Goes viert de grondwet
Met een bijzondere optocht vierde Goes in mei 1798 de geboorte van de eerste grondwet in Nederland. ’s Ochtends droegen de feestgangers de oude wetten letterlijk ten grave, ’s middags haalden zij de nieuwe met veel feestgedruis in. Dat er betrekkingen waren tussen het nabijgelegen dorp Kattendijke en de Catten, het oervolk waarnaar de Bataafse revolutionairen zo graag verwezen, droeg nog meer bij aan de feestvreugde.
Eerste grondwet
Op 1 mei 1798 kreeg Nederland zijn eerste grondwet. De Nationale Vergadering – het eerste parlement – voerde op die datum de Staatregeling voor het Bataafsche Volk in. Die vormde de basis voor de Nederlandse rechtsstaat. De Staatsregeling legde onder meer de vrijheid van godsdienst, vergadering en drukpers vast. Ook regelde deze wet de staatsrechtelijke eenheid van de provincies.
Zeeland slikte toen een bittere pil. De provincie verloor de soevereiniteit die ze in de Republiek had gehad. Dat wil zeggen dat het bestuur van de provincie niet langer zelfstandig wetten mocht uitvaardigen en belastingen mocht heffen. Het provinciaal bestuur van Zeeland was in het vervolg onderworpen aan de besluiten die op centraal (landelijk) niveau werden genomen. Overigens betaalden de andere provincies wel mee aan de aflossing van de torenhoge schulden die Zeeland nog had openstaan. Dat was het voordeel dat toetreding tot de eenheidsstaat opleverde.
Goes vierde op 19 mei feest omdat de grondwet was ingevoerd. Net als andere steden en dorpen overigens. Helaas zijn er geen afbeeldingen bewaard van de festiviteiten. Maar er is wel een verslag waarin nauwkeurig wordt beschreven hoe de optocht eruit zag. De optocht stond bol van symboliek. De festiviteiten duurden de hele dag. ’s Ochtends werd de oude orde ten grave gedragen, ’s middags werd de nieuwe orde met veel omhaal binnengehaald.
Grimmig tafereel
De optocht verplaatste zich ’s ochtends van de Beestenmarkt naar de Grote Markt. Toeschouwers zagen hoe een wagen, getrokken door een oud, kreupel paard, zich door de straten bewoog. Op de wagen speelde zich een grimmig tafereel af. Een beeld van een oude vrouw op een afgebroken zuil stelde de oude grondwet voor. Op haar hoofd droeg ze een kroon met zeven sterren (de zeven oude gewesten), in haar rechterhand een gebroken scepter en in de linker enkele oude wetten. De monsters Nijd, Arglistigheid en Tweedragt omringden haar. Zij stonden voor de aristocratie, federalisme en regeringloosheid. Het land was – zo vond men – ten onder gegaan aan een te grote macht van de elite, die niet regeerde en alleen oog had voor de belangen van het eigen gewest. Op de bok zat een jongen met een berenhuid om zich heen geslagen en een knots in de hand. Hij was Hercules, de allesdoder. Zeven figuren in zware rouw met de wapens van de gewesten liepen achter de wagen. Zij verbeeldden de zeven provincies. Iemand droeg een zwart vaandel met het opschrift ‘onze hoop is verdweenen’.
Toen de optocht op de Grote Markt was aangekomen, sleurde Hercules de vrouw en monsters in razernij van de wagen en smeet hij hen in een reeds gedolven graf. De provinciewapens gingen erachteraan.
Feestelijkheden
’s Middags zagen de toeschouwers een heel wat vrolijker tafereel. Op de Vlasmarkt arriveerde een wagen waarop een jonge vrouw met een speer en vrijheidshoed zat. Zij was de Vrijheid. Op de bok zat de Deugd. Achter de wagen liepen figuren die schilden vasthielden met daarop de symbolen van de nieuwe orde. Een waterpas symboliseerde de gelijkheid, vliegende vogels de vrijheid, spelende jongetjes de broederschap en een opgaande zon de een- en ondeelbaarheid.
Catten
In de optocht liepen ook drie Batavieren mee. Zij hadden berenvellen aan en droegen een schild met daarop een kat. De kat stond symbool voor het oervolk van de Batavische Catten. Die waren in hun holle boomstammen de Rijn afgezakt en hadden zich in de Lage Landen gevestigd. De Bataafse Republiek was naar dat mythische begin van de Nederlandse geschiedenis genoemd. En juist de Bataven in Goes vereenzelvigden zich weer graag met de kat, omdat verschillende kroniekschrijvers de Catten in verband hadden gebracht met het dorp Kattendijke, dat vlakbij Goes ligt. Zo straalde de oergeschiedenis van het Bataafse volk en de nieuwe weg die Nederland als Bataafse Republiek wilde inslaan, ook op Zuid-Beveland af.
Literatuur
F. van Dijk, De revolutie van 1795 in Zeeland, Goes 1974.
N.C.F. van Sas, Zeeland in de Bataafs-Franse tijd, van soevereiniteit naar vergetelheid, in: Nehalennia 109 (1995), 5-15.