Veerse kunstenaarskolonie

door Joost J. Bakker

In de negentiende eeuw ontdekten de eerste (Belgische) kunstschilders het pittoreske en verstilde stadje Veere, met zijn prachtige stadhuis en zijn imposante kerk, de kade met zijn oude koopmanshuizen en de altijd in beweging zijnde vissershaven. Al snel vestigde zich een aanzienlijk aantal kunstenaars in het stadje. Het hoogtepunt van deze internationaal georiënteerde kunstenaarskolonie lag tussen 1900 en 1940.

Internationale naam en faam

Ten onrechte is Veere aan het begin van deze 21ste eeuw zo goed als vergeten als kunstenaarskolonie. Reeds in de vijftiende eeuw was Veere een aanzienlijke en welvarende stad met een rijk kunst- en cultureel leven. De achttiende eeuw luidde het eind van deze periode in. Op het dieptepunt van het verval, zo rond 1870, openbaarden zich de eerste tekenen van herstel. Kunstenaars en kunstminnende toeristen wisten Veere opnieuw te vinden. Kort na 1890 vestigden zich weer beeldende kunstenaars in het stadje. In de periode 1890 tot 1970 hebben meer dan 650 kunstenaars, maar ook dichters, schrijvers en musici in Veere gewoond en/of gewerkt. De Veerse kunstenaarskolonie was sterk internationaal getint. Kunstenaars uit vele Europese landen, maar ook daarbuiten, maakten er deel van uit.

D.J. Koets, Gezicht op Veere (fotocollectie Joost J. Bakker).

D.J. Koets, Gezicht op Veere (fotocollectie Joost J. Bakker).

Hoewel in Veere kunstenaars van internationale naam en faam gewerkt hebben, is Veere zeker in Nederland relatief onbekend gebleven als kunstenaarskolonie. Veere had de pech in de directe nabijheid van het kunsthistorisch veel interessantere Domburg te liggen. Daar kwamen de toenmalige vernieuwers tussen 1911 en 1921 ’s zomers samen onder de bezielende leiding van Jan Th. Toorop (1858-1928).

Op een enkeling na waren de in Veere wonende/verblijvende kunstenaars van een traditionele aard. Bijna allen waren zij individualisten in hun werk, met slechts één onderlinge band: allen leden zij aan die zoete ziekte die ‘Veerisme’ heet, een ongeneeslijke verliefdheid op het stadje Veere.

M. Góth, Campveerse Toren (fotocollectie Joost J. Bakker).

M. Góth, Campveerse Toren (fotocollectie Joost J. Bakker).

Heel de wereld trekt naar Veere

De belangrijkste jaren van de Veerse kunstenaarskolonie liggen tussen 1900 en 1940, met als middelpunt in de eerste decennia van de twintigste eeuw. Het rechter pand van De Schotse Huizen, In de Struijs, werd in 1896 gekocht door de Engelse mecenas en kunstverzamelaar Albert Lionel Ochs (1857-1921). Samen met zijn dochter Alma (1889-1987) maakte hij er een ontmoetingsplek voor kunstenaars van. Zij waren samen met de bekende en gevreesde kunstcriticus Albert Ch.A. Plasschaert (1874-1941) de stuwende krachten die de Veerse kunstenaarskolonie toen nationale en internationale bekendheid gaven, door onder meer vanaf 1916 verkoopexposities in de Schotse Huizen te organiseren. Totdat Alma zich rond de Tweede Wereldoorlog terugtrok in Engeland, vormde dit deel van De Schotse Huizen een belangrijk podium waar de in Veere gevestigde kunstenaars hun werk tentoon konden stellen.

Na de Tweede Wereldoorlog zou Veere als kunstenaarscentrum blijven bestaan, met gemiddeld een tiental kunstschilders binnen haar stadsgrenzen en jaarlijks, vooral in de zomerperiode, veel passerende kunstenaars, de zogenaamde passanten, die toch eenmaal in Veere geschilderd moesten hebben. De sluiting van het Veerse Gat in april 1961, luidde langzaam maar zeker het einde van de Veerse kunstenaarskolonie in. Veere was voorgoed van haar artistieke levensader, de zee met haar eb en vloed, afgesloten. De kleurrijke vissersvloot, dagelijks een bron van inspiratie, werd vervangen door saaie recreatievaart. Samen met deze boeiende onderwerpen verdwenen ook langzaam maar zeker de kunstschilders uit het Veerse stadsbeeld. Zij kwamen ’s zomers niet meer op bezoek of vestigden zich er niet meer.

A.J. van Dijck, Veere (fotocollectie Joost J. Bakker).

A.J. van Dijck, Veere (fotocollectie Joost J. Bakker).

Met het overlijden van de Veerse Joffer Sáriká Góth (1900-1992) kwam er voorgoed een einde aan de ‘oude’ Veerse kunstenaarskolonie. Nu, aan het begin van de 21ste eeuw, wonen er weer een tiental beeldende kunstenaars binnen de oude Veerse stadsgrenzen, een hoopgevend begin voor een ‘nieuwe’ Veerse kunstenaarskolonie.

Hernieuwde aandacht

Museum Veere (locatie de Schotse Huizen) besteedt met regelmaat door middel van wisselexposities aandacht aan deze zo goed als vergeten internationale kunstenaarskolonie. Ook houdt het museum de traditie van culturele ontmoetingsplek in ere, door de huidige Veerse kunstenaars uit te nodigen hier te exposeren. Maar ook de ‘oude meesters’ vereren het museum nog regelmatig met een bezoek. Zo konden de gasten tijdens de opening van de streekdrachtexpositie in 2012 beeldend kunstenaar Wim Vaarzon Morel als vanouds zien schetsen.