Machinale klompenmakerij

door Vera Dorst
Verhalen Erfgoed Zeeland

Eeuwenlang waren klompen het meest voor de hand liggende schoeisel in Nederland. Vanaf de middeleeuwen tot de Tweede Wereldoorlog droeg bijna de gehele arbeidersklasse klompen. Molenaars, landbouwers, vissers en fabrieksarbeiders verkozen de klomp boven leren schoeisel. De houten schoen was namelijk licht en lucht aan de voet, was regen- en vorstbestendig en de hardheid van het materiaal bood de voet bescherming bij een ongeval.

Zeeuwse klompenmakers

Om de vraag naar klompen te kunnen beantwoorden lag de productie hoog. Het centrum van de Nederlandse klompenmakerij was Noord-Brabant, maar Zeeland was met een productieaandeel van 15% een grote speler. In 1920 telde Zeeland 675 klompenmakers. Het merendeel van hen was gevestigd op Zuid-Beveland en in de Zeeuws-Vlaamse grensdorpen met België. Clinge was de kern van de Zeeuwse klompenmakerij. Vele van deze klompenmakers waren landarbeiders die in de rustige wintermaanden bijverdienden met dit ambacht. Deze handenarbeid leerde men net over de grens van Belgische klompenmakers.

Enkele personen aan het werk in de klompenfabriek te Best, 1940 (Beeldbank RCE).

Enkele personen aan het werk in de klompenfabriek te Best, 1940 (Beeldbank RCE).

Mechanisatie

In de jaren 1920 en 1930 vond een verschuiving plaats van handmatig klompen maken naar machinaal klompen maken. De eerste machines werden door stoom aangedreven, later door dieselmotoren, gevolgd door elektromotoren. Het overgrote deel van de klompenmakers stapte over op machines, aangezien de productie hiermee verhoogd werd van acht paar klompen per dag, naar aanvankelijk twaalf paar klompen per uur. In de decennia die volgden, ging de productie omhoog naar veertig tot vijfenzestig paar klompen per uur.

De enige machinale klompenmakerij die Zeeland vandaag de dag nog heeft, is Klompenmakerij Traas in Heinkenszand. Vier generaties terug werd dit bedrijf omstreeks 1904 opgericht. De klompenmakerij stapte in de jaren 1930 over van handmatig klompen maken naar machinaal klompen maken. Jaap Kramer, de huidige eigenaar, maakt nog altijd machinaal klompen voor de verkoop. Tegenwoordig worden klompen echter vaker verkocht als souvenir dan als gebruiksartikel.

De afkortzaag van klompenmakerij Traas te Heinkenszand, 2020 (Erfgoed Zeeland, foto Vera Dorst).

De afkortzaag van klompenmakerij Traas te Heinkenszand, 2020 (Erfgoed Zeeland, foto Vera Dorst).

Ruw materiaal

De klompen worden al decennia lang op traditionele wijze gemaakt. De productie begint bij het kopen van de juiste bomen. Bij voorkeur koopt de klompenmaker stammen uit eigen omgeving. De beste boomsoorten zijn populieren, wilgen en olmen van dertig à veertig jaar oud uit een poldergebied of waterlandschap. Vroeger werden deze bomen in het najaar in opdracht van een boer gerooid. De klompenmaker kocht vervolgens enkele stammen om die het jaar daarop te verwerken tot klompen. Deze stammen werden met een mallejan, een door paarden getrokken vervoersmiddel voor boomstammen, bij de klompenmakerij afgeleverd. Tegenwoordig worden de boomstammen eens per maand geleverd door een vrachtwagen.

Klompenbroodjes van klompenmakerij Traas (Pinterest klompenkapper).

Klompenbroodjes van klompenmakerij Traas (Pinterest klompenkapper).

Het buitenwerk

Nu gaat het productieproces van start. Belangrijk is dat het hout vers en nat is. Het voordeel van vers hout is dat dit een mooie witte klomp oplevert, het voordeel van werken met nat hout is dat het hout minder snel scheurt. De stammen worden in stukken, ook wel bollen, gezaagd. Dit gebeurt met de afkortzaag. De lengte van een bol wordt bepaald naar welke maat klomp de klompenmaker wil maken. Om te voorkomen dat het hout scheurt, moet bij het zagen van de stam de noordzijde van de stam naar beneden liggen. De op lengte gezaagde bol wordt vervolgens met de lintzaag in vier gelijke stukken gezaagd. Hierna wordt met dezelfde lintzaag het blok van schors, scheuren en noesten ontdaan.

De klompenmaker plaatst vervolgens de blokken in de freesmachine. De freesmachine ontdoet het blok van overtollig hout en geeft het de juiste afmeting voor verdere bewerking. De uiterlijke vorm van het gefreesde blok lijkt sprekend op een brood, vandaar de benaming klompenbroodjes.

Nu volgt de laatste stap van het buitenwerk, namelijk het houtsnijwerk van klompenbroodje tot de buitenkant van een klomp. Dit gebeurt in de kopieermachine. In deze machine zit een mal die dient als voorbeeldklomp. Aan weerszijden van de mal wordt een broodje vastgezet. Om de voorbeeldklomp draait een wiel die de vormen van de voorbeeldklomp aanvoelt. Om de twee broodjes draait een mes die de beweging nabootst. Het ene mes volgt de beweging met de wijzers van de klok mee, de andere tegen de wijzers van de klok in. Zo snijdt de kopieermachine zowel een linker- als een rechterklomp.

Klompen in de fijne boormachine van klompenmakerij Traas, 2020 (Erfgoed Zeeland, foto Vera Dorst).

Klompen in de fijne boormachine van klompenmakerij Traas, 2020 (Erfgoed Zeeland, foto Vera Dorst).

Binnenwerk en afwerking

Nu is het tijd voor het binnenwerk. De klompen worden eerst met een grove boormachine uitgehold. Hetzelfde principe geldt als hiervoor: de lepelboren volgen de beweging van de stompe boor in de voorbeeldklomp. Wanneer het grove boorwerk verricht is, wordt dit proces herhaald door een fijne boormachine. Nