Schaalvergroting in de visserij

Van mogelijkheden tot bedreigingen

De Zeeuwse visserijsector profileerde zich in de twintigste eeuw als een moderne en specialistische bedrijfstak. De gevolgen van oorlogen en natuurrampen dwongen tot het maken van keuzes en tot schaalvergroting. Nieuwe bedreigingen leidden ook tot toenemende regulering van de sector.

De netten van de ARM-44 Neeltje Jannetje worden uitgezet in de Noordzee, 2003 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto W. Helm).

De netten van de ARM-44 Neeltje Jannetje worden uitgezet in de Noordzee, 2003 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto W. Helm).

Divers

De visserij in Zeeland handhaafde in de twintigste eeuw haar diversiteit. Zowel de visserij op de open zee als de kustvisserij, zowel vangst van rond- en platvis als mossel- en oesterteelt speelden een belangrijke rol. Bovendien werden op kleinere schaal soorten als kreeft, krab en kokkels gevangen.

Drukte bij de vismijn van Breskens, circa 1955 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto O. de Milliano).

Drukte bij de vismijn van Breskens, circa 1955 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto O. de Milliano).

Visafslag

Voor de meeste vissers waren de crisisjaren na 1929 een moeilijke tijd. Eind jaren dertig werden mede van overheidswege gemeentelijke visafslagen opgericht. Dit gebeurde in Breskens, Veere en Vlissingen. In tegenstelling tot de vismarkten en afslagen van voor die tijd zorgde een visafslag voor bemiddeling tussen visser en handelaar, door middel van een veilingsysteem. Handelaren konden de vissers nu niet meer tegen elkaar uitspelen. Bovendien konden vissers zo ook hun bijvangsten verkopen.

Op de visveiling van Vlissingen, oktober 1963. Alle aandacht gaat uit naar de veilingklok. (ZB, Beeldbank Zeeland, foto W. Helm)

Op de visveiling van Vlissingen, oktober 1963. Alle aandacht gaat uit naar de veilingklok. (ZB, Beeldbank Zeeland, foto W. Helm)

Groei

Dankzij de visafslagen herstelde de visserijsector. De Tweede Wereldoorlog betekende vanwege de grote vraag naar visproducten verdere groei, maar ook enorme risico’s en verliezen. Eind jaren veertig van de twintigste eeuw vond mede door toenemende concurrentie schaalvergroting plaats. Zowel vissershavens als -schepen werden beter toegerust en omvangrijker. Toenemende welvaart na 1950 zorgde opnieuw voor verdere groei.

Vis lossen vanuit een vissersboot (de IMCO), nog met rieten manden, 1963 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Midavaine).

Vis lossen vanuit een vissersboot (de IMCO), nog met rieten manden, 1963 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Midavaine).

Watersnoodramp en Deltaplan

De watersnoodramp van 1953 en het daaropvolgende Deltaplan, waarin ingrijpende aanpassingen in het landschap werden vastgelegd, lieten de visserijsector niet onberoerd. Door het afsluiten van de zeearmen nam het belang van de kustvisserij af.

Tijdens een excursie van leden van Provinciale Staten op de Oosterschelde voeren vele vissers actie tegen de voorgenomen afsluiting. Het is 26 augustus 1972. (ZB, Beeldbank Zeeland, foto C. Kotvis).

Tijdens een excursie van leden van Provinciale Staten op de Oosterschelde voeren vele vissers actie tegen de voorgenomen afsluiting. Het is 26 augustus 1972. (ZB, Beeldbank Zeeland, foto C. Kotvis).

Thuishavens

Ook waren praktische aanpassingen noodzakelijk. De afsluiting van het Veerse Gat in 1961 betekende het einde van Veere als vissershaven. De vissersvloot moest verhuizen. Een deel vond een ligplaats in Vlissingen, een deel in Colijnsplaat. Hieronder bevonden zich ook veel schepen van Arnemuiden. De vissersvloot van deze plaats had zich al bijna een eeuw eerder (1871) vanwege de aanleg van de Sloedam moeten verplaatsen. Vanwege het verloren gaan van visgronden en het ingesloten raken van vissershavens hadden ook andere vissers en vissersschepen vanaf 1850 een nieuwe thuishaven gekregen. Dit gold voor Clinge, Graauw, Hontenisse, Axel, Hulst en Philippine.

De vissershaven van Vlissingen (prentbriefkaart circa 1930, M. van Dintel). Veel van de (vooral Arnemuidse) vissersbootjes zijn al grotendeels van staal. Het duurt nog even voordat ze ook allemaal voorzien zijn van een motor.

De vissershaven van Vlissingen (prentbriefkaart circa 1930, M. van Dintel). Veel van de (vooral Arnemuidse) vissersbootjes zijn al grotendeels van staal. Het duurt nog even voordat ze ook allemaal voorzien zijn van een motor.

Vandaag de dag

Ongeveer vijftig vissersschepen (kotters) vertrekken nu wekelijks uit de havens van Breskens, Colijnsplaat en Vlissingen richting de Noordzee. Ze vissen daar voornamelijk op platvis als tong en schol, en in mindere mate op wijting, tarbot en kabeljauw. In Breskens en Vlissingen zijn visafslagen.

