Wielerboeken als metafoor van het bestaan

Verhalen Arnold Parre

Ik zie Maarten Ducrot in de zomer van 1987 nog zitten bij de Middelburgse boekhandel Fanoy aan de Nieuwe Burg. Hij zat daar ruim een kwart eeuw geleden om zijn boek Berichten uit de Tour de France, Journaal 1987 te tekenen. In dit boek houdt de huidige NOS-wielerreporter een dagboek bij van zijn belevenissen in de Ronde van Frankrijk 1987.

Dick Anbeek, tegenwoordig van De Drvkkery in Middelburg en destijds in dienst bij zijn ouders, die Fanoy runden, is een inmiddels passief wielerliefhebber. Hij vond het jammer dat de Zeeuw Ducrot de Tour van 1987 niet uitgereden had.

Dagboek

Ducrot zelf zegt in zijn boek: “Teleurgesteld dat ik Parijs niet heb gehaald ben ik niet. Voor mezelf maakt het wel enig verschil of je eraf wordt gereden, of dat je door ‘overmacht’ niet verder kunt.” De psycholoog/wielrenner moest de Tour wegens ziekte verlaten. Zijn boek is een braaf verslagje van deze Tour, die hij in het shirt van SuperConfex reed. Opzienbarend was dat Maarten zelf zijn dagboek schreef, een unicum voor die tijd waarin nog niet zo veel sportboeken verschenen.

Een greep uit de wielerboeken die in de loop der jaren verschenen (foto Arnold Parre).

Een greep uit de wielerboeken die in de loop der jaren verschenen (foto Arnold Parre).

Vijand

In mijn boekenkast prijkten nog maar twee sportboeken: De Ronde van Italië van Dino Buzatti en Te midden der Kampioenen van Joris van den Bergh. De Ronde van Italië gaat over het leven van de renner en het Italië van 1949. De renners worden afgeschilderd als soldaten die de vijand, de bergen, moeten overwinnen. De favorieten Gino Bartali en Fausto Coppi spelen ook een belangrijke rol in het boek.

Joris van den Bergh beschrijft in het boek Te midden der Kampioenen het leven van baanrenner Piet Moeskops (1893-1964). Van den Bergh vergelijkt zijn idool met een vogelvanger. “List tegenover list stellen, geduld, volharding, snel handelen op het juiste moment, scherp observeren en aanvoelen van wat gebeuren gaat: daarin schuilt het succes van de vogelvanger. Doch daarin schuilt ook het succes van de sprinter-wielrenner.”

De Kneet

De Kneet, entertainer op twee wielen is geschreven door het duo Leo van de Ruit en Frans van de Schoonderwaldt. Naast de wielersuccessen komt Gerrie Knetemann aan het woord met uitspraken die er niet om liegen. Over Jan Raas: ”Hij was geen makker. We respecteerden elkaar, maar daar hield het mee op. Ik heb nooit met hem privé een pilsje gedronken. Hij zweepte altijd de boel op met vloeken en tieren.”

Over zijn occulte gaven en voorbestemming. “Ik geloof dat er meer is tussen hemel en aarde. Er zijn dingen gebeurd die ik exact zo gedroomd had. Die sprint met Moser had ik al gereden, de week ervoor in de Ronde van Nederland met Jos Schipper in de rol van Moser. Ik geloof in voorbestemming. Maar rationeel kun je daar weinig mee.”

Gerrie Knetemann werd in 1978 wereldkampioen door de Italiaanse favoriet Francesco Moser te verslaan. Jos Schipper, jarenlang inwoner van Hansweert, organiseert nu fietstochten vanuit Domburg, waar hij met zijn vriendin een bed & breakfast runt.

Schrijver, schaker en wielrenner Tim Krabbé heeft zich onsterfelijk gemaakt met zijn boek De Renner, een klassieker in de wielerliteratuur. Hij gunt de lezer in dit boek een blik op zijn innerlijk. Krabbé: ”Een lekke band, toestemming van elders om het sterven te staken. Iets weerhield mij er jarenlang van met andere renners over dit verlangen te spreken, maar toen ik het deed bleek het alom bekend te zijn. Er wordt veel gebeden in het peloton, vooral tot God en tot Liza S. moeder van zijn zoon Ezra, die in Japan een nieuw bestaan opbouwde. Maar de voortplantingssnelheid van een gebed is gering en daarom grijpt de renner soms naar een krachtiger middel. Hij smijt zijn wielen door kuilen, door het grind, speurt naar scherpe stenen, wanneer hij een koers moet rijden maar geen moraal heeft, monteert hij zelfs een met zorg uitgekozen bandje dat op knappen staat,” aldus Tim Krabbé.

