Revolutie in Bruinisse

Midden in hun dorp plantten inwoners van Bruinisse op 16 februari 1795 de vrijheidsboom. De Bataafse omwenteling was daarmee ook in dit vissersdorp een feit. De revolutie vervloog er daarna snel, maar ze was wel een teken van de veranderde tijden. De oude politiek, waarin een kleine rijke elite en de stadhouder het voor het zeggen hadden, voldeed niet meer. Burgers wilden meer invloed.

Burger

Woorden als vrijheid en gelijkheid kregen in de tweede helft van de achttiende eeuw een nieuwe betekenis. Er vormde zich een politieke beweging die democratie hoog in het vaandel had staan. Aanhangers van deze hervormingsbeweging riepen de Bataafse Revolutie uit, nadat de Fransen in januari 1795 Nederland waren binnengetrokken. Ze vonden dat de stadhouder veel te veel macht naar zich toe had getrokken. Willem V vluchtte dan ook naar Engeland. Overal in het land werden toen naar de nieuwe idealen nieuwe besturen gevestigd. Iedereen die zelfstandig in zijn bestaan kon voorzien, was in het vervolg een ‘burger’ die mocht meebeslissen over wie er in het bestuur van een dorp, stad of gewest kon plaatsnemen. In januari en februari 1795 voltrok zich in veel Zeeuwse steden en dorpen de Bataafse Revolutie.

Gezicht op de haven van Bruinisse. Tekening door Cornelis Pronk, achttiende eeuw (Rijksmuseum Amsterdam).

Gezicht op de haven van Bruinisse. Tekening door Cornelis Pronk, achttiende eeuw (Rijksmuseum Amsterdam).

Vrijheidsboom

Zo ook in Bruinisse. Enkele revolutionairen uit het vissersdorp op Schouwen-Duiveland riepen op 16 februari de revolutie uit. Op de locatie van het Zeeuws Archief in Zierikzee wordt een ooggetuigenverslag bewaard van de gebeurtenissen die daarop volgden. Het eerste wat de bevolking van Bruinisse deed om de omwenteling te bekrachtigen, was het planten van de vrijheidsboom. ’s Ochtends vertrok een groep mannen uit het dorp om in de buurt een geschikte boom te kappen. Nadat deze het dorp was binnen gevoerd en de mannen hun middagmaal hadden verorberd, richtten ze de vrijheidsboom op. Daaromheen verzamelden zich alle ‘burgers’ uit Bruinisse. Zo noemden de inwoners van het dorp zich nu. Ze lieten ermee zien dat ze gelijk aan elkaar waren en dat niemand boven de ander uitsteeg.

Feest tot in de late uurtjes

De leider van de revolutie, ‘burger’ Van der Weel, nam het woord en ontsloeg het zittende dorpsbestuur van de eed waarin het in 1787 trouw had beloofd aan de stadhouder. Daarop legden schout en schepenen een nieuwe eed af. De predikant hield een toespraak en besloot met een gebed om Gods zegen over de revolutie te vragen. De schoolmeester las psalm 126 voor. Daarop zetten twee muzikanten in en zong de menigte de psalm mee. Met een driewerf hoera eindigde de plechtigheid.

Zo’n honderd ‘burgers’ uit Bruinisse kwamen vervolgens in de kerk samen. Zij kozen de leden van een commissie die de idealen van de Bataafse revolutie in het dorp moest verwezenlijken. Nadat ze de aanstelling van deze commissie met hun handtekening hadden bekrachtigd, togen de Brusenaren naar het café om er een glaasje op te drinken en een pijpje te roken. Het genoeglijk samenzijn duurde tot in de late uurtjes.

Praatjes

Maar de volgende dag was de eendracht in het dorp ver te zoeken. Wilde praatjes deden de ronde. Wat hield die revolutie precies in? Wat betekende de afschaffing van de oude soevereine macht precies? En wat wilde het zeggen als het volk in het vervolg soeverein was? Niemand die op deze vragen een helder antwoord kon geven. Veel ‘burgers’ die een dag eerder nog vol revolutionair elan hun handtekening hadden gezet, wilden die handtekening nu intrekken. Bovendien ontstond er in het dorp onenigheid over de verkiezingsprocedure. De spanningen liepen hoog op. Zo hoog zelfs dat Van der Weel, revolutionair van het eerste uur, wanhopig om de terugkeer van de stadhouder riep.

De vrijheid om er als vrij mens mee op te houden

Evenals elders verflauwde in Bruinisse de revolutie snel. Iedereen nam zijn dagelijkse bezigheden weer op. Zelfs de afvaardiging vanuit Bruinisse in het provinciaal bestuur in Middelburg gaf er na enkele vergaderingen de brui aan. Simon de Graaff, die tevens baljuw van Bruinisse was, vond dat zijn eigen zaken voorrang verdienden. En zijn opvolger Van der Weel was na vijf vergaderingen dusdanig vermoeid dat hij – zoals hij zei – als vrij mens de vrijheid nam om ermee op te houden.

Silhouetportret van Willem Aarnout de Beveren, president provisionele representanten van het Volk van Zeeland, het Bataafse provinciebestuur (Rijksmuseum Amsterdam).

Silhouetportret van Willem Aarnout de Beveren, president provisionele representanten van het Volk van Zeeland, het Bataafse provinciebestuur (Rijksmuseum Amsterdam).

Bakens verzet

In de dorpen keerde de rust weer. De bestuurders uit het oude regiem bleven op veel plaatsen gewoon zitten. Maar op provinciaal en landelijk niveau werden wel degelijk de bakens verzet. De Bataafse Revolutie luidde in politiek opzicht een rumoerige tijd in waarin besturen elkaar in allerlei constellaties in snel tempo opvolgden. Maar de ingezette hervormingen zouden de politiek en het bestuur van ons land fundamenteel veranderen.

Literatuur

Jeanine Dekker, Onderdanig en opstandig; desurbanisatie en de politieke verhoudingen op het platteland in Zeeland 1750-1850, Zwolle/Utrecht 2011.