Religie

De aan goden gewijde altaren, zoals die voor Nehalennia, zijn stille getuigen van het geloofsleven van mensen in de Romeinse tijd. Het christendom kwam in de zevende eeuw naar het huidige Zeeland. Vermoedelijk verloor het fors aan invloed in de tijd van de Noormannen, maar daarna verstevigde de kerk zijn greep. Er kwamen overal parochies met kerken en geestelijken om het geloofsleven van de bevolking in goede banen te leiden. Het overgrote deel van Zeeland werd met de hervorming aan het eind van de zestiende eeuw protestant. De nieuwe kerkgemeenten namen de oude katholieke kerkgebouwen in. De protestanten stelden zich tolerant op tegenover andere gelovigen als joden, doopsgezinden en katholieken. Eind achttiende eeuw volgde de politieke gelijkstelling van alle godsdiensten. Vanaf toen konden ook de andere religieuze gezindten meer naar buiten treden. De katholieken bouwden nieuwe kerken. In de protestantse kerken splitsten zich in en na de negentiende eeuw nieuwe geloofsrichtingen af. Dat werd ook zichtbaar in het straatbeeld. In veel dorpen staan daarom meerdere kerkgebouwen.