Het Veerse Meer

door Jan Kuipers

In mei 1960 reed koningin Juliana in een jeep over de gloednieuwe Zandkreekdam tussen Zuid- en Noord-Beveland. De dam markeert de aanloop naar het Veerse Meer. De voltooiing daarvan vond plaats met de sluiting van de Veerse Gatdam tussen Kamperland en Vrouwenpolder in april 1961. De woelige binnenzee van Veersche Gat, Zuidvliet en Zandkreek was niet meer, het Drie-eilandenplan was voltooid. Dit plan dateerde al van vóór de Februariramp van 1953 en werd opgenomen in het Deltaplan.

Sluiting van de Veerse Gatdam, 27 april 1961 (Beeldbank Rijkswaterstaat).

Sluiting van de Veerse Gatdam, 27 april 1961 (Beeldbank Rijkswaterstaat).

Havens en aanlegplaatsen

Dankzij de twee dammen (en de Sloedam uit 1871) ontstond tussen de Oosterschelde en de Noordzee een brakwatermeer met een lengte van 22 kilometer en een breedte van 250-1500 meter. De mogelijkheden voor allerlei vormen van water- en oeverrecreatie waren direct duidelijk. Al in 1959 verscheen een ontwerp met jachthavens en watersportsteunpunten. De verwachtingen kwamen uit: jachthaven Delta Marina in Kortgene (700 ligplaatsen, één van de negen jachthavens aan het meer) hoorde binnen een decennium tot de grootste van Nederland.

Ook het historische juweel Veere leefde in toeristisch opzicht sterk op. De vissersvloot vertrok wegens de afdamming naar Colijnsplaat aan de Oosterschelde. Ook verdwenen de meeste kunstenaars, van wie er vanaf ongeveer 1890 honderden in het stadje hadden verbleven. Maar de recreatievaart zorgde met enkele jachthavens binnen en buiten het stadje voor nieuw leven. Bijkomend pluspunt: het Kanaal door Walcheren biedt via het sluizencomplex bij Veere verbinding met Westerschelde en Noordzee.

Vissersvloot op het Veersche Gat, gezien vanaf Noord-Beveland. Schilderij Jan Toorop, 1907.

Vissersvloot op het Veersche Gat, gezien vanaf Noord-Beveland. Schilderij Jan Toorop, 1907.

De watersportvoorzieningen van het meer werden uitgebreid met publieke trailerhellingen en ruim drie kilometer aanlegsteigers, nog afgezien van driehonderd meter zwemsteigers inclusief een vissteiger. Bij De Piet en Wolphaartsdijk kwamen sportvishavens, bij De Piet ook een kanohaven. Het eerste plankzeilcentrum opende in 1984 aan de Schotsman bij Kamperland.

Bos, eilanden, platen

De inrichting van het meer omvatte ook omvangrijke bosaanplant. De wandel- en bosgebieden beslaan ongeveer 265 hectare, buiten 120 hectare speel- en ligweiden.

In het meer liggen zeventien eilanden, waarvan er tien zijn opgespoten, zoals de Zandkreekplaat en de Spieringplaat. Eilanden van vóór de afdamming zijn onder meer de Haringvreter, de Middelplaten en het Aardbeieneiland. Sommige, zoals het Aardbeieneiland, ontwikkelden een bijzondere vegetatie. De tegenwoordig beboste Haringvreter dankt zijn naam aan de bijnaam van vissers voor zeehonden, die hier ooit lagen te zonnen.

Twaalf eilanden zijn vrij toegankelijk, vijf zijn speciaal voor vogels. Alleen de (wel toegankelijke) Haringvreter wordt jaarlijks bezocht door ongeveer 40.000 smienten, nonnetjes, middelste zaagbekken en brilduikers uit noord-Rusland en Scandinavië. De Middelplaten, eveneens van grote natuurwetenschappelijke waarde, zijn alleen toegankelijk tijdens excursies met gids.
Ook aan de zuidkant van de Goudplaat , bekend door zijn przewalskipaarden, ligt een natuurreservaat. Deze plaat stamt óók uit oude tijden, evenals de Schotsman. Die komt als ‘opwas’ (spontaan opgekomen eilandje) al voor op kaarten uit de zeventiende eeuw.

