‘Het bier is weer best’

Bier in Zeeland

Ambachtelijk gebrouwen, gemaakt van biologische ingrediënten of een speciale uitheemse variant…, we hebben de vele smaken van bier (her)ontdekt. Al sinds de late middeleeuwen wordt er in Zeeland bier gebrouwen. Aanvankelijk gebeurde dat voor eigen huishoudelijk gebruik of als bron van inkomsten voor de kloosters, maar al snel gingen ook kooplieden het gerstenat op commerciële basis produceren.

Bierhal van D. Bosch aan de Latijnse Schoolstraat in Middelburg omstreeks 1880 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Prins).

Bierhal van D. Bosch aan de Latijnse Schoolstraat in Middelburg omstreeks 1880 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Prins).

Bierbrouwers behoorden tot de hoogst aangeschreven ambachtslieden van de stad en bezetten niet zelden ook een zetel in het stadsbestuur. Voor de steden was de bierproductie en –consumptie een interessante bron van inkomsten, omdat zij hierover accijns hieven. Zeker nadat werd ontdekt dat bier met hop veel smakelijker is dan het brouwsel dat tot die tijd werd gemaakt en dat dit bier zonder aan kwaliteit in te boeten over lange afstanden vervoerd kon worden, steeg de omvang van de bierproductie. Het drinken van bier viel veruit te prefereren boven het drinken van water, dat uit de vaak verontreinigde stadsgrachten of regenputten moest komen. Het bier bevatte overigens heel wat minder alcohol dan dat van tegenwoordig.

Brouwer, prent door Jan en Caspar Luyken, 1694 (Rijksmuseum Amsterdam).

Brouwer, prent door Jan en Caspar Luyken, 1694 (Rijksmuseum Amsterdam).

Veel brouwerijen kregen het in de achttiende eeuw moeilijk toen koffie, thee en chocolade in opkomst raakten. Later kwam daar nog de concurrentie van gedistilleerde dranken bij. Veel van de ambachtelijke bierbrouwerijen in de steden legden het loodje. In Vlissingen bijvoorbeeld bleven er van de tien brouwerijen nog twee over, die in 1824 fuseerden tot één bedrijf: De Meiboom.

Beijersch bier

In de loop van de negentiende eeuw werd met de toegenomen kennis van scheikunde en biologie de basis gelegd voor het moderne bierbrouwersbedrijf. Technologische vernieuwingen maakten het mogelijk een ander type bier te produceren. Het zogeheten Beijersch bier werd zeer populair. Een nieuw fenomeen deed daarbij zijn intrede: de bierhal of het bierhuis. Er kwamen bierhallen in de Zeeuwse steden en bijvoorbeeld ook in Domburg. De bierhal hield het midden tussen het café en de slijter uit onze tijd. Ook het aantal cafés nam toen overigens toe. Het café werd een plek om vrijetijd door te brengen en de stijgende inkomens van mensen lieten dat ook toe.

Bierhal van de Middelburgse bierslijter D. Bos aan de Latijnse Schoolstraat omstreeks 1880 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Prins). Ook de bottelarij was hier gevestigd.

Bierhal van de Middelburgse bierslijter D. Bos aan de Latijnse Schoolstraat omstreeks 1880 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Prins). Ook de bottelarij was hier gevestigd.

Na de introductie van het Beijersch bier werden veel bierbrouwerijen opgericht die zich toelegden op de nieuwe productiemethode. Emile van Waes bijvoorbeeld leerde het brouwersvak in Nederlandse en Duitse bierbrouwerijen en stichtte daarop een brouwerij in een oude steenfabriek in Westdorpe, die vanaf 1932 de Beiersch Bierbrouwerij Van Waes Boodts ging heten. De nieuwe generatie brouwers kreeg het echter moeilijk, voornamelijk door concurrentie van de grote spelers in het veld als Heineken en Amstel. De bierbrouwerijen verlengden hun bestaan met de productie en verkoop van limonade. Voor menige bierbrouwerij betekende de Eerste Wereldoorlog de doodsteek. Grondstoffen ontbraken, de prijzen stegen, de kwaliteit daalde en de vraag evenzeer.

Brouwerij De Meiboom in Vlissingen sloot in 1934 de deuren (ZB, Beeldbank Zeeland, foto P. Vreke).

Brouwerij De Meiboom in Vlissingen sloot in 1934 de deuren (ZB, Beeldbank Zeeland, foto P. Vreke).

Pils had in Nederland het pleit gewonnen en domineerde lange tijd de Nederlandse biermarkt. Grote bierdrinkers waren de Nederlanders in vergelijking met andere landen niet. Reden voor de brouwers om in de jaren vijftig een grote campagne over het land uit te rollen onder het motto ‘Het bier is weer best’. Die was succesvol, de consumptie van bier (of beter: pils) steeg.

Kar met Dommelsch bier in de Langeviele in Middelburg, circa 1948 (Zeeuws Archief).

Kar met Dommelsch bier in de Langeviele in Middelburg, circa 1948 (Zeeuws Archief).

Ambachtelijk en lokaal

In het midden van de jaren tachtig groeide de belangstelling voor Belgische bieren. De populariteit van deze bieren, die heel anders smaken dan pils, leidde ertoe dat Nederlandse brouwers gingen experimenteren met het brouwen van speciaalbier. De verkoop van ambachtelijk gebrouwen en/of biologische bieren nam daarna in Zeeland, evenals elders, een hoge vlucht en aan die populariteit lijkt geen einde te komen. Er worden nieuwe bierbrouwerijen opgericht, zoals in Middelburg en Goes. Speciale biertrucks verschijnen op evenementen en op culinaire festivals vormt bier een van de hoofdingrediënten. En bierbrouwers creëren bieren voor speciale gelegenheden, zoals de Vlissingen 700 bieren, die in 2015 ter ere van de 700 jaar stadsrechten van Vlissingen werden gemaakt, en de Middelburg 800 bieren bij gelegenheid van 800 jaar stadsrechten voor Middelburg in 2017. Ambachtelijk en lokaal: zo is het bier tegenwoordig weer best.

Literatuur

T. Franken en E. Hageman, Hop en gerst veredeld; de geschiedenis van bier in en rond Middelburg 1800-2000; over bierbrouwerijen, bierhandel en biercultuur, Middelburg 2011.
E. Hageman en T. Franken, Bierbrouwerij De Meiboom, in Den Spiegel 20 (2002) 1, 3-15. Ook gepubliceerd op de website vlissingendronk.nl.