Nicolauskerk in Wolphaartsdijk

De Nicolauskerk in Wolphaartsdijk heeft een bijzondere uitstraling. De kerk werd kort na 1860 gebouwd. Twee Amsterdamse architecten wonnen de prijsvraag die het kerkbestuur voor de nieuwbouw van de kerk had uitgeschreven. De ontwerpers lieten zich inspireren door de stijl waarin in die tijd zogeheten Waterstaatskerken werden gebouwd.

Zuidgevel van de Nicolauskerk (Beeldbank RCE, foto P. van Galen).

Zuidgevel van de Nicolauskerk (Beeldbank RCE, foto P. van Galen).

Het was rond vier uur ’s middags op maandag 13 mei 1861 en heel Wolphaartsdijk leek te zijn uitgelopen. Velen wilden getuige zijn van het metselen van de eerste steen voor de nieuwe kerk aan de Oostkerkestraat. Die eer viel te beurt aan Egbert Petrus Lenshoek, het tweejarige zoontje van de ambachtsheer, “die zich daarvan met het glinsterend truweeltje in de nog zwakke vingeren zeer goed kweet.”

Gedenksteen voor de bouw van de nieuwe kerk (ZB, Beeldbank Zeeland, foto C. Kotvis).

Gedenksteen voor de bouw van de nieuwe kerk (ZB, Beeldbank Zeeland, foto C. Kotvis).

Waterstaat

De Amsterdamse architecten H. Hana en J. Smits maakten het prijswinnende ontwerp voor de kerk. De bouw begon in 1861 en was in september 1862 afgerond. De kerk heeft een zuilenportiek en een fronton, waardoor hij doet denken aan de zogenoemde Waterstaatskerken. Daarmee worden de kerken bedoeld die tussen 1824 en 1875 werden gebouwd onder toezicht van ingenieurs van het Departement van Waterstaat. Ook de kunsten en architectuur vielen onder dit departement en vanwege een financiële regeling moesten de ingenieurs van Rijkswaterstaat de ontwerpen van nieuwe kerken goedkeuren dan wel toezicht houden op de bouw.

Veel ‘Waterstaatskerken’ kenmerken zich door de sobere neoclassicistische stijl, die een gevolg is van de heersende mode van die tijd. Deze stijl is bijvoorbeeld terug te zien in de toepassing van een zuilenportiek en fronton. Het aanbrengen van (wit) pleisterwerk was in deze tijd een geëigende methode om goedkope bouwmaterialen, zoals hout en baksteen, een imposantere uitstraling te geven. Dit werd bijvoorbeeld ook gedaan bij de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam, waar de houten torens zijn bedekt met een witte pleisterlaag.

Entree Nicolauskerk (foto Wikimedia, Limowreck).

Entree Nicolauskerk (foto Wikimedia, Limowreck).

Oudere kerk

De eerste kerk in Wolphaartsdijk werd gebouwd in het laatste kwart van de veertiende eeuw. Dit gebouw raakte tijdens de Beeldenstorm zwaar beschadigd. Het werd eind zestiende eeuw opgeknapt en in 1607 nogmaals vernieuwd. Eerste predikant na de Reformatie was Jan de Crekele, die in 1582 werd benoemd en die de gemeente diende tot zijn overlijden in 1590 of 1591.

De kerk had vanzelfsprekend veel onderhoud nodig. De kosten ervoor werden deels gedekt door de opbrengst van de verhuur van zitplaatsen in de kerk. Gedurende de achttiende eeuw werd de kerk meerdere malen verbouwd en verfraaid. In 1737 bijvoorbeeld, toen het gebouw werd vergroot en in de kerk behalve 110 nieuwe stoelen een ambachtsherenbank kwam te staan met houtsnijwerk, gordijntjes en kussens. In 1773 werd een gaanderij gebouwd met zitplaatsen voor mannen. Een deel van het kerkgebouw was overigens al langer ingericht als schooltje.

Plattegrond van de in 1861 afgebroken kerk met zijaanzicht van de zuidgevel (Beeldbank RCE).

Plattegrond van de in 1861 afgebroken kerk met zijaanzicht van de zuidgevel (Beeldbank RCE).

De kerkelijke gemeente in Wolphaartsdijk stond er midden negentiende eeuw financieel goed voor. Rond 1850 was er voldoende geld om het tinnen avondmaalservies te vervangen door zilveren bekers en schotels en zelfs schaften de kerkmeesters een zilveren doopbekken met deksel aan. Nog geen tien jaar later bleek uitbreiding van de kerk noodzakelijk. De gunstige financiële situatie maakte nieuwbouw mogelijk. In 1861 werden de oude kerk, toren en school afgebroken. De kerkdiensten gingen intussen door in een noodkerk achter de Lepelstraat. De sloop- en bouwwerkzaamheden kostten aan twee werklieden het leven. Een van hen werd verpletterd door een omvallende muur.

Interieur met orgel vóór de verbouwing in 2016 (Beeldbank RCE, foto P. van Galen).

Interieur met orgel vóór de verbouwing in 2016 (Beeldbank RCE, foto P. van Galen).

Orgel

In 1864 kreeg de kerk zijn eerste orgel. Het was een orgel van de orgelbouwersfirma J.C. Friedrichs, dat werd overgenomen uit de Oude Kerk in Zeist. Tijdens de bouwwerkzaamheden voor de nieuwe kerk stond het orgel opgeslagen in een schuur. Na te zijn voorzien van een grotere orgelkas werd het in de nieuwe kerk geplaatst. Het huidige orgel werd in 1904 gebouwd door de firma L. van Dam & Zonen in Leeuwarden. Het oude orgel verhuisde toen naar een kerk in Boven-Hardinxveld. Het nieuwe orgelmeubel was oorspronkelijk donkerbruin van kleur en is later wit geschilderd.

Interieur met banken zoals die tot 2016 in de kerk stonden (Beeldbank RCE, foto P. van Galen).

Interieur met banken zoals die tot 2016 in de kerk stonden (Beeldbank RCE, foto P. van Galen).

Interieur

Bij de ingebruikname in 1861 bood het kerkgebouw plaats aan 693 mensen. Het interieur van de kerk werd lange tijd bepaald door de grijsgroene banken zoals op de foto’s hierboven. In de zomer van 2016 onderging het gebouw een herinrichting onder het motto ‘Geef ruimte aan de Nicolaus’. Vrijwel alle vaste banken zijn vervangen door stoelen, waardoor het gebouw nu voor meerdere doeleinden gebruikt kan worden.

Literatuur

J. van der Baan, Wolfaartsdijk, geschetst als eiland en ambachtsheerlijkheid, als burgerlijke en kerkelijke gemeente, van de vroegste tijden tot op heden, z.pl. 1866.
Meer informatie over het orgel op de website orgelsinzeeland.nl.