Spits van de Willibrordusbasiliek
De oudste delen van de Sint-Willibrordusbasiliek in Hulst dateren uit de middeleeuwen, maar de spits oogt opvallend modern. De gestileerde engelenfiguren onder een kruis, uitgevoerd in beton, zorgden in en rond Hulst voor de nodige ophef toen ze in 1957 op de toren werden geplaatst. Sommigen vonden dat architect Jan Brouwer een veel te modern ontwerp had gemaakt, anderen prezen juist de symboliek erin.
Beschieting
Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed de toren dienst als militaire uitkijkpost van de Duitsers. Op de luidklok in de toren hadden zij de teksten ‘1940’, ‘Gott strafe England’ en een hakenkruis aangebracht. Ook elders op de luidzolder staat op een muur een Duitse tekst met hakenkruis.
Met de bedoeling de Duitse uitkijkpost onklaar te maken, beschoot het eerste regiment van de Poolse pantserdivisie – tijdens hun opmars door het oosten van Zeeuws-Vlaanderen – de kerktoren. Zo’n zeventig granaten troffen doel en de toren brandde grotendeels af. Het was 18 september 1944. Een dag later zou Hulst worden bevrijd.
Prijsvragen
Voor een nieuwe torenspits werd in 1950 een prijsvraag uitgeschreven. Drie architecten werden uitgenodigd om mee te doen. Hun ontwerpen vielen echter niet in de smaak bij de jury. In 1953 werd een nieuwe prijsvraag uitgeschreven. Er was haast bij. Brokstukken van de toren vielen regelmatig naar beneden en beschadigden het dak van het kerkkoor. Ook was de haveloze toren bepaald geen sieraad voor de stad. Men was bevreesd dat toeristen daarom weg zouden blijven.
Lovend
De nieuwe, openbare prijsvraag leverde veertig inzendingen op. Het ontwerp van de toen nog vrij onbekende architect uit Aalsmeer, Jan Brouwer, kwam als beste uit de bus. Brouwer hield niet van historiserende ontwerpen en had een eigentijdse torenspits bedacht. De jury was lovend. Ze vond dat Brouwer er in was geslaagd een “waarlijke vieringstoren” te ontwerpen. Aan de eisen die vooraf waren gesteld, zoals “evenwichtige bekroning van het monumentale kerkgebouw” en “teken van de stad in het landschap” was volgens de jury volledig voldaan.
Bouw
Nadat Brouwer zijn ontwerp nog enkele malen had moeten aanpassen, startte de bouw in 1957. De spits bestaat uit acht vrijstaande buitenkolommen en acht iets kortere binnenkolommen. De buitenkolommen zijn ongeveer 14 meter hoog. Van boven naar beneden loopt een bundel van twaalf staaldraden. De binnenkolommen zijn onderling verbonden met bronzen brugstaven. Daaraan werden de klokken van het carillon opgehangen. Beeldhouwer Willem Reijers maakte de betonnen engelenbeelden van ruim 8 meter hoog, die de toren samen met een bronzen kruis bekronen.
Eeuwig zal ik luiden
Het carillon werd vervaardigd door Klokkengieterij Petit & Fritsen uit Aarle-Rixtel. Het was, voordat het in de toren van Hulst werd gehangen, in maart 1958 te zien op de Wereldtentoonstelling in Brussel. Het bestaat uit 36 klokken. De gemeentebesturen van Clinge, Graauw, Koewacht, Sint-Jansteen, Vogelwaarde, Zuiddorpe en Hontenisse schonken elk een klok. In de bronzen klokken kwam voor elk dorp een eigen spreuk te staan. “Eeuwig zal ik luiden voor het dorpje uit het zuiden”, staat er bijvoorbeeld op de klok van Zuiddorpe.
Kritisch
‘Hulst blikt kritisch omhoog’, kopte het dagblad De Stem op 12 februari 1958. De voltooiing van het bouwwerk naderde en het werd de Hulstenaren steeds duidelijker hoe de nieuwe torenspits eruit zou komen te zien. De krant tekende reacties op van mensen op straat. Die vonden de nieuwe toren te open, te sprieterig, te wit, te modern, niet passend bij de kerk, niet bij Hulst en “niet in de harten van de bevolking die in haar herinnering nog altijd de vorige toren ziet staan”. Desondanks was de totstandkoming van de nieuwe toren in juli 1958 reden voor een driedaags feest, bedoeld voor alle inwoners van de stad.
Symboliek
Naast kritiek was er ook waardering voor het ontwerp, vooral vanwege de symboliek: vier engelen steunen een bronzen kruis en strekken de handen biddend en zegenend uit over de bewoners van Hulst en omstreken. ‘Prediker’ was het motto dat architect Jan Brouwer zijn creatie mee gaf.
Eerdere torens en spitsen
De kerktoren heeft door de eeuwen heen al vele bekroningen gehad. Deze gingen veelal door branden weer verloren, vaak als gevolg van blikseminslag. De spits die in 1944 sneuvelde, was een ontwerp van de bekende architect Pierre J.H. Cuypers. Nadat een brand de oude toren in 1876 had verwoest, ontwierp Cuypers een nieuwe neogotische bovenbouw met spits. Zijn zoon en kleinzoon restaureerden toren en kerkgebouw nog tussen 1931 en 1935. Meer dan twintig jaar later zou de toren van de inmiddels tot basiliek gewijde Sint-Willibrorduskerk een geheel ander uiterlijk krijgen.
Literatuur
K.J.J. Brand, Over de basiliek van de H. Willibrordus te Hulst en haar torens, Hulst 1994.
Ineke Pey, Torenprijsvragen in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog, in het bijzonder voor de vieringtoren van de St. Willibrordusbasiliek te Hulst, in: Jaarboek Monumentenzorg 1995; Monumenten en oorlogstijd, Zwolle/Zeist 1995, 184-201.
Ineke Pey, De St.-Willibrorduskerk te Hulst in nieuwe luister na restitutie en restauratie (1806-1958), Nijmegen 1996.
George Sponselee en Eddy Taelman, In en om de Sint-Willibrordus-basiliek te Hulst, z.pl. 1996.