Gezicht op de Campveerse Toren in Veere vanaf het Veerse Meer (foto H.M.D. Dekker).

Gezicht op de Campveerse Toren in Veere vanaf het Veerse Meer (foto H.M.D. Dekker).

Problemen

Na de opheffing van recreatieschap Het Veerse Meer in 1999 voert het huidige waterschap Zeeuwse Scheldestromen het beheer. Staatsbosbeheer en de Vereniging Natuurmonumenten besturen de natuurgebieden. De belangen van beroepsvaart, landbouw, visserij en natuurbehoud spelen bij het beheer een belangrijke rol.

Aan beheerproblemen ontbrak het nooit. Het wegvallen van de getijdewerking zorgde voor gestage afkalving van de oevers. Deze is vooral bestreden met de aanleg van grinddammen. Een ander voorbeeld: extreme algengroei, vooral in de periode rond 2002/2003. Hierdoor verdween het groot zeegras vanwege aanzienlijke lichtafname. Het geïntroduceerde wild en ‘grote grazers’ zorgden ook voor moeilijkheden. Zo moesten in 2019 de wilde konikpaarden van de Goudplaat worden gehaald, omdat hun aantal te groot was geworden. Boventallige damherten op de Haringvreter zijn om dezelfde reden afgeschoten.

In 2019 en 2020 was er sprake van vissterfte in het Veerse Meer en in 2021 en 2022 was er overlast van wier. Daarnaast zijn er zorgen om zuurstofloosheid die de bodem- en waterkwaliteit niet goed doen. In 2023 werd daarom een onderzoek gedaan naar de temperatuur, het zout- en zuurstofgehalte in het meer. Op moment van schrijven is het resultaat hiervan nog niet bekend. Met behulp van de resultaten hoopt Rijkswaterstaat het Veerse Meer terug in balans te kunnen brengen.

Ook het toeristische succes van het Veerse Meer bracht schaduwzijden. De groei van verblijfsvoorzieningen, van eenvoudige campings tot luxe bungalowparken, bleek een trend die aanhoudt tot vandaag de dag. Mét de discussies over voor- en nadelen van steeds drukkere exploitatie. Rond 2010 was er bijvoorbeeld een conflict tussen bouwplannen en dagrecreatie op Oranjeplaat bij Arnemuiden. Vrij recent is het in 2017 door de gemeente Noord-Beveland getorpedeerde plan van de Zeeuwse Lagune aan de Veerse Gatdam. Hier zouden vier nieuwe eilanden met appartementen en recreatiewoningen verrijzen.

Maatregelen

Om de kwaliteit van het Veerse Meer te verbeteren zijn succesvolle maatregelen genomen. In 2004 opende Rijkswaterstaat het doorlaatmiddel ‘Katse Heule’ in de Zandkreekdam. De toevoer van zouter Oosterscheldewater door twee afsluitbare kokers bleek een ‘doorslaand succes’. Ook ontstond weer een gering getij van maximaal 12 centimeter. Een andere verbetering omstreeks 2010 was verhoging van het winterpeil tot 30 centimeter onder NAP. Behalve een beter leefklimaat voor plant en dier bracht dit een verlenging van het recreatieseizoen.

Het Veerse Meer bij de Schelphoek, Wolphaartsdijk (foto H.M.D. Dekker).

Het Veerse Meer bij de Schelphoek, Wolphaartsdijk (foto H.M.D. Dekker).

Oude droom

De verbeteringen maakten experimenten met aquacultuur mogelijk: onder meer het invangen van mosselzaad, mosselhangcultuur bij Geersdijk en de Katse Heule, oesterhangcultuur bij Veere, percelen voor kokkels en andere schelpdieren bij Kamperland. Een plan uit 1959 voor een proefbassin met oesterkweek bij de Veerse Gatdam ging destijds niet door. Na een halve eeuw werd die oude droom in andere vorm toch verwezenlijkt.