Netten en touw tanen
Tanen is een techniek waarmee vissers hun netten, zeilen en touw laten conserveren. Het proces is gebaseerd op een eeuwenoud procedé om plantenvezels als katoen, hennep, manilla en sisal te verduurzamen.
De taan, gemaakt van boombast, gaat schimmel en verrotting tegen. Rond 1860 werd gebruik gemaakt van eek/eikenschors om te tanen. Daarna werd cachou (gatechu) toegepast, dit is een looistofhoudende organische kleurstof. Cachou is afkomstig uit de bast van tropische bomen, vooral van de acacia, betelpalm en mimosa. De cachoubast wordt tot poeder vermalen in verfmolen De Kat in Zaandam.
De bewerking heet cachouën of tanen. Dit gebeurt in een taanketel die wordt gestookt op hout. Door het koken van de bast, nu vermalen tot poeder, wordt de taan verkregen. Touw en netten werden vervolgens in de taanketel gekookt. Door de teerdampen die erbij vrijkwamen, was tanen geen plezierig werk.
Cachou heeft een conserverende werking. Vooral vissers gebruikten het om touw, visnetten en katoenen zeilen te tanen en het rottingsproces door schimmels of bacteriën te voorkomen. Het tanen geeft een roodbruine kleur. De ‘Bruine vloot’ – de vloot van historische zeilschepen – dankt er zijn benaming aan.
Zelf kan ik me nog vaag herinneren – ik was misschien vijf jaar oud – dat mijn grootvader netten taande. Van hem heb ik ook leren fuiken breien. Momenteel ben ik nog de enige fuikenvisser in Zeeland die de zeefuiken handmatig breit, zoals dat van oudsher werd gedaan. Echter niet meer van katoen, maar van perlon (een nylonsoort). Niettemin passen mijn kleinkinderen en ik het tanen van touwwerk, manilla, kokos en sisal nog steeds toe.
Op diverse markten in Domburg en Westkapelle en bij de KNRM (Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij) werden demonstraties gegeven van het breien van netten en het knopen van touwwerk. Het is belangrijk om dit oude ambacht onder de jonge generatie te promoten, zodat dit immaterieel erfgoed niet verloren gaat.
Literatuur
Wim Vreeke, De Zeeuwse strandvisserij; netten breien op de traditionele Zeeuwse manier, Vlissingen 2009.