De Catharinakerk in Zoutelande
De Catharinakerk is het oudste monument van Zoutelande en bestaat al sinds 1271. Ze is gesticht vanuit het benedictinessenklooster Porta Coeli (Hemelpoort) te Werendijke en vernoemd naar Catharina van Alexandrië. Een eerste vermelding werd gevonden in een charter van 1279.
Dertiende en veertiende eeuw
Het is niet exact bekend hoe de kerk er bij de stichting uit zag. Het éénbeukige schip, vier traveeën lang, met portaal aan de zuidzijde, de armen van een transept en een driezijdig koor van drie traveeën, is veertiende-eeuws. In de noordmuur vallen zuilen op met koolbladkapitelen, natuurstenen basementen en schelbogen en overblijfselen van een zijbeuk uit de vijftiende eeuw. De kerk was toen vier keer zo groot als de hedendaagse.
Gezien de vormgeving en het gebruikte materiaal mag worden aangenomen dat de toren uit het eind van de dertiende eeuw dateert en gebouwd is bij de stichting van de kerk (1271), en daardoor het oudste deel van de kerk is. Het is een gedrongen bakstenen westtoren, bestaande uit rechthoekige, op elkaar staande, eenvoudige steunberen. De ingang is later door verstuiving bijna geheel in het zand verdwenen.
De oudst bekende afbeelding van de kerk is die op het panorama van Walcheren, onderdeel van Descriptio Zelandiae van Antoon van Wijngaerde, uit 1550. Hierop wordt de kerktoren nog bekroond met een uivormige spits. De kerk was toen al uitgebreid tot een zogenoemde hallenkerk.
Zoutelande had in de middeleeuwen, behalve landbouw ook visserij en (zee)handel als economische mogelijkheden, met een zodanig grote bevolking dat die de bouw van een kerk rechtvaardigde.
Vijftiende en zestiende eeuw
Eind vijftiende eeuw werd de kerk verbouwd tot een hallenkerk en bestond de kerk uit twee beuken met dubbel koor. Hiertoe werd de veertiende-eeuwse muur aan de noordzijde opengemaakt. De kerk werd daarmee viermaal groter in oppervlakte dan de huidige kerk. Toen in 1932 het terrein rondom de kerk werd afgegraven kwamen de fundamenten van de verdwenen delen van de kerk weer tevoorschijn.
De Tachtigjarige Oorlog is voor veel kerken op Walcheren een slechte tijd geweest, ook voor de kerk van Zoutelande. Van 1572 tot 1574 werd Middelburg, dat nog in Spaanse handen was, belegerd door Staatse troepen. Vanuit de stad werden er strooptochten ondernomen naar het platteland van Walcheren om aan voedsel te komen. Dit bracht natuurlijk gevechten met zich mee, met de nodige schade als gevolg.
In 1573 zijn de door de Beeldenstorm en oorlogsgeweld zwaar beschadigde noordbeuk en het achterliggende koor afgebroken. Dat jaar betekende ook het einde van de rooms-katholieke erediensten in de Catharinakerk.
De zuilen, nu in de huidige noordmuur bewaard gebleven, waren voorheen de ondersteuning van de draagconstructie voor de beide daken van zuid- en noordbeuk.
De toren
De uivormige spits op de toren werd in 1580 vervangen door een achtkantig dak. Reeds in 1527 was er een klok in de toren; een notarieel afschrift uit die tijd spreekt van: “Voer twaalf uren geslagen”. Naast de nodige herstellingen in 1576 vond ook de levering van “een clepel in de clocke” plaats. Deze klok is in 1662 onbruikbaar geraakt en werd omgesmolten.
De nieuwe klok die daarna geplaatst werd, doet nog altijd dienst. Door het verstuiven en verwaaien van de duinen verdween het onderste deel van de kerk en toren, en daarmee ook de oorspronkelijke ingang, bijna geheel in het zand. Daarom is er in de zuidmuur een nieuwe ingang gemaakt, die heden ten dage nog dienst doet. Overigens behoort de toren sinds de Napoleontische tijd aan de burgerlijke gemeente.
Verbouwing achttiende eeuw
Bij een grootscheepse verbouwing in 1737 is tegelijk met het toen nog bestaande zuidelijke transept van de oudste kerk ook het koor achter de zuidbeuk afgebroken en werd de huidige oostelijke kopgevel en een nieuwe noordmuur tussen de zuilen gemetseld. Deze noordmuur werd voorzien van nieuwe ramen, nu nog aanwezig. Na de ingrijpende verbouwing in 1737 kreeg de kerk, dus ook de toren, zijn huidige vorm. De volgende restauraties zijn bekend uit 1832 en 1947-1950.
De oorlogstijd (1940-1944) en daarna
Bij de bevrijding van Zoutelande werd de Catharinakerk getroffen door scherven van granaten. Het dak, steunberen en ramen zijn beschadigd en de consistorie werd totaal verwoest. Het kerkgebouw kon niet meer worden gebruikt.
In 1947 kon een begin worden gemaakt met de herstelwerkzaamheden, die werden uitgevoerd door Zoutelandse aannemers. Het dak werd geheel gesloopt, van nieuwe gebinten voorzien en opnieuw gedekt met leisteen. Er werd een nieuwe consistorie aangebouwd en in de zuidmuur werden drie mooie gebrandschilderde ramen geplaatst die door de gemeente werden geschonken.
Het interieur werd aangepast met nieuwe banken, de ruimte onder de toren werd bij de kerk betrokken om het aantal zitplaatsen uit te breiden. De orgelgalerij, die in 1929 was gebouwd, werd verkleind. Hierop werd een in de zeventiende eeuw door Thomas Weijdman gebouwd koororgel geplaatst. In 1950 is de gerestaureerde kerk weer in gebruik genomen.
21e eeuw
Bij de laatste restauratie, in 2011, werden zowel de binnen- als buitenmuren grondig gerestaureerd. In de kerk werden de vloer en het interieur vernieuwd. De grafzerken kregen een nieuwe plaats in de kerk, onder de toren en in de kerktuin. In 2012 werd een Batz-Witte orgel in gebruik genomen.
Doelstelling van de laatste restauratie was: “De kerk als monument niet aantasten, maar met nieuwe materialen komen tot een uitvoering die recht doet aan gebouw en gebruiker.” Tevens kan door deze laatste restauratie de kerk niet slechts voor kerkdiensten gebruikt worden, maar ook voor culturele evenementen in de meest brede zin. Zo kan de Catharinakerk een levend ‘hart’ van Zoutelande blijven.
In 2018 werd de kerktuin gerenoveerd, mede om als rust-, bezinnings- en ontmoetingsplek te dienen.
Bronnen
pknzoutelande.nl
ANWB
Auteur: Wim van Gorsel, 2022