Vergissingsbombardement wordt familie fataal

In de nacht van 29 op 30 april 1917 gooide de piloot van een Engels vliegtuig abusievelijk zes bommen op Zierikzee. Drie personen kwamen om het leven en tal van inwoners raakten gewond en/of dakloos. Het vergissingsbombardement op Zierikzee maakte duidelijk dat de Eerste Wereldoorlog voor Zeeland niet zonder gevolgen zou blijven.

Verwoesting na het bombardement in de binnenstad van Zierikzee. Sint-Domusstraat op een prentbriefkaart (ZB, Beeldbank Zeeland).

Verwoesting na het bombardement in de binnenstad van Zierikzee. Sint-Domusstraat op een prentbriefkaart (ZB, Beeldbank Zeeland).

Neutraal

Nederland was neutraal in de Eerste Wereldoorlog maar een grensprovincie als Zeeland kreeg op allerlei manieren toch met de oorlog te maken. Verscheidene plaatsen werden bijvoorbeeld getroffen door bommen die bij vergissing door de geallieerde of Duitse strijdmacht werden gegooid. Zierikzee werd daardoor als eerste stad in Zeeland getroffen. En voor het eerst in Nederland waren daarbij ook doden te betreuren.

Bommen

Even voor half drie in de vroege ochtend van 30 april 1917 vloog een op dat moment onbekend vliegtuig over Zierikzee en liet boven de stad zes bommen vallen. Vier ervan kwamen terecht in de binnenstad, twee net buiten de stad. De eerste bom viel in de buurt van de Oude Haven op een huis, de tweede een aantal huizen verderop. De derde bom was de meest vernietigende. Deze trof een huis in de Sint-Domusstraat en doodde het echtpaar Leijdekkers en hun pleegkind, die daar woonden. De vierde bom sloeg in een pakhuis aan de Molenstraat in, waar brand uitbrak. Ook omliggende huizen werden hierdoor beschadigd. De twee bommen buiten de stad vielen bij de zoutkeet en de gasfabriek, waar het recent gerestaureerde huis van de directeur zwaar beschadigd werd. Ook de zoutkeet liep grote schade op.

Ravage

In de binnenstad was het een ravage. Vooral het zuidoostelijke deel van de stad (het gebied vanaf de Havenbrug tot aan de Nieuwstraat) was getroffen. Het gedreun van de neerkomende bommen was zo hevig geweest dat in tal van straten de ruiten van huizen waren gesprongen. Glasscherven lagen overal. Telefoondraden waren afgeknapt, kapok van beddengoed hing aan de kabels. Families trokken rond “beladen met bedden, dekens en alles wat zij in hun verbouwereerdheid in handen hebben gekregen” op zoek naar onderdak. Aldus het verslag van de Middelburgsche Courant.

Mensen poseren bij getroffen huizen, 1917 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Mensen poseren bij getroffen huizen, 1917 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Slachtoffers

Gareelmaker Walterus Leijdekkers woonde met zijn vrouw, Cornelia Jacoba Hage, en pleegkind in een klein huisje aan de Sint-Domusstraat 112. Dit huisje werd voluit geraakt. Geen van de drie overleefde de inslag. Als gruwelijk detail meldden kranten dat ledematen van de slachtoffers tientallen meters ver weg geslingerd waren. Dat het oorlogsgeweld Leijdekkers trof was eens te meer een bitter gegeven omdat hij eerder vanwege het geweld tijdens de Boerenoorlog uit Zuid-Afrika was gevlucht. Leijdekkers en zijn neefje werden begraven op de R.K.-begraafplaats in Zierikzee. Leijdekkers’ vrouw, die Nederlands Hervormd was, werd begraven op de algemene begraafplaats.

Een inwoner van Zierikzee verrichtte een heldendaad door de gezusters Douw uit hun huis in de Molenstraat te redden. Toen hij zag dat er in het huis daarnaast brand was uitgebroken, sprong de heer Rommens over de muren en droeg de oudjes naar buiten. Het gezin Tromp, dat met 8 kinderen in het huis woonde waar de brand uitbrak, was hun woning al ontvlucht.

Het vernielde huis in de Sint-Domusstraat op een prentbriefkaart (ZB, Beeldbank Zeeland).

Het vernielde huis in de Sint-Domusstraat op een prentbriefkaart (ZB, Beeldbank Zeeland).

Opvang en nasleep

Getroffenen konden terecht in een noodopvang en er werd voedsel voor hen geregeld. Velen waren niet verzekerd. De ramp trok veel belangstelling in de pers en nieuwsgierigen reisden naar Zierikzee om de puinhopen met eigen ogen te aanschouwen. Uit het hele land stroomden giften binnen. Op 12 augustus vond een liefdadigheidsconcert plaats, waarvan de opbrengst ten goede kwam aan de ouders van de overledenen. Overigens pikten ook anderen een graantje mee van de ramp. Een uitgever liet ansichtkaarten van de puinhopen maken en een firma prees in een krantenadvertentie onder verwijzing naar de ramp zijn brandkasten aan.

Advertentie Zierikzeesche Nieuwsbode 4 mei 1917 (ZB, Krantenbank Zeeland).

Advertentie Zierikzeesche Nieuwsbode 4 mei 1917 (ZB, Krantenbank Zeeland).

Vergissing

Meteen werd gegist over de ware toedracht van de catastrofe. Was het een Duits of Engels vliegtuig geweest? Was het een ongeluk dat te vermijden was geweest? Uit de bomscherven maakten experts op dat het om een Engels toestel ging. De Nederlandse regering sprak de Britse regering er op aan, maar die ontkende aanvankelijk elke betrokkenheid. Uiteindelijk erkende Engeland toch schuld. Nederland ontving in mei 1918 een schadevergoeding van 120.000 gulden. De piloot van het toestel was die nacht met een aantal anderen vertrokken uit Engeland om Duitse onderzeeërs in Zeebrugge te bombarderen. Onderweg was hij van de route afgeweken, verdwaald en had hij Zierikzee aangezien voor Zeebrugge, waarna hij de zes bommen had laten vallen.

Voor Zeeland zou het niet bij dit ene vergissingsbombardement blijven. Zowel Britse als Duitse vliegtuigen schonden veelvuldig het luchtruim. Vooral Zeeuws-Vlaanderen werd in 1917 en 1918 zwaar getroffen door nieuwe bombardementen van de Engelsen.

Over de rampzalige nacht in Zierikzee zijn meerdere liedjes geschreven. Ook zo bleven deze gebeurtenissen in de herinnering bewaard. Een ervan, gezongen door Catharina Antheunisse-van Dommelen en in 1967 opgenomen door radiomaker Ate Doornbosch, is te horen in de Liederenbank van het Meertens Instituut.

Bronnen

ZB, Krantenbank Zeeland