Potdekselen
De zwart gepotdekselde schuur, vaak met de witte omlijning, wordt in het algemeen als authentiek en streekeigen gekenmerkt voor Zeeland. Deze traditionele bouwstijl staat weer volop in de belangstelling. Maar het is niet zo eenvoudig als het lijkt.
Hernieuwde belangstelling
Er is gelukkig tegenwoordig opnieuw belangstelling voor deze traditionele bouwstijl bij schuren en aanbouwtjes. Voornamelijk particulieren in het landelijk gebied doen een poging om bijgebouwen een streekeigen uitstraling te geven. Ook zien we bij minicampings en schuren die tot vakantieappartementen verbouwd worden, dat men de sfeer van weleer terug wil brengen in het landschap.
Het lukt niet overal even goed om deze sfeer van vroeger terug te brengen. Soms verschijnen ‘gepotdekselde’ schuurtjes, schuren en zelfs woningen in ons landschap, die niet echt een meerwaarde vormen. Al was de bedoeling nog zo goed. Het toepassen van (vaak namaak) gepotdekselde gebouwen, die geen directe link hebben met de traditionele bebouwing, slaat vaak letterlijk de plank mis. Zo krijgen vakantiehuisjes en caravans ineens luiken naast de ramen en worden hele vakantieparken voorzien van gepotdekselde chalets.
In het verleden werd voor de bouw van schuren zoveel mogelijk gebruik gemaakt van materialen die in de directe omgeving te verkrijgen waren. Zo werden schuren in Zeeland vaak gebouwd van bomen die in de omgeving groeiden. De stammen van de bomen werden gebruikt om het skelet van de schuur te maken en er werden planken gezaagd om de schuur dicht te bouwen. De dakbedekking, aanvankelijk bestaande uit roggestro of riet, was afkomstig van het land of uit een kreek in de nabijheid. Pas toen de transportmogelijkheden beter werden kon er ook gebruik worden gemaakt van meer duurzame materialen.
Traditioneel potdekselen
Het lijkt allemaal zo simpel om een schuur dicht te maken met houten planken, maar dat er in de praktijk meer bij het traditioneel potdekselen komt kijken, blijkt vaak als het kwaad al is geschied. Alvorens waardevolle tips te geven is het goed om iets te vertellen over de planken die gebruikt kunnen worden.
Soort hout
Aanvankelijk werden er planken gezaagd uit boomstammen die in de omgeving aanwezig waren. Later ging men over op vurenhout afkomstig van fijnspar en grenen, afkomstig van dennenbomen. Bij zachte houtsoorten spreekt men ook wel van delen i.p.v. planken. Tegenwoordig worden ook Douglas verzaagd tot planken om er mee te kunnen potdekselen. Planken kunnen op tal van manieren bevestigd worden. Wie een houten wand wil timmeren moet eerst kiezen of hij de planken verticaal of horizontaal wil gebruiken. Bij het potdekselen waarbij de delen dus horizontaal liggen is het inwateren aanmerkelijk kleiner dan bij planken die verticaal zijn bevestigd. De planken worden tegen een frame aangebracht.
Hout werkt
Als hout nat wordt zet het uit en bij droog en zonnig weer krimpt hout. Deze weersinvloeden zijn voornamelijk merkbaar aan de breedte en het kromtrekken van het hout. Ten eerste is het van belang om houten delen pas te verwerken als het hout na het zagen luchtdroog is.
Om het kromtrekken zoveel mogelijk te beperken kan men het beste de hartzijde (zie detailtekening doorsnede) van de delen aan de buitenzijde van de schuur bevestigen.
Door de bovenliggende plank ongeveer 25 à 30 mm over de onderliggende te leggen, overdekken ze elkaar voldoende. Door de spijker 10 à 20 mm boven de onderliggende plank te spijkeren is er voldoende ruimte om het uitzetten van het hout op te vangen. De oorspronkelijke afmeting van een plank is 275 mm breed en 25 mm dik. De lengtes kunnen variëren van 2,20 tot 4,20 meter. Door grote lengtes te kiezen zijn er minder stuiknaden (zie fig. 2). Maar hoe langer de plank, hoe duurder per meter! Het frame bestaat uit balken die een minimale doorsnede moeten hebben van 70 x 100 mm, hart op hart maximaal 60 mm. De lengte van de spijkers dient minimaal 3 x de dikte van de planken te zijn. In ons voorbeeld dus 3 x 25 mm, een lengte van 75 mm. Bij het gebruik van schroeven 2,5 x de dikte van het hout.
Per steunpunt dient één bevestigingsmiddel in het deel (spijker of schroef) aangebracht te worden (volgens fig. 1). Het verdient aanbeveling voor te boren om splijten van het hout te voorkomen. Bij stuiknaden is het verstandig om enkele mm afstand te houden tussen de delen en bij eindbevestigingen tot raam- en deurkozijnen ook enkele mm afstand te houden.
Koolteer
Vroeger werden de gepotdekselde schuren flink in de koolteer gezet. In verband met de aanwezigheid van Pak’s (Polycyclische aromatische koolwaterstoffen) is het gebruik van koolteer sinds het jaar 2000 verboden. Er zijn inmiddels naast minder goede alternatieven ook goede vervangers in de vorm van verf gevonden.
Het is wel raadzaam om de planken zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde te schilderen. Niet alleen om de duurzaamheid te verhogen maar ook om het kromtrekken door de weersinvloeden te verkleinen. Vergeet zeker niet de kopse kanten van de delen extra (2x) te behandelen. De stuiknaden en de eindbevestiging van de delen zijn vaak de plaatsen waar de planken beginnen te rotten.
De witte belijning dient subtiel en terughoudend te worden toegepast. Traditioneel werden slechts de deur- en raamopeningen omlijnd. De koppen van de delen op de hoeken werden tot 4 à 5 cm breed wit geschilderd. Overigens is het aanbrengen van witte omlijning regiogebonden.
Bronvermelding
Geschreven door: Theo Aernoudts, Stichting Landschapsbeheer Zeeland.
Reeds eerder gepubliceerd in: De Boom In, editie winter 2009.
In de gids De kleine historische elementen in Zeeland kun je naast dit onderwerp nog 25 onderwerpen vinden voor instandhouding en herstel. Met deze bijzondere uitgave biedt Stichting Landschapsbeheer Zeeland (SLZ) ieder kennis van onderhoud en herstel van kleine cultuurhistorische elementen, op streekeigen wijze. Hiermee wil SLZ deze vaak specifieke kennis behouden en beschikbaar stellen.