Statenzaal

Het bestuur van de provincie Zeeland kwam in de Middelburgse Abdij bijeen. De belangrijkste vergaderzaal – de Statenzaal – bevond zich tot het begin van de twintigste eeuw nabij de Kloosterhof. Daarna kwam deze in de westvleugel van het Abdijcomplex.

De Statenzaal omstreeks 1920 (Zeeuws Archief, HTAM).

De Statenzaal omstreeks 1920 (Zeeuws Archief, HTAM).

Prestige

Tot het begin van de twintigste eeuw vergaderden de bestuurders in vertrekken in het noordelijke deel van het Abdijcomplex, rond de Kloosterhof. Al in de middeleeuwen belegden de belangrijkste bestuursorganen hier hun bijeenkomsten. In 1574 ging Middelburg over naar Willem van Oranje, verlieten de kloosterlingen de Abdij en vestigde zich hier een nieuw soeverein gewestelijk bestuur. Dit betrok de vergaderruimten van het oude bestuur. Het grootste vertrek deed dienst als vergaderzaal van de Staten. In de kleinere ruimte vergaderden Gecommitteerde Raden, het dagelijks bestuur van het gewest.

De vertrekken moesten het prestige van het gewest uitstralen en kregen daarom een fraaie aankleding. In de acht nieuwe gebrandschilderde ramen kwamen het wapen van Zeeland en de wapens van de steden die het in de Staten voor het zeggen hadden. Van tijd tot tijd hingen in de Statenzaal ook wandtapijten. Die waren tussen 1591 en 1604 in opdracht van de Staten vervaardigd en lieten de belangrijkste wapenfeiten uit de strijd op de Zeeuwse wateren zien. In de Statenzaal stond een rijk versierde stoel, speciaal voor de stadhouder. Als hij niet aanwezig was, bleef de stoel leeg.

Paars

In 1679 betrokken de Statenleden vernieuwde vergadervertrekken. Wie op het Abdijplein staat, ziet deze ruimten op de eerste verdieping rechts naast de Witte Toren. De zuilengalerij dateert ook uit die tijd. In de vernieuwde Statenzaal domineerde de kleur paars. Aan de muren kwamen de historische wandtapijten te hangen. Die hadden nu voor het eerst een vaste plaats gekregen.

Portret van Justus de Huybert, secretaris van de Staten en Admiraliteit van Zeeland (Rijksmuseum Amsterdam). Rechtsachter is de nieuwe Statenzaal te zien.

Portret van Justus de Huybert, secretaris van de Staten en Admiraliteit van Zeeland (Rijksmuseum Amsterdam). Rechtsachter is de nieuwe Statenzaal te zien.

Oude functie

Met tussentijds enkele vernieuwingen in het laatste kwart van de achttiende eeuw deed de Statenzaal dienst tot de Bataafs-Franse tijd. De soevereiniteit van Zeeland ging toen verloren. Het centrale gezag kwam in Den Haag te liggen. Als vertegenwoordiger daarvan betrok de landdrost in 1805 de oude Statenvleugel. Nadat Zeeland in 1814 een provincie binnen het koninkrijk der Nederlanden was geworden, kregen de Statenvertrekken hun oude functie terug. Provinciale Staten vergaderden in de Statenzaal, Gedeputeerde Staten in de oude zaal van Gecommitteerde Raden.

Verval

Inmiddels viel het Abdijcomplex door geldgebrek ten prooi aan verval. Nadat in 1850 was bepaald dat zittingen van Provinciale Staten voor iedereen toegankelijk moesten zijn, werd een publieke tribune gebouwd met een eigen toegang vanaf de Groenmarkt. Eerder waren ook al nieuwe vensters geplaatst. Dit werd gedaan met weinig verstand van zaken. De gebouwen raakten daardoor in steeds slechtere staat.

De verwaarloosde toestand van de provinciale bestuursgebouwen trok rond 1875 de aandacht van de minister en zijn adviseurs. Het besef van de historische betekenis van de Abdijgebouwen groeide. Ook in Middelburg. Dat leidde tot een grote restauratie van het gehele Abdijcomplex. Het Statengebouw werd in 1889 onder handen genomen.

Ingang Statenzaal, circa 1920 (Zeeuws Archief, HTAM).

Ingang Statenzaal, circa 1920 (Zeeuws Archief, HTAM).

Nieuwe Statenzaal

Provinciale Staten hielden hun zittingen nog tot 1904 in deze Statenzaal. Toen verhuisden ze naar het westelijke deel van het complex. De oude zaal werd koffiekamer. De nieuwe Statenzaal werd ontworpen door de architect J.A. Frederiks. Het vertrek van de voormalige concertzaal werd ertoe omgebouwd. Deze ruimte was eerder korte tijd rechtszaal geweest. En tijdens de Republiek behoorden deze vertrekken aan de Zeeuwse Admiraliteit. In de middeleeuwen, toen hier de kanunniken verbleven, was deze ruimte nog enige tijd eetzaal (refter). Aan de muren van de nieuwe Statenzaal kwamen – als vertrouwd – de historische wandtapijten.

De Statenzaal omstreeks 1930 (Zeeuws Archief, HTAM).

De Statenzaal omstreeks 1930 (Zeeuws Archief, HTAM).

En weer een nieuwe Statenzaal

Op 17 mei 1940 werd de Statenzaal, evenals vrijwel de gehele Abdij, door oorlogsgeweld verwoest. De nieuwe Statenzaal werd in een andere ruimte opgetrokken, eveneens in de westvleugel van de Abdij. Dit vertrek had al veel gebruikers gekend. In de 19de eeuw was het een gymnastieklokaal, in de zeventiende eeuw een kanonnengieterij en in de middeleeuwen de grote eetzaal van de kloosterlingen. De nieuwe, sober ingerichte Statenzaal werd in 1950 geopend.

Statenzaal, 1962 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto Jaap Wolterbeek).

Statenzaal, 1962 (ZB, Beeldbank Zeeland, foto Jaap Wolterbeek).

Openheid

De Provincie liet in de jaren 1980 delen van de Abdij verbouwen. Dat gebeurde ook met de Statenzaal. Architect Cees Dam maakte het ontwerp. Dat riep veel reacties op. Maar Gedeputeerde Staten lieten zijn plan met slechts kleine aanpassingen uitvoeren. Dam brak met de historische sfeer van de zaal en ontwierp een doelmatig ingerichte vergaderzaal. De grote publieke tribune duidde op de openheid van het bestuur. En Dam creëerde letterlijk een ‘wandelgang’ in een uit metaal en glas opgetrokken aanbouw, met torentjes waarin de bestuurders konden zitten en overleggen. De Statenzaal zelf kreeg nieuw meubilair en nieuwe verlichting. In die ruimte vergaderen Provinciale Staten nog altijd.

De Statenzaal in 2014 (foto Arendo Schipper).

De Statenzaal in 2014 (foto Arendo Schipper).

Literatuur

Jeanine Dekker e.a. (red.), De Abdij van Middelburg, Utrecht 2006.