Skeletten uit verdronken Klaaskinderkerke

door Rachel Schats
Verhalen Erfgoed Zeeland

Na de watersnoodramp van 1953 werden op de voormalige plek van het laatmiddeleeuwse dorp Klaaskinderkerke (tussen Scharendijke en de haven Den Osse) menselijke skeletten en resten van een kerk aangetroffen die als gevolg van de overstromingen aan het oppervlak waren komen te liggen. In 1959 werd besloten om de begraafplaats op te graven om verdere schade te voorkomen. Hoewel het water al veel graven had verstoord konden toch nog heel wat complete skeletindividuen worden geborgen. Recentelijk zijn deze 54 begraven personen opnieuw geanalyseerd in het kader van een groter promotieonderzoek van Rachel Schats MA aan de Universiteit van Leiden.

Overzicht van het skelet van een man, tussen de 26 en 35 jaar oud. Elk skelet van Klaaskinderkerke is op deze manier in het laboratorium gefotografeerd.

Overzicht van het skelet van een man, tussen de 26 en 35 jaar oud. Elk skelet van Klaaskinderkerke is op deze manier in het laboratorium gefotografeerd.

Leeftijd en geslacht

De resultaten van dit osteoarcheologisch onderzoek laten zien dat er mannen, vrouwen en kinderen begraven waren op de begraafplaats, zowel binnen als buiten de kerk. Er waren in totaal vijftig volwassenen en vier kinderen. Behalve de allerjongste kinderen, zijn alle leeftijdsgroepen op de begraafplaats vertegenwoordigd, ook al is niet het gehele kerkhof opgegraven. Vrouwen lijken over het algemeen jonger te zijn gestorven dan mannen. Vijfenzestig procent van de vrouwen is niet ouder geworden dan 35 jaar. Mogelijk heeft dit te maken met de gevaren van zwangerschap en bevallen in de Middeleeuwen.

Grafiek van de leeftijden van de onderzochte begravingen in en bij de kerk van Klaaskinderkerke (Rachel Schats, Laboratorium voor Menselijke Osteoarcheologie, Universiteit Leiden).

Grafiek van de leeftijden van de onderzochte begravingen in en bij de kerk van Klaaskinderkerke (Rachel Schats, Laboratorium voor Menselijke Osteoarcheologie, Universiteit Leiden).

Grafiek van de leeftijden naar geslacht van de onderzochte begravingen in en bij de kerk van Klaaskinderkerke (Rachel Schats, Laboratorium voor Menselijke Osteoarcheologie, Universiteit Leiden).

Grafiek van de leeftijden naar geslacht van de onderzochte begravingen in en bij de kerk van Klaaskinderkerke (Rachel Schats, Laboratorium voor Menselijke Osteoarcheologie, Universiteit Leiden).

Engelse ziekte

Verschillende pathologische aandoeningen zijn aangetroffen waaronder artrose (degeneratie van het gewricht), botbreuken, en zelfs tumoren. Echter, infectieziektes zoals tuberculose, lepra en syfilis zijn niet geobserveerd in Klaaskinderkerke. Wel zijn er tekenen van een vitamine D tekort (rachitis of Engelse ziekte) waargenomen in het skeletbestand. Drie volwassen vrouwen hebben de karakteristieke krommingen in hun benen: als gevolg van te weinig vitamine D blijven de botten zacht waardoor ze doorbuigen onder het gewicht van de persoon. Zo geeft een scheenbeen een duidelijke kromming te zien.

Scheenbeen van een volwassen vrouw met kromming veroorzaakt door rachitis of Engelse ziekte (Rachel Schats, Laboratorium voor Menselijke Osteoarcheologie, Universiteit Leiden).

Scheenbeen van een volwassen vrouw met kromming veroorzaakt door rachitis of Engelse ziekte (Rachel Schats, Laboratorium voor Menselijke Osteoarcheologie, Universiteit Leiden).