Het kweken en vangen van schelpdieren als kokkels, oesters en mosselen bezorgt de provincie al geruime tijd een goede naam. Voor wat betreft de schelpdiercultuur en -handel in Nederland is Yerseke het centrum, met de enige mosselveiling ter wereld. Daarnaast is er een actieve visserij op kreeften in de Oosterschelde, en op garnalen voor de kust en in de Westerschelde. De omvang hiervan is evenals die van de binnenvisserij op paling echter veel kleiner. Arnemuiden en Brouwershaven vormen groothandelscentra voor garnalen. In Philippine, Breskens en Vlissingen bevinden zich verwerkende bedrijven als fileer- en diepvriesbedrijven.

Streekproducten

In Zeeland verdienen nu ruim vijftienhonderd mensen de kost met visserij en aanverwante bedrijvigheid. De provincie verwerft naam met regionale specialiteiten en delicatessen, zoals Oosterscheldekreeft, kokkels en paling. Ook kweekt men met nieuwe technieken mosselen, vissen en ‘zeegroenten’ als zeekraal en zeeaster (lamsoor,) los van hun natuurlijke omgeving.

Aan boord van de ARM 44, de Neeltje Jannetje, sjouwen met kisten vis, 2003 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto W. Helm).

Aan boord van de ARM 44, de Neeltje Jannetje, sjouwen met kisten vis, 2003 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto W. Helm).

Grenzen

Door de schaalvergroting, intensievere bevissing en milieuvervuiling komen de grenzen aan de mogelijkheden van de zee in beeld.

Wetgeving speelt in de visserij een steeds grotere rol. De Europese overheid stelt vangst- of visquota vast. Er woedt een politieke strijd wie de ruimste quota krijgt en termijnen zijn bij voorkeur zo lang mogelijk. Dit alles is erop gericht de inkomens van de vissers uit de aangesloten landen te beschermen. Regelmatig ontstaat vanwege de ingrijpende maatregelen onrust.

Inspectie van gevangen vis in de koelruimte aan boord (ZB, Beeldbank Zeeland, foto W. Helm).

Inspectie van gevangen vis in de koelruimte aan boord (ZB, Beeldbank Zeeland, foto W. Helm).

Een uiterst belangrijke factor voor het voortbestaan van de visserij is het milieu. De kwaliteit van de leefomgeving van vissen en schelpdieren bepaalt in grote mate de kwaliteit en kwantiteit van de opbrengsten. Belangenbehartigers van het milieu, zoals Greenpeace en de Waddenvereniging, houden het milieu op de agenda van de politiek en visserijsector. Zij staan rigoureuze bescherming van de verschillende diersoorten voor. Zo stellen zij voor om beschermde gebieden op de Noordzee aan te wijzen, zodat bepaalde soorten zich kunnen herstellen. Ook verzetten zij zich tegen bepaalde vistechnieken zoals de boomkorvisserij. Deze manier van vissen is schadelijk voor een (ander) deel van het leven op de bodem van de zee.

Vangst en bijvangst. Tussen de vis die met de boomkor is opgehaald zitten allerlei andere dieren als zeesterren, krabben en kreeften. (ZB, Beeldbank Zeeland, foto W. Helm)

Vangst en bijvangst. Tussen de vis die met de boomkor is opgehaald zitten allerlei andere dieren als zeesterren, krabben en kreeften. (ZB, Beeldbank Zeeland, foto W. Helm)

De uitdaging voor de toekomst ligt vandaag de dag in het gelijkwaardig laten plaatsvinden van een eeuwenoude kostwinning en de bescherming van natuur- en milieuwaarden.

Lijst van Zeeuwse vissershaven en hun afkortingen

Begin twintigste eeuw stonden in 31 plaatsen in Zeeland vissersschepen geregistreerd. Dit zijn de havens en afkortingen ervan zoals gebruikt op de vissersschepen:

ARM – Arnemuiden
BR – Breskens
BH – Brouwershaven
BRU – Bruinisse
CZ – Cadzand
CLN – Clinge
CLP – Colijnsplaat
EWD – Ellewoutsdijk
GOE – Goes
GRA – Graauw
HS – Haamstede
HOE – Hoedekenskerke
HON – Hontenisse
HP – Hoofdplaat
KD – Kattendijke
KB – Krabbendijke
KN – Kruiningen
NZ – Terneuzen
OK – Ouwerkerk
PI – Philippine
RT – Retranchement
SI – Scherpenisse
PS – Sint Philipsland
SV – Stavenisse
TH – Tholen
VE – Veere
VLI – Vlissingen
WMD – Wemeldinge
Ye – Yerseke
ZM – Zaamslag
ZZ – Zierikzee

Ook fungeert een aantal havens in Zuid-Holland en Noord-Brabant als thuishaven voor Zeeuwse vissers. Dit zijn de plaatsen Bergen op Zoom, Goedereede, Klundert, Middelharnis, Melissant, Ouddorp, Stad a/h Haringvliet, Stellendam en Willemstad.

Literatuur

A.M.J. de Kraker (red.), De Westerschelde, een water zonder weerga: ontstaansgeschiedenis en kaartbeeld, havens, handel en scheepvaart, verkeer, verdronken dorpen, oorlog en verdedigingswerken, natuur en milieu en andere aspecten van de Westerschelde, Kloosterzande 2002.
Jan J.B. Kuipers, Vissend Zeeland, deel 8 in: Zeeland – van toen & nu, Zwolle 2005.
Hans Zuurdeeg, Twintig eeuwen Zeeland, de Zeeuwen en hun vissers, deel 12 in: Ach lieve tijd, Zeeland, Zwolle 1997.