Kapel Kijckgau in Veere

door Bram Silkens

Enkele jaren terug is de Kaai in Veere opnieuw ingericht. Het is een mooie, open kade van een weids ogende haven geworden. Weinigen weten dat de kade in het verleden niet zo open was. Op verschillende plaatsen stonden aan de waterkant hele huizenblokken, bekend als de oost- en westdubbele huizen. Halverwege de Kaai, ter hoogte van het voetgangersbruggetje over de haven, stond in de middeleeuwen een kapel, genaamd Kijckgau.

Al eerder blootgelegd

De huidige Kapellestraat dankt haar naam aan deze kapel. Deze was gewijd aan Sint Paulus en kreeg waarschijnlijk haar bijnaam omdat men vanuit de kapel de ingang van de haven in de gaten kon houden. Voor de varende gemeenschap was in die tijd een behouden thuiskomst immers niet altijd vanzelfsprekend. De kapel is in 1551 afgebroken, een deel van de stenen werd hergebruikt bij de werken aan de brug. De fundamenten zijn in 1719 nog een keer blootgelegd en door een wakker persoon keurig opgemeten en op schaal getekend (september 1720).

De kapelfundering, opgemeten in 1719 (Zeeuws Archief, KZGW, Zelandia Illustrata).

De kapelfundering, opgemeten in 1719 (Zeeuws Archief, KZGW, Zelandia Illustrata).

Tegen een dijk

In 2014 kwamen de stevige fundamenten van de kapel opnieuw aan het licht, waarbij de Walcherse Archeologische Dienst (WAD) waarnemingen deed. De optekening in 1719 blijkt behoorlijk precies. De kapel had een binnenruimte van 9 bij 4,5 meter en was opgetrokken uit zware rode moppen van 25 x 12 x 5 centimeter. Het gebouw stond aan de zuidoostelijke zijde op slechts een drietal meters van de tegenoverliggende huizen en de uitgang van de Kapellestraat. Aan de noordwestkant stond de kapel tegen het buitentalud van een dijk aan. Het zal de eerste dijk als begrenzing van de Veerse haven zijn geweest.

In 2014 kwam de kapel opnieuw aan het licht (foto WAD).

In 2014 kwam de kapel opnieuw aan het licht (foto WAD).

Onbeschadigd

In latere tijd is iets naar het westen een nieuwe kade aangelegd en is de ruimte tussen de nieuwe kade en de kapelmuur met zand en klei opgevuld. De funderingen zijn verder met rust gelaten en liggen ook nu nog onbeschadigd onder de nieuwe bestrating.

Bram Silkens werkt bij de Walcherse Archeologische Dienst.