De wandtapijten van de Staten van Zeeland

De wandtapijten van de Staten van Zeeland tonen de gevechten op de Zeeuwse wateren tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Het jonge gewestelijk bestuur van Zeeland gaf in 1591 opdracht om een tapijt te laten maken over de slag bij Bergen op Zoom. Daarna volgden opdrachten voor nieuwe tapijten van zeeslagen en als laatste voor een wapentapijt dat de staatsvorm van het jonge gewest weergaf. De tapijten verbeelden hoe de onafhankelijke, soevereine staat van Zeeland tot stand was gekomen.

Detail uit het wandtapijt Beleg van Veere.

Detail uit het wandtapijt Beleg van Veere.

Opstand

De Opstand of Tachtigjarige Oorlog was – simpel gezegd – de vrijheidsstrijd van de Nederlanders tegen de Spaanse koning Filips II. De strijd concentreerde zich rond twee twistpunten. De katholieke Spaanse koning en aanhangers van de nieuwe godsdienstige ideeën van Luther en Calvijn vochten een religieus conflict uit. In de tweede plaats verzetten de opstandelingen zich tegen de versterking en bureaucratisering van het centrale gezag in de Nederlanden door de Spaanse koning. De Opstand werd in bijna heel de Nederlanden uitgevochten, maar vooral in Zeeland, waar de controle over de Schelde voor beide partijen van levensbelang was.

Zeeslagen

Vijftien jaar nadat de Spanjaarden uit het gebied waren verdreven, gaven de Staten van Zeeland opdracht voor het maken van een wandtapijt met een voorstelling van de slag bij Bergen op Zoom. Het was 1591 en de opdracht ging naar de Delftse tapijtwever François Spierinck.

Slag bij Rammekens.

Slag bij Rammekens.

Toen het wandtapijt in 1595 klaar was, besloten Gecommitteerde Raden van Zeeland – het dagelijks bestuur van het gewest – om nog meer tapijten te laten maken. Opnieuw waren Zeeuwse zeeslagen het onderwerp. De Haarlemse schilder Hendrik Cornelisz. Vroom tekende de ontwerpen. Vermoedelijk had hij ook het ontwerp voor het eerste wandtapijt gemaakt. Het ging na de Slag bij Bergen op Zoom om de Slag bij Rammekens, de Slag bij Lillo, het Beleg van Veere (twee delen) en het Beleg van Zierikzee. Het zevende en laatste tapijt betrof een wapentapijt.

Detail uit wandtapijt Slag bij Zierikzee (Zeeuws Museum, foto Ivo Wennekes).

Detail uit wandtapijt Slag bij Zierikzee (Zeeuws Museum, foto Ivo Wennekes).

Atelier

De opdracht voor deze tapijten ging naar het atelier van Jan de Maecht, die zich onlangs uit Brussel in Middelburg had gevestigd. Zijn atelier bevond zich in het voormalige cellebroedersklooster. De kapel van dit klooster is nu de Engelse kerk in de Simpelhuisstraat. Na zijn overlijden in 1598 zette zijn zoon Hendrik het atelier voort. Uiteindelijk werd het laatste tapijt voltooid onder leiding van diens weduwe, Francijntje Obry.

De Engelse kerk in de Simpelhuisstraat in Middelburg (Zeeuws Archief, collectie P.S.G. Raas).

De Engelse kerk in de Simpelhuisstraat in Middelburg (Zeeuws Archief, collectie P.S.G. Raas).

Wapentapijt

Het wapentapijt dat in 1604 als laatste klaar was, was aanzienlijk kleiner dan de andere en bedoeld als schoorsteenstuk. Hiervoor maakte Karel van Mander de Oude het ontwerp. Het tapijt verbeeldt de staatsvorm van het jonge gewest. Centraal staat het gekroonde wapen van Zeeland. Dat wordt omringd door de wapens van de zes stemhebbende steden en bovenaan het portret van de Eerste Edele, Willem van Oranje. De zes steden en de Eerste Edele bestuurden op dat moment samen Zeeland.

Wapentapijt.

Wapentapijt.

Worstelende leeuw

Als wapen van Zeeland is de in de golven worstelende leeuw afgebeeld. Zeeland voerde dit wapen vanaf de late vijftiende eeuw. De worstelende leeuw stond tijdens de eerste jaren van de Opstand symbool voor de strijd van de Zeeuwse opstandelingen tegen Spanje.  Rond 1600 werd de spreuk Luctor et Emergo met het wapen verbonden. Pas in de zeventiende eeuw zouden het wapen en de wapenspreuk gekoppeld worden aan de strijd van de Zeeuwen tegen het water.

Soevereine staat

De tapijten lieten de macht en invloed van de Zeeuwse bestuurders zien. Ze waren vooral bedoeld als verbeelding van de totstandkoming van de onafhankelijke, soevereine staat van Zeeland. Niet om personen uit de strijd te eren of roemrijke daden te verheerlijken. Afgebeeld zijn ook niet de belangrijkste momenten uit de strijd. Het ging er vooral om te laten zien dat de soevereine staat Zeeland kon ontstaan dankzij de overwinningen in de strijd om de Scheldedelta.

Detail uit het wandtapijt Slag bij Rammekens (foto Mischa de Muynck).

Detail uit het wandtapijt Slag bij Rammekens (foto Mischa de Muynck).

Abdij

De wandtapijten werden eerst gebruikt in het Prinsenlogement in de Middelburgse Abdij, waar ze werden opgehangen als er belangrijke gasten kwamen, zoals de stadhouder en buitenlandse gezagsdragers. In de loop van de zeventiende eeuw kregen ze een vaste plaats in de Statenzaal. In de negentiende eeuw werd een deel daaruit weggehaald om plaats te maken voor een publieke tribune. De tapijten doorstonden in zinken kokers de beschieting van Middelburg op 17 mei 1940 en verhuisden daarna naar een geheime schuilplaats in Limburg. Na de oorlog werden ze bewaard in het Rijksmuseum. Na herstel van de Abdijgebouwen kwamen de tapijten een voor een terug. Maar niet meer in de Statenzaal. In 1972 gingen ze in langdurige bruikleen naar het Zeeuws Museum. Sinds 2007 zijn ze daar in een zaal weer allemaal bij elkaar te zien.

Statenzaal in de Middelburgse Abdij met wandtapijten, begin twintigste eeuw (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, foto C. Hoogendijk).

Statenzaal in de Middelburgse Abdij met wandtapijten, begin twintigste eeuw (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, foto C. Hoogendijk).

Literatuur

Katie Heyning, De tapijten van Zeeland, Middelburg 2007.