Belgen in Bruinisse in 1915

Verhalen Huib Uil

Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werden ook in Bruinisse Belgische vluchtelingen opgevangen. Het meeleven met onze zuiderburen was groot toen hun land onder de voet werd gelopen door de Duitse troepen. Een grote vluchtelingenstroom kwam op gang richting Nederland. Ook Bruinisse bereidde hen een gastvrij welkom. Nadat ze vertrokken waren, kreeg Bruinisse honderd jaar geleden onverwacht een nieuwe groep Belgen.

Onderdak

Op Schouwen-Duiveland arriveerden de meeste Belgische vluchtelingen in Zierikzee. Hun aantal was te groot om alleen in die stad op te vangen. Op 8 oktober 1914 stuurde de Commissaris der Koningin in Zeeland, mr. H.J. Dijckmeester, een telegram aan de burgemeester van Bruinisse met de volgende inhoud: ‘Sein mij onmiddellijk of te Uwent in openbare handels of andere gebouwen gelegenheid bestaat om Belgische vluchtelingen tijdelijk onderdak te brengen en voor hoeveel personen; kosten vergoedt het Rijk’.

De Belgische vluchtelingen in Zierikzee woonden onder meer in houten huisjes op een terrein buiten de Zuidhavenpoort (Zeeuws Archief, Beeldcollectie Schouwen-Duiveland).

De Belgische vluchtelingen in Zierikzee woonden onder meer in houten huisjes op een terrein buiten de Zuidhavenpoort (Zeeuws Archief, Beeldcollectie Schouwen-Duiveland).

Burgemeester S. Hage reageerde positief. Op 10 oktober arriveerden ongeveer 25 vluchtelingen die door burgers, die zich aanboden, werden opgenomen in hun huizen terwijl een deel voorlopig in logementen werd ondergebracht. Een dag later volgden 60 vluchtelingen, die een onderkomen kregen in een leegstaande herberg, die gratis ter beschikking was gesteld. De burgerij voorzag hen van meubilair en andere benodigdheden. Later volgden nog andere Belgen. In de maanden oktober en november verbleven in totaal 177 vluchtelingen in Bruinisse. Op kosten van de gemeente werden voor hen onder meer eetgerei, bedzakken en lakens aangeschaft.

Overlijden

Op initiatief van burgemeester Hage was een breed samengesteld steuncomité in het leven geroepen, zoals elders ook gebeurde. Onder de Belgen waren twee overlijdensgevallen. Op 9 september 1914 overleed Frans Eduard Haesendonck, afkomstig uit Mechelen en daar geboren, meubelmaker van beroep en 58 jaar oud. Dokter De Kock noteerde dat hij was overleden aan haemoptoë (opgeven van bloed). Op 12 november 1914 overleed Franciscus Albertus Alphonsis Jeuninckx, 27 jaar, van beroep handelsagent, afkomstig uit Antwerpen en daar geboren als zoon van een muziekdirecteur. Hij overleed aan tuberculose.

Oudestraat in Bruinisse, 1910-1915 (Zeeuws Archief, Beeldcollectie Schouwen-Duiveland).

Oudestraat in Bruinisse, 1910-1915 (Zeeuws Archief, Beeldcollectie Schouwen-Duiveland).

Vertrek

Om de kosten van levensmiddelen te dekken, werd een collecte gehouden die het mooie bedrag van fl. 644,83 opbracht. Nadat rond de jaarwisseling duidelijk werd dat de Belgen zonder gevaar konden terugkeren, kozen verreweg de meesten daarvoor. Gezorgd werd voor gratis vervoer naar Antwerpen. Een gezin bleef in Bruinisse wonen en kreeg acht gulden per week aan steun. De vader had toestemming gekregen om te mogen blijven vanwege zijn lichamelijke toestand, waarvoor dokter De Kock een verklaring had afgegeven. In de loop van 1915 vertrok ook dit gezin en keerde terug naar Mechelen.

Mochten de Bruënaars gedacht hebben hun aandeel te hebben geleverd in de opvang van de vluchtelingen, het liep anders. Op 25 april 1915 kreeg de burgemeester een telegram van de militaire commandant in Hansweert: ‘Ingevolge orders territorialen bevelhebber zend ik deze week vele Belgische gevluchte schepen naar haven Bruinisse’. Vier dagen later kwamen in de tramhaven bij Zijpe negen Belgische vaartuigen met 63 mensen aan boord. Ze werden ondersteund met 25 cent per persoon per dag en 15 cent voor kinderen beneden de tien jaar. Omdat de Rotterdamse Tramweg Maatschappij ernstig bezwaar maakte – de vaartuigen hinderden de veerboten – verlieten de Belgen op 5 mei de haven en voeren door naar Rotterdam. Een bedankje voor de burgemeester, die zich voor hen had ingespannen, kon er niet af.

Dit verhaal verscheen eerder als column in Wereldregio, 24 april 2015.