Moeder

In het boek De Tour van 2013, Een familiefeest geeft Koen de Kort ons een inkijkje in zijn wereld. De moeder van Koen de Kort, zo lezen we, kijkt niet naar massasprints. Met een zoon die Marcel Kittel en John Degenkolb (potentiële winnaars van de etappe Utrecht-Zeeland) op stoom moeten helpen, is ze bang voor valpartijen. Dit boek geeft een inkijkje in de beleving van zowel moeder als zoon De Kort tijdens de succesvolle rondes van Giant-Shimano de afgelopen jaren. Nu rijdt de ploeg met een Duitse licentie en heet Giant-Alpecin. De Kort maakt nog steeds deel uit van deze succesvolle formatie.

Jan Siebelink

Schrijver Jan Siebelink beklimt vaak de Posbank. Dat doet hij op de oude racefiets van de Deen Jesper Skibby, die voor TVM reed. De schrijver uit Velp leert de Tour kennen door deze in 1991 te volgen met de luxe bus van Sauna Diana. De sauna-eigenaren, het echtpaar Simons, heeft drie fietsende zoons.

Siebelink heeft gesprekken met tal van wielrenners, die worden gepubliceerd in de bundel Pijn is genot. Hoogtepunt is het tedere portret dat de schrijver schetst van Johan van der Velde. Van der Velde is de meest stijlvolle coureur die ons land heeft gekend. Siebelink veroordeelt Van der Velde niet vanwege zijn crimineel gedrag door zijn verslaving aan amfetamines, maar fungeert als een goed luisterende biechtvader die vol begrip is.

Ingewikkelde verhouding

Benjo Maso is een hele grote wielerschrijver. Dit heeft hij te danken aan zijn twee boeken: Wij waren allemaal goden en Het zweet der goden. Maso belicht de wielersport aan de hand van de ingewikkelde verhouding tussen de drie partijen die de belangrijkste wedstrijden domineren: de media en de organisatoren, de industrie en de commercie en de renners. Deze partijen zijn gedwongen om met elkaar samen te werken. Maar omdat ze verschillende belangen hebben, zijn ze voortdurend met elkaar in conflict.

Filmisch beeld

Een nieuwkomer is auteur, columnist Frank Heinen, die in korte schetsen ingaat op het lot van een aantal bekende en onbekende renners. Knap beschrijft hij het wielerleven van de Rotterdammer Bas Hordijk, die na het rijden van een criterium onwel wordt en sterft. Heinen is een virtuoos met taal en zet een bijna filmisch beeld neer. Alleen bekruipt je bij het lezen van zijn boek het gevoel: bestaan er eigenlijk wel normale renners?

Dick Anbeek zorgt altijd voor een voorraad wielerboeken (foto Arnold Parre).

Dick Anbeek zorgt altijd voor een voorraad wielerboeken (foto Arnold Parre).

Ingedikt leven

Dick Anbeek, directeur van De Drvkkery: “Mensen lezen graag over het lijden van een wielrenner. Iedereen moet tegenslag overwinnen. Daarom is een leven van een wielerbestaan: een ingedikt leven waar in pakweg tien jaar net zoveel gebeurt als bij iemand anders in zijn hele leven. Wielerboeken zie ik dan ook als metafoor van het bestaan.”

De favoriete wielerboeken van Dick Anbeek:
1 Frank Heinen, Uit Koers, Nieuw Amsterdam, €19,95.
2 Martin Brons, De kunst van het dalen, Thomas Rap, € 10,00.
3 Frederik Backelandt, Fausto Coppi, Kannibaal, €19,95.
4 Leon Hosselmans, De mooiste nederlaag, het leven van Jan Nolten.
5 Joop Holthausen, Fedor den Hertog: eenzaamheid is de school van het genie.
6 Martin Ros, Heldenlevens.

Boek 4, 5 en 6 zijn niet meer te krijgen.