Duurzaam vakmanschap

Ze zijn er nog in Zeeland: beoefenaars van ‘oude’ ambachten. Meubelmakers, molenaars, scheepsbouwers, bierbrouwers, klompenmakers, zilversmeden… soms zijn ze met meerdere, soms is het een enkeling die een ambacht nog levend houdt. In hun vaardigheden, technieken en producten klinkt het ambachtelijk erfgoed door. Tegelijkertijd bieden zij aanknopingspunten voor een duurzame samenleving in de toekomst. Ze kunnen oplossingen aanreiken voor het ‘slim’ omgaan met energie, materialen en hulpbronnen. Ze kunnen nieuwe kansen bieden voor inheemse plantenrassen, zoals vlas en meekrap. En ze kunnen producten creëren die een leven lang meegaan.

Scheepsbouw (beeldbank.zeeland.nl, foto Felice Buonadonna).

Scheepsbouw (beeldbank.zeeland.nl, foto Felice Buonadonna).

Terug van weggeweest

Het ‘maken’ verdween in onze samenleving letterlijk uit beeld. De werkplaatsen van ambachtslieden verhuisden naar bedrijventerreinen aan de rand van het dorp of de stad, terwijl hun voorgangers vroeger midden in het dorp zaten. De jeugd liep daar in en uit, zag hoe een hoefsmid een paard besloeg en een wagenmaker een verenwagen bouwde. We dreigen de band met het materiële en het maakproces kwijt te raken.

Maar het ambacht keert terug. Het is mede in de belangstelling komen te staan omdat het nieuwe perspectieven biedt met het oog op duurzaamheid. Dat thema is wereldwijd op de agenda komen te staan als gevolg van onder meer klimaatverandering, de uitputting van natuurlijke bronnen, de stijgende kosten van energie en materialen en het uitsterven van inheemse (planten)rassen. De terugkeer van het ambacht sluit bovendien aan bij hedendaagse trends waarin eerlijke, authentieke, handgemaakte en unieke producten het goed doen.

In ambachtelijk gebakken brood klinkt de behoefte door aan het bewust omgaan met ingrediënten en voedsel in het algemeen. En wat voor brood geldt, geldt ook voor bier: het moet met liefde en passie gemaakt zijn. Bierbrouwerijen schieten als paddenstoelen uit de grond, ook in Zeeland, en het zelf thuis bier brouwen is de volgende stap in deze trend.

Ook meer ‘typisch’ Zeeuwse ambachten als het snijden van heften voor paeremessen kunnen rekenen op hernieuwde belangstelling. Het is een uiterst precies werkje waarin kennis van materialen (buxushout in dit geval), gereedschappen (mesjes, beiteltjes, boortjes en vijltjes) en technieken van groot belang is om tot de fraaie, gedetailleerde voorstellingen te komen. Ook de motieven doen ertoe. Wie tegenwoordig een mes maakt of laat maken, voegt daaraan vaak persoonlijke motieven toe.

Houtsnijder Pieter Buijs snijdt een heft voor een paeremes (ZB, Beeldbank Zeeland).

Houtsnijder Pieter Buijs snijdt een heft voor een paeremes (ZB, Beeldbank Zeeland).

De vervaardiging van streekdrachtkleding is evenzeer een nieuwe weg ingeslagen. Coupeuses en modeontwerpers laten zich inspireren door oude technieken en kledingstukken. Andere ambachtelijke vaardigheden die met de streekdrachten samenhangen, zoals het stijven en plooien van mutsen, worden binnen streekdrachtverenigingen en musea overgedragen.

Goud- en zilversmeden die zich voorheen toelegden op het maken van Zeeuwse streeksieraden zetten oude technieken en motieven in voor nieuwe vormgeving. Duurzaam is dat zeker. Het sieraad als een uniek object dat een leven lang betekenis houdt, staat in contrast met de goedkope, in massaproductie gefabriceerde sieraden, die zo’n betekenis vaak ontberen.

Klompen en molens

Net als andere traditionele ambachten raakte dat van de klompenmaker en de molenaar in de afgelopen honderd jaar in de verdrukking. Industriële productie maakte hun handwerk overbodig en consumenten kozen voor goedkopere producten uit de fabriek. De vakkennis van deze ambachtslieden dreigde verloren te gaan. En dat terwijl die kennis nog hard nodig is. In bepaalde beroepen, zoals dat van stratenmaker, zijn een paar goede klompen nog steeds onmisbaar. Een voet in een klomp raakt immers nooit bekneld. Behalve een ludiek souvenir uit Nederland zijn klompen dus comfortabel, praktisch en veilig (werk)schoeisel.

En neem het ambacht van molenaar, nog zo’n identiteitsbepalend element uit de Nederlandse cultuur. Omdat vanaf de negentiende eeuw steeds meer molens zijn stilgezet, dreigde veel kennis over het molenaarsambacht en het werk op een molen verloren te gaan. Zeeland telt nu nog zo’n 75 draaiende molens. Het Gilde van Vrijwillige Molenaars stelt zich ten doel het ambacht levend te houden. Het Nederlandse molenaarsambacht is ingeschreven op de (internationale) Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid.

Vakmanschap ook nodig voor behoud van erfgoed

Ambachtelijk vakmanschap is erfgoed. Omgekeerd is ambachtelijk vakmanschap nodig om erfgoed in stand te houden. De restaurator bijvoorbeeld moet over voldoende expertise beschikken om beschadigingen goed te kunnen herstellen. Ook daarom is het belangrijk dat kennis over oude technieken en historische materialen behouden blijft.