. Hier kom je alles over te weten in het Bevrijdingsmuseum Zeeland.
Koude Oorlog
Niet lang na de bevrijding doemde de Koude Oorlog op. Ook die liet zijn sporen na. Er staan nog luchtwachttorens bij Nieuw-Namen, Koewacht en Eede. Angst voor een aanval met kernwapens leidde tot de bouw van ondergrondse schuilkelders. Een daarvan bevindt zich in de parkeerkelder aan het Groene Woud in Middelburg, een andere onder de voormalige brandweerkazerne aan de Looierssingel in Middelburg. Met Open Monumentendag kun je hier terecht.