De Hattinga’s, kaartenmakers in Zeeland

Telgen van de familie Hattinga zijn predikanten, geneesheren, bestuurders maar vooral kaartenmakers. Door zijn huwelijk met een Zeeuwse komt de van oorsprong Friese stamvader Abdias in Staats-Vlaanderen terecht. Deze wonderlijke man is predikant en erg geïnteresseerd in bedijken en alles wat daarbij hoort. Daarmee plant hij de kiem voor twee generaties van cartografen, zijn zoon Willem Tiberius en kleinzoons Anthony en David.

Dit drietal neemt in de geschiedenis van de achttiende-eeuwse Nederlandse cartografie een eigen plaats in. In de jaren veertig en vijftig van die eeuw stellen ze vier atlassen samen met 649 kaarten van de grensprovincies volgens een bepaalde standaard. Het drietal tekent ook grote wandkaarten en David legt in vele honderden kaarten het achttiende-eeuwse landschap van het oosten van het huidige Zeeuws-Vlaanderen vast.

'Kaarte van Zeeland en der selver stroomen', David en Anthony Hattinga, 1753 (Zeeuws Archief).

‘Kaarte van Zeeland en der selver stroomen’, David en Anthony Hattinga, 1753 (Zeeuws Archief).

Abdias, predikant te Sluis

In 1702 arriveert Abdias Hattinga met vrouw Maria Thielenius en vier kinderen na een lange reis vanuit het Groningse Leek in Sluis. Dankzij de familieconnecties van zijn vrouw wordt Abdias er beroepen in de Sint-Janskerk. Maria stamt via haar moeder af van het Zeeuwse geslacht De Jonge van Bruinisse. Abdias is geen gemakkelijk heerschap. Jarenlang maakt hij verbeten ruzie met zijn collega Van Leeuwen. Anderzijds zet hij zich ten volle in voor de gemeenschap. Door zijn bemoeienissen lukt het om het in 1708 in brand gestoken kerkje van Waterlandkerkje te herbouwen. Hij is geïnteresseerd in inpolderen, grondbezit en het beheer ervan en steekt daar veel geld in. Als dominee en echtgenoot van een dame van hoge afkomst is hij zich zeer bewust van zijn stand. De schulden blijven zich opstapelen. Hij zet zich in voor een Zeeuws-Russisch-West-Indische Compagnie en maakt daartoe in 1723/1724 een reis naar Rusland. Dat loopt uit op een fiasco en brengt hem in plaats van de begeerde rijkdom en roem nog meer schulden.

Willem Tiberius, geneesheer, cartograaf en bestuurder

De enige zoon van Abdias studeert geneeskunde in Leiden onder Herman Boerhaave. Zijn proefschrift behandelt de in 1720 te Marseille uitgebroken pestepidemie. Na zijn studie komt hij als legerdokter terecht op fort Lillo. Hij trouwt er met domineesdochter Anna Maria Coutry. Ze krijgen vier kinderen waarvan David en Anthony overleven. Te Lillo vergaart hij diverse bestuursfunctie en in zijn vrije tijd houdt hij zich bezig met het (over)tekenen van kaarten. Dat wordt opgemerkt waarna enkele kleine opdrachten volgen. In 1741 verhuist de familie naar Tholen en daar begint de cartografische bloeiperiode. Na zijn verhuizing naar Hulst in 1748 laat hij het meeste cartografische werk aan zijn zoons over. Zelf stort de dokter zich op bestuurstaken in Hulst en Hulsterambacht. Tot drie maal toe is hij burgemeester van Hulst. Een van zijn wapenfeiten is de samenstelling van een uitgebreid grafboek met kaarten van de vloer van de Sint-Willibrorduskerk.

'Kaart van het eiland Walcheren', David en Anthony Hattinga, 1753 (ZB, Beeldbank Zeeland).

‘Kaart van het eiland Walcheren’, David en Anthony Hattinga, 1753 (ZB, Beeldbank Zeeland).

De Hattinga-atlassen

Het cartografisch werk groeit in de loop van de jaren 1740 en 1750 uit tot een familieonderneming met personeel in dienst. Dat het zover komt, is voor een belangrijk deel te danken aan het zakelijk instinct van Willem Tiberius. Maar het  is ook een gevolg van de toenmalige politieke situatie. Als tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog in 1744 de Franse troepen van Lodewijk XV de zuidelijke Nederlanden binnenvallen, bestaat er bij de landsregering een dringende behoefte aan hedendaags, betrouwbaar kaartmateriaal. Willem Tiberius kan daarin voorzien en na de presentatie van zijn Kaart van Staats-Vlaanderen weet hij door telkens handig in te spelen op de situatie meer regeringsopdrachten binnen te slepen. Hij moet een inventaris opmaken van de collecties van de Staten Generaal, de Zeeuwse Staten en de stadhouder. Uit deze verzamelingen kopieert hij talloze kaarten die hij opneemt in zijn atlassen.

Hattinga en de stadhouder

Na een eerste kennismaking groeit er een persoonlijke relatie met erfstadhouder prins Willem IV. De prins ziet het belang in van een gestandaardiseerde kartering. David en Anthony worden bij de genie ingelijfd en krijgen van de prins de ene na de andere opdracht. Een ervan is het opmeten van Zeeland. Dit resulteert in de atlas van Zeeland, die hun vader in 1752 opdraagt aan Anna van Hannover, de echtgenote van de dan inmiddels overleden prins Willem. Ditmaal werkt de verkoopstrategie niet en er volgen geen opdrachten meer. De hertog van Brunswijck, die voogd is over de nog jonge Willem V, moet weinig van de Hattinga’s hebben. Bovendien is men de oorlog alweer vergeten. De Hattinga’s hebben echter de handen vol aan het afwerken van alle opdrachten. Van de vier atlassen vinden diverse kopieën hun weg. De originelen worden uiteindelijk in 1786 gekocht door stadhouder prins Willem V voor zijn zoon Frederik. Lang zal die er niet van kunnen genieten want in 1796 voeren de Fransen ze naar Parijs als oorlogsbuit. Na de val van Napoleon in 1815, verdwijnen ze uit het zicht.

Portret van Anna en Elisabeth, zusjes van Willem Tiberius Hattinga, geschilderd door W. Arentsen in 1701 (Museum Hulst).

Portret van Anna en Elisabeth, zusjes van Willem Tiberius Hattinga, geschilderd door W. Arentsen in 1701 (Museum Hulst).

Anthony Hattinga

Gedurende zijn militaire loopbaan ontpopt Anthony zich als de assistent van zijn oudere broer David. In 1768 neemt hij ontslag en verhuist naar Lillo. Daar heeft hij enkele functies bemachtigd en zijn cartografische productie stokt. Zijn huwelijk met Amarentia van Ruelo uit Den Bosch blijft kinderloos.

David Hattinga in Hulsterambacht

Tot 1753 ligt David Hattinga in het garnizoen van Hulst. Twee jaar later solliciteert hij als landmeter bij de Sociëteit van Berbice. Zijn doel is om als landmeter een kapitaal te vergaren, een plantage te kopen, een goede partij te trouwen en zijn leven als planter te slijten. Met uitzondering van het huwelijk mislukt dit en hij keert in 1763 als een berooid man terug. Hij vestigt zich als landmeter in Hulst. De rest van zijn leven is hij bijzonder actief met het doen van opmetingen, het tekenen van kaarten en het samenstellen van everingboeken. Uit zijn huwelijk met het hugenotenmeisje Christine Suzanne Gaillard wordt een dochter geboren, Anna Wilhelmina. Zij zal met de uit Utrecht afkomstige Jan Wormerus Raven trouwen. Hun oudste zoon Willem Cornelis Hattinga Raven is de stamvader van de huidige generaties Hattinga.

Tip: kijk ook eens in het Geoloket van Provincie Zeeland. Deze online kaartenbank bevat allerlei soorten bijzondere kaarten van het grondgebied van Zeeland, waaronder kaarten die zijn gemaakt door de Hattinga’s.

Literatuur

M.A. Buise (eindred.), De Hattinga’s; predikanten, geneesheren, bestuurders en vooral kaartenmakers, hun geschiedenis en betekenis voor Hulst en Hulsterambacht, Hulst 2015.