Forten

Een provincie met een strategische positie als Zeeland moest goed verdedigd kunnen worden. Daarom werden er door de eeuwen heen forten aangelegd, bijvoorbeeld om de controle over de Westerschelde te behouden. Er zijn veel forten bewaard gebleven en een deel daarvan kun je bezoeken. Allemaal vertellen ze hun eigen deel van de Zeeuwse geschiedenis.

Fort Rammekens

Fort Rammekens in de buurt van Ritthem is het oudste zeefort van West-Europa. De bouwopdracht stamt uit 1547. Het fort lag op een uitermate tactische plek, maar dat zie je in het huidige landschap wat lastig terug. Het fort was vroeger over de Westerscheldedijk heen gebouwd en lag dus direct aan het vaarwater. Je kunt aan de grote boogvormige uitsparingen in de muren zien waar die dijk toen lag. Inmiddels is er een nieuwe dijk op Deltahoogte op een aardige afstand van het fort aangelegd en is het fort haar overzicht over het water kwijt.

Fort Rammekens vanaf de zeedijk gezien.

Fort Rammekens vanaf de zeedijk gezien.

Door de eeuwen heen is het fort voor veel verschillende doeleinden ingezet. Spanjaarden, Engelsen, Fransen en Duitsers hebben het fort in handen gehad. Vaak werd het natuurlijk als fort gebruikt, maar het is ook een kruitmagazijn geweest en zelfs een champignonkwekerij. Het gebouw is lange tijd slecht onderhouden en daardoor zijn niet alle muren meer in even goede staat. Daardoor groeien er nu wel zeldzame muurplanten. Natuur speelt er sowieso een belangrijke rol. Er leven vleermuizen in het fort en het ligt aan de rand van een mooi bos- en kreekgebied met veel wandelpaden. Fort Rammekens is in het toeristenseizoen meerdere dagen per week open voor bezoek.

Staats-Spaanse forten

In Zeeuws-Vlaanderen en Vlaanderen woedde tijdens de Tachtigjarige Oorlog jarenlang een hevige strijd tussen de Staatsen en de Spanjaarden. Er werden veel linies en forten aangelegd. De linies zie je nog op heel veel plaatsen terug in het landschap. Het gros van de forten is afgebroken. Van de forten Oranje en Nassau bij Retranchement is bijvoorbeeld niet veel meer over. De behoorlijk hoge verdedigingswallen die bij dit geheel hoorden, zijn er echter grotendeels nog wel en geven je een goede indruk van wat voor bouwkundige werken hier zijn verzet.

Fort Berchem (foto H.M.D. Dekker, 2016).

Fort Berchem (foto H.M.D. Dekker, 2016).

In de buurt van Axel lagen ook veel linies en forten. Staatsbosbeheer heeft hier drie gebieden in beheer waar forten hebben gestaan: Sint Joseph, Sint Jacob en Sint Livinus. Ze hebben de grachten die rond de forten lagen, teruggebracht in het landschap en dat geeft een goed beeld van de grootte van de bouwwerken.

Net over de Belgische grens lagen Fort Lillo en Fort Liefkenshoek. Ze zijn in 1579 gebouwd in opdracht van de stad Antwerpen omdat men vreesde voor een Spaanse belegering. Toen Antwerpen uiteindelijk viel, bleven de forten in handen van de Staatsen en boden ze nog lang verzet. Zoals wel vaker gebeurde, ontstond er bij Fort Lillo een dorpje. Dat vind je nu nog in het fort.

Fort Bath

Fort Bath werd aangelegd in 1786/1787 omdat Lillo en Liefkenshoek in handen waren gekomen van de Oostenrijkse Nederlanden en de Republiek het scheepvaartverkeer richting Antwerpen wilde blijven controleren. Het fort bestond nog geen eeuw, maar heeft wel zijn sporen nagelaten. Zo ligt hier de basis voor het huidige dorp Bath. Het oorspronkelijke Bath was verdronken en had zijn naam gegeven aan het nieuwe fort. Rond het fort ontstond een dorp en ook dat ging weer Bath heten. Het fort speelde in zijn korte bestaan een rol in de strijd tussen de Fransen en Engelsen en werd gebruikt om de Westerschelde af te sluiten tijdens de Belgische revolutie. Toen er vrede kwam, werd het fort overbodig. De wallen en grachten van het fort zijn verdwenen. Maar een paar gebouwen en het stratenplan bleven bewaard. Bathse Straatnamen als Kazerne-, Arsenaal- en Walstraat herinneren aan de tijd dat hier een fort lag.

Restant van Fort Bath aan de Arsenaalstraat: een monumentale, voormalige militaire opslagplaats uit 1787 (foto Michiel Verbeek/Wikimedia Commons).

Restant van Fort Bath aan de Arsenaalstraat: een monumentale, voormalige militaire opslagplaats uit 1787 (foto Michiel Verbeek/Wikimedia Commons).

Fort De Ruyter

Als je nu aan de Oostelijke Bermweg iets ten oosten van Vlissingen staat en hier en daar een stuk fundering boven het gras ziet uitsteken, zou je het niet zeggen, maar er waren ooit plannen om hier een voor die tijd zeer geavanceerd fort te bouwen. Napoleon had hier begin negentiende eeuw al het zevenhoekige fort Hilaire opgetrokken. Het was nog maar net af toen de Fransen zich al terugtrokken uit Nederland. De Nederlanders namen het over als Fort De Ruyter, maar ook zij hebben er niet lang plezier van gehad. Het fort was verouderd. De muren konden niet op tegen het moderne wapengeweld en dus werd het afgebroken. Maar er kwamen al wel snel plannen voor nieuwbouw en toen er oorlog dreigde in 1913 werd besloten het fort te bouwen. Het zou meer dan vijf miljoen gulden kosten, maar was dan wel uitgerust met de modernste kanonnen. Er is nog een start gemaakt met de fundering, maar toen de Eerste Wereldoorlog was losgebarsten, kwam de bouw stil te liggen. En toen men later alsnog nadacht over bouwen, waren de plannen wéér verouderd – zo snel ging de ontwikkeling van munitie tijdens deze oorlog.

Fort Ellewoutsdijk

Toen België zich in 1830 wilde afscheiden van Nederland, begon Nederland met de bouw van kustforten langs de Westerschelde om de toegang tot Antwerpen te kunnen controleren en Vlissingen te beschermen. Rond Terneuzen kwamen tussen 1833 en 1839 vestingwerken en tegenover Terneuzen werd Fort Ellewoutsdijk gebouwd. Samen met Terneuzen vormde het een tweede stelling – het verder stroomopwaarts gelegen fort Bath vormde de eerste stelling. Toen Nederland en België al vrij snel vrede sloten, verloor het fort zijn functie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het weer in gebruik genomen door de Duitsers die aan de westkant van het fort een mitrailleurbunker bouwden.

Fort Ellewoutsdijk (Beeldbank Rijkswaterstaat, foto Joop van den Houdt).

Fort Ellewoutsdijk (Beeldbank Rijkswaterstaat, foto Joop van den Houdt).

Tegenwoordig is het fort nog in opvallend goede staat. Het is regelmatig open voor bezoekers en in augustus vindt hier jaarlijks het Oeljebroeljefestival plaats waarbij voornamelijk lokale kunstenaars, artiesten en muzikanten in actie komen.