Verdronken Bommenede: duiken naar een dorp

Verhalen Erfgoed Zeeland

Het vroege Bommenede was een eiland dat in 1165 voor het eerst wordt vermeld als insula Bomne. Het was toen in bezit van de Cisterciënzer abdij Ter Duinen uit Koksijde in Vlaanderen. Rond 1175 werd Bommenede overgedragen aan de dochterabdij Ter Doest in het Vlaamse Lissewege. Ter Doest stichtte op Bommenede een uithof.

Ligging van Bommenede ten oosten van Brouwershaven op de Visscher-Romankaart van Zeeland uit 1655 (Visscher-Romankaart van Zeeland 1973).

Ligging van Bommenede ten oosten van Brouwershaven op de Visscher-Romankaart van Zeeland uit 1655 (Visscher-Romankaart van Zeeland 1973).

Bedreigingen door het water

Stormvloeden van 1469, 1470, 1530, 1532 en 1565 zorgden telkenmale voor overstromingen met grote schade, maar de plaats handhaafde zich. Scheepvaart en visserij zorgden voor welvaart en er kwam een haven met twee havenhoofden. Na het herstel van de schade van de Allerheiligenvloed uit 1570 werd in Bommenede, door zijn strategische ligging op de plaats waar drie dijken bijeenkwamen, in 1573 een versterking met bastions aangelegd. In 1575 werd de fortificatie belegerd en veroverd door de Spanjaarden onder aanvoering van Mondragon. De vestingwerken zijn vanaf 1587 hersteld.

De laatste aanval van het water kwam in de zeventiende eeuw omdat door de oprukkende stroom de zeedijken werden ondermijnd. Massieve dijkdoorbraken luidden in 1682 het einde van het dorp in. Bij herdijking vanaf 1687 werd de locatie van het dorp, waar huizen en kerk al waren afgebroken, niet meer ingedijkt.

Prent van de Spaanse aanval op Bommenede in 1575 (Zeeuws Archief, KZGW, Zelandia Illustrata III, 66).

Prent van de Spaanse aanval op Bommenede in 1575 (Zeeuws Archief, KZGW, Zelandia Illustrata III, 66).

Selnering

Grote delen van het eiland werden gemoerneerd voor de selnering, de productie van zout uit verzilt veen. Door het uitgraven van het veen nam de dreiging van het water allengs toe en Ter Doest wilde het eiland al gauw van de hand doen. Verpachting aan boeren bleek de oplossing, evenals schenkingen van de heren van Voorne in 1226 en 1237 om de monniken te verleiden te blijven en voor het onderhoud van de bedreigde dijken te zorgen. De belangrijkste bron van bestaan was de schapenteelt. In 1314 verkocht Ter Doest zijn bezittingen op Bommenede.

Nieuwe bedijking

In de loop van de veertiende eeuw nam de zee Bommenede weer in bezit. De ontstane schorren en slikken van Bommenede werden in 1412 gekocht door Jan van IJsselsteijn en door diens zoon bedijkt en aan Schouwen-Duiveland toegevoegd. De parochie Bommenede, met een aan St. Catharina gewijde kerk, wordt voor het eerst vermeld in 1443. De plaats lag ten oosten van Brouwershaven, dat toen al een stad was.

Duikonderzoek aan de resten van het havenhoofd van de haven van verdronken Bommenede (Fred Talle, Stichting Divem et Emergo). Op de voorgrond en aan de linkerzijde is de fundering van stortsteen, gelegen op zinkstukken, zichtbaar. 

Duikonderzoek aan de resten van het havenhoofd van de haven van verdronken Bommenede (Fred Talle, Stichting Divem et Emergo). Op de voorgrond en aan de linkerzijde is de fundering van stortsteen, gelegen op zinkstukken, zichtbaar. 

Onderwaterarcheologie

Met toestemming van het toenmalige ministerie van WVC werd van 1992 tot 1995 duikonderzoek uitgevoerd door amateur-onderwaterarcheologen van de speciaal voor het project opgerichte stichting Divem et Emergo. Helaas zijn de resultaten van het duikproject voor wat betreft de archeologie mager. Het enige gevonden spoor betreft resten van een van de voormalige havenhoofden van Bommenede. Hiervan is nu nog de fundering in de vorm van een verhoging op de bodem van het Grevelingenmeer zichtbaar. De fundering bestaat uit één of meer zinkstukken van rijshout met daarop stortsteen. Verder zijn een aantal fragmenten rood aardewerk geborgen, daterend uit de eerste helft van de zestiende eeuw.

Detailopname van rijshout en stortsteen van het havenhoofd van het verdronken Bommenede tijdens het duikonderzoek (Fred Talle, Stichting Divem et Emergo).

Detailopname van rijshout en stortsteen van het havenhoofd van het verdronken Bommenede tijdens het duikonderzoek (Fred Talle, Stichting Divem et Emergo).

Vaargeul

Het vermoeden is echter dat van het verdronken Bommenede niet veel anders meer zal resten. Het lijkt er op dat een groot deel van de overblijfselen in de jaren zestig van de vorige eeuw door Rijkswaterstaat is weggebaggerd voor de aanleg van een vaargeul om de caissons van de Brouwersdam zonder omwegen te kunnen verslepen van het bouwdok Bommenede naar het Brouwershavense Gat.

Literatuur

Marion Burger, De geschiedenis van een dorp onderwater bovenwater, z.p. 1995.
Jan J.B. Kuipers (eindred.), Sluimerend in slik; verdronken dorpen en verdronken land in zuidwest Nederland, Middelburg/Vlissingen 2004.

Fragment van een groot bord van roodbakkend aardewerk met spiegel versierd met witte slip en koperoxideglazuur uit het duikonderzoek van het verdronken Bommenede, datering 1500-1550 (Erfgoed Zeeland).

Fragment van een groot bord van roodbakkend aardewerk met spiegel versierd met witte slip en koperoxideglazuur uit het duikonderzoek van het verdronken Bommenede, datering 1500-1550 (Erfgoed Zeeland).