Lichamelijke stress

Naast specifieke ziektes, is ook gekeken naar aspecifieke tekenen van ziekte. Deze geven aan dat een persoon gedurende zijn of haar leven stress heeft ervaren. Het is alleen niet mogelijk om met zekerheid te zeggen wat deze stress heeft veroorzaakt. De twee indicatoren waarnaar is gekeken zijn glazuurhypoplasie en cribra orbitalia. De eerste is zichtbaar als een dunne horizontale lijn of lijnen op de tanden. Dit geeft aan dat er gedurende de aanleg van de tanden in de kindertijd iets aan de hand was, zoals bijvoorbeeld een ziekte of een periode van ondervoeding. De andere stressindicator, cribra orbitalia, is zichtbaar als gaatjes, porositeit, in de oogkassen. Dit wordt veroorzaakt door bloedarmoede, maar het is onduidelijk waardoor deze bloedarmoede is veroorzaakt. Het kan een tekort aan vitamines zijn, maar ook specifieke ziektes zoals malaria en erfelijke varianten van bloedarmoede kunnen dit veroorzaken.

Dunne horizontale lijnen in het glazuur van de tanden (glazuurhypoplasie) wijzen op ziekte of ondervoeding tijdens de aanleg van de tanden (Rachel Schats, Laboratorium voor Menselijke Osteoarcheologie, Universiteit Leiden).

Dunne horizontale lijnen in het glazuur van de tanden (glazuurhypoplasie) wijzen op ziekte of ondervoeding tijdens de aanleg van de tanden (Rachel Schats, Laboratorium voor Menselijke Osteoarcheologie, Universiteit Leiden).

Malaria

In Klaaskinderkerke zijn beide stressindicatoren waargenomen. Het percentage glazuurhypoplasie is vergelijkbaar met andere populaties, wat suggereert dat de gezondheid in Klaaskinderkerke op hetzelfde niveau lag. Echter, cribra orbitalia is wel hoog in vergelijking met andere skeletcollecties (32 procent). Hoewel het niet met zekerheid te zeggen is, zou het kunnen dat malaria voor dit verschil verantwoordelijk is. Eerder onderzoek van Rachel Schats heeft een duidelijke relatie tussen cribra orbitalia en de ziekte aangetoond. Malaria was tot 1950 in Nederland een veel voorkomende ziekte, vooral in de kustprovincies!

Porositeit van de oogkassen veroorzaakt door bloedarmoede, die mogelijk het gevolg is van een malaria infectie (Rachel Schats, Laboratorium voor Menselijke Osteoarcheologie, Universiteit Leiden).

Porositeit van de oogkassen veroorzaakt door bloedarmoede, die mogelijk het gevolg is van een malaria infectie (Rachel Schats, Laboratorium voor Menselijke Osteoarcheologie, Universiteit Leiden).

Rijke stinkerds?

Wat betreft non-specifieke aandoeningen is er geen verschil waargenomen tussen de mensen begraven binnen en buiten de kerk. Dit is interessant omdat Emma de Boo van Uijen in haar masterscriptie wel een duidelijk verschil in lichaamslengte heeft gevonden: zowel de mannen als vrouwen die binnen de kerk zijn begraven waren langer dan de begraven personen buiten de kerk. Haar conclusie is dat daarin het verschil in sociale klasse is te herkennen: rijkere personen binnen de kerk – vandaar de term rijke stinkerds! – en de werkende klasse buiten. Deze conclusie wordt dus niet ondersteund door het aanvullende onderzoek naar ziektes.

Klaaskinderkerke in een grotere context

In dit korte stuk is al duidelijk geworden dat we door te kijken naar de botten veel kunnen leren over het leven in de Middeleeuwen. Meer informatie komt beschikbaar in het proefschrift waar de skeletten van Klaaskinderkerke deel vanuit maken. In dit onderzoek worden de effecten van verstedelijking in de late middeleeuwen bestudeerd. De resultaten van de analyse van Klaaskinderkerke zijn op zichzelf is al interessant, maar geplaatst in een bredere context kunnen de resten bijdragen aan een beter begrip over de veranderingen in de Middeleeuwse samenleving.

Literatuur

E.M. de Boo van Uijen, The people of Klaaskinderkerke, an assessment of stature of a Late Middle Age rural population, Leiden 2013 (ongepubliceerde masterthesis Universiteit Leiden).
Rachel Schats, Malaise and mosquitos: Osteoarchaeological evidence for malaria in the Medieval Netherlands, Analecta Praehistorica Leidensia 45 (2015),133-140.
Rachel Schats, Tot op het bot. De skeletten van Klaaskinderkerke, Zeeuws Erfgoed 2015, nr. 3, 12-13.
J.A. Trimpe Burger en J. Huizinga, Kerk, begraafplaats en bevolking van het in de 16de eeuw verlaten dorp Klaaskinderkerke op Schouwen, Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 12-13 (1963), 559-570.