Hulst

Zeeuwse stad met Vlaamse uitstraling

Veel Zeeuwse steden zijn zowel streekcentrum als marktplaats. Zo ook Hulst in Oost-Zeeuws-Vlaanderen. Hulst is wel eens de meest Vlaamse stad van Nederland genoemd, omdat ze dicht bij België ligt en er veel zuiderburen komen winkelen. Maar ook vanwege de Vlaamse uitstraling die het stadje bezit.

Grote Markt met de Sint-Willibrordusbasiliek.

Grote Markt met de Sint-Willibrordusbasiliek.

Hulst is een heel oude stad. De Vlaamse graaf Philips van den Elzas verleende al in 1180 stadsrechten. Hulst werd in 1645 definitief een deel van de Noordelijke Nederlanden. De stad is bekend vanwege haar fraaie vestingwallen en de prachtige gotische basiliek.

Stapelrecht

Sinds 1350 werden in mei en augustus jaarmarkten in Hulst gehouden. Deze droegen bij aan de bloei van de economie en gaven Hulst bekendheid als handelscentrum. Op de Grote Markt wordt nog iedere maandag- en donderdagmiddag markt gehouden. In de middeleeuwen bezat Hulst een soort stapelrecht op granen. Hierdoor waren de boeren uit het Land van Waas en het Hulster Ambacht gedwongen hun graanproducten op de Hulster weekmarkt te koop aan te bieden. Dat is nu echter allang niet meer het geval. Wel bezoeken Zeeuws-Vlamingen en Belgen er nog graag de markt en gaan ze er graag winkelen.

Grote Markt, prentbriefkaart, circa 1905 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Grote Markt, prentbriefkaart, circa 1905 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Gouvernementshuis

Aan de Grote Markt van Hulst bevinden zich diverse monumenten, zoals het zestiende-eeuwse stadhuis en het Gouvernementshuis (Grote Markt 24). Dit van oorsprong middeleeuwse pand was eigendom van het kapittel van Kortrijk en heette Rijckenborgh. De besturen van de stad en het ambacht Hulst kochten het pand in 1641 aan als onderkomen voor de (Spaanse) garnizoenscommandant. Na de verovering van Hulst door Frederik Hendrik werd het gebouw in gebruik genomen als huis van gouverneur graaf Hendrik van Nassau Siegen. Tot 1794 bleef het in gebruik als gouvernements- en commandementsgebouw. De officieren die er verbleven, woonden het pand volledig uit. In 1815 kocht notaris Willem Seydlitz het gouvernementshuis, dat op dat moment niet meer dan een bouwval was. Hij liet het huis opknappen. Het kreeg omstreeks 1840 het uiterlijk, met een gepleisterde gevel, dat het thans nog bezit.

Sint-Willibrordusbasiliek

Het stadsgezicht van Hulst wordt in hoge mate bepaald door de betonnen bekroning van de kerktoren. Met de bouw van de kerk werd in de dertiende eeuw begonnen, maar daaraan herinnert nu niets meer. De oudste delen van het huidige gebouw stammen uit de eerste helft van de vijftiende eeuw. De kerk, die werd gebouwd in gotische stijl, was in 1564 klaar. Daarna volgden overigens nog veel restauraties.

Interieur van de basiliek, 2013 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto S. Jasperse).

Interieur van de basiliek, 2013 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto S. Jasperse).

Toen Hulst in 1645 deel ging uitmaken van de Noordelijke Nederlanden werd de kerk, die tot die tijd in gebruik was bij de katholieken, toegewezen aan de protestanten. Begin negentiende eeuw werd het de katholieken weer toegestaan om er missen te vieren. Dat deden ze in de wandelkerk, terwijl de protestanten het overige deel van de kerk in gebruik hadden. Meer dan 120 jaar zou de kerk als ‘simultaankerk’ voor zowel protestanten als katholieken fungeren. In 1929 verkocht de hervormde kerk haar deel van het gebouw, dat veel te groot voor de hervormde gemeente was, aan de katholieken. Er volgde een grootscheepse restauratie. In 1935 verleende de paus de kerk de titel ‘basiliek’.

Sint-Willibrordusbasiliek (ZB, Beeldbank Zeeland, foto S. Jasperse).

Sint-Willibrordusbasiliek (ZB, Beeldbank Zeeland, foto S. Jasperse).

Prediker

Een dag voor de bevrijding in 1944 schoten de Engelsen de kerktoren kapot, omdat de Duitsers hem als uitkijkpost gebruikten. In 1950 werd een prijsvraag uitgeschreven voor het ontwerp van een nieuwe toren. Winnaar was de architect Jan Brouwer, die een moderne creatie had gemaakt, onder de naam ‘Prediker’. Het ontwerp, met gestileerde engelenfiguren onder een kruis, dat in beton werd uitgevoerd, ontmoette felle tegenstand, al waren anderen juist weer gecharmeerd van de symboliek erin.

Reynaert

Hulst noemt zich ook wel Reynaertstad, omdat de geschiedenis van de sluwe vos Reynaert uit het gelijknamige middeleeuwse dierenepos er in de omgeving gespeeld zou hebben. Er bestaan diverse Reynaertverhalen. Het oudste is Ysengrinus, vermoedelijk te Gent geschreven (omstreeks 1148-1153). Al spoedig kwamen er daarna meer werken waarin de sluwe vos een hoofdrol speelt.

Werkzaamheden aan het monument voor de vos Reynaert, circa 1960 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Midavaine).

Werkzaamheden aan het monument voor de vos Reynaert, circa 1960 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto J. Midavaine).

Van toon zijn ze nogal ongelijk: er zijn spotverhalen, satire en parodie (waarin de geestelijke en wereldlijke overheid op de hak worden genomen), maar ook louter komische verhalen. Noord-Frankrijk, Vlaanderen en Duitsland vormen het kerngebied van deze verhalen. Een aantal scènes is gesitueerd in het Land van Waas èn het Land van Hulst (onder andere het bos Hulsterloo). Sinds 1938 heeft Hulst een beeld van Reynaert, ontworpen door A. Damen, net buiten de Gentsepoort.

Opvoering van een speciaal Reynaertspel tijdens de Volksfeesten in 1956 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Opvoering van een speciaal Reynaertspel tijdens de Volksfeesten in 1956 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Literatuur

Jeanine Dekker, Gelovend Zeeland, deel 4 in de serie Zeeland van toen & nu, Zwolle 2005.
Peter Sijnke, Stedelijk Zeeland, deel 12 in de serie Zeeland van toen & nu, Zwolle 2005.