Reynaert de vos
De vertelling over de sluwe vos Reynaert is een satirisch dierenverhaal, waarin de middeleeuwse samenleving een spiegel wordt voorgehouden. Het is een van de vroegste werken die in de volkstaal werden geschreven. In het verhaal zijn plekken in de omgeving van Hulst herkenbaar. De stad noemt zich dan ook de Reynaertstad.
Volkstaal
In de dertiende eeuw werden in de Lage Landen steeds meer teksten in de volkstaal, het Nederlands, geschreven. Tot die tijd was Latijn de gangbare schrijftaal. Het Nederlands werd in die tijd Diets genoemd en bestond uit een groep onderling verwante dialecten, die zich vanaf de zevende eeuw waren gaan onderscheiden van de dialecten van het Hoogduits. De volkstaal raakte in de dertiende eeuw in gebruik voor geschreven teksten in het bestuur en de rechtspraak en in de literatuur.
‘Willem die Madocke makede’
Ook Willem, de schrijver van Van den vos Reynaerde, schreef in het Nederlands. Hij noemde zichzelf ‘Willem die Madocke makede’, waarmee hij verwees naar een eerder werk van zijn hand, dat overigens niet bewaard is gebleven. Van den vos Reynaerde is een vrije bewerking van de populaire Franse verhalen over de vos Renart. Zoals ook andere schrijvers in deze tijd deden, schreef Willem het verhaal in dichtvorm, zodat het gemakkelijk kon worden voorgedragen.
Het verhaal
In het dierenrijk houdt koning Nobel hofdag. Bijna alle dieren klagen over de kwaadaardige streken van Reynaert de vos. Bruun de beer en Tibeert de kater worden er na elkaar op uitgestuurd om de vos te dagvaarden, maar deze zet hen dat lelijk betaald. Grimbeert de das lukt het wel om Reynaert aan het hof voorgeleid te krijgen. De vos wordt ter dood veroordeeld. Terwijl Bruun, Tibeert en Isengrijn de wolf de galg al oprichten, weet de listige Reynaert koning Nobel met een subliem verhaal te overtuigen – ten onrechte! – van zijn onschuld en wijst hij juist Bruun, Tibeert en Isengrijn aan als degenen die straf verdienen. Als hij dan ook nog een schat ter sprake brengt, gaan de koning en koningin overstag. Reynaert wordt vrijgesproken. Maar weldra maakt de wrede vos nieuwe slachtoffers en blijven koning Nobel en zijn hof verslagen achter.
Satire
Van den Vos Reynaerde is een satire, die de middeleeuwse samenleving, met name de omgeving van de vorst, een spiegel voorhoudt. De vertelling laat zien dat hebzucht en eigenbelang de vijanden zijn van rechtvaardigheid, rechtszekerheid en hoofse beschaving. Maar het verhaal erkent ook hoe belangrijk formele rechtsregels en de principes van ‘vrede’ en ‘zoen’ zijn.
Locaties
Hoewel het verhaal fantasie is, zijn sommige locaties erin terug te voeren op bestaande plekken. Diverse plaatsen ten noorden van Gent, in het Waasland en in Hulsterambacht komen er in voor, waaronder Hulsterlo (Nieuw-Namen), Absdale (ten westen van Hulst) en Elmare, de uithof van de Sint-Pietersabdij ten zuiden van IJzendijke. Het is duidelijk dat de schrijver dit gebied goed kende. Hij was vermoedelijk zelf afkomstig uit het gebied tussen Gent en Saeftinghe. Dat blijkt ook uit de Oost-Vlaamse kenmerken van zijn taalgebruik.
Het Zeeuws
Het verhaal van Reynaert is veruit het bekendste uit die periode, maar niet het enige werk dat toen in de volkstaal werd geschreven. Ook andere schrijvers deden dat. Onder hen Melis Stoke, Diederik van Assenede en Jacob van Maerlant. De laatste was omstreeks 1230 in de omgeving van Brugge geboren en als schrijver werkzaam in Brielle en Damme (Vlaanderen). Hij had nauwe banden met Zeeland en droeg zijn historische werken op aan de op dat moment regerende graven van Zeeland. Van Maerlant was degene die voor het eerst het dialect Zeeuws benoemde. Hij deed dat in zijn Sinte Franciscus leven, dat omstreeks 1275 verscheen:
Men moet om de rime souken
Misselike tonghe in boucken:
Duuts, Dietsch, Brabants, Vlaemsch, Zeeus,
Walsch, Latijn, Griex ende Hebreeus.
Reynaertstad
Hulst koestert sinds begin twintigste eeuw zijn plaats in het Reynaertverhaal. Er werden heel wat studies naar de situering verricht en de connectie werd ook op cultureel gebied uitgebuit. Sinds 1938 staat in Hulst een beeld van Reynaert, ontworpen door Anton Damen. Eerst op de Markt, in 1945 werd het verplaatst naar net buiten de Gentsepoort.
In 1937 werd in Hulst de eerste toneelvoorstelling over het Reynaertverhaal opgevoerd. In de jaren vijftig en zestig werden in optochten taferelen uit het Reynaertverhaal uitgebeeld. In de jaren tachtig keerden de Reynaert Ommeganck en openluchtspelen terug.
Bij de basiliek op de Grote Markt kwam de beeldengroep ‘Als de vos de passie preekt’ van de Belgische beeldhouwer Chris Ferket. Gebouwen en straten in Hulst dragen namen die verwijzen naar de Reynaertvertelling. En de gemeente telt drie Reynaert-zitbanken. Die staan op plekken die in het verhaal voorkomen: aan de rand van Nieuw-Namen, in Absdale en aan de Kreekzoom te Hulst.
Literatuur
Peter Henderikx, Schriftcultuur: lezen en schrijven, in: Paul Brusse en Peter Henderikx (red.), Geschiedenis van Zeeland, deel 1: Prehistorie – 1550, Utrecht/Zwolle 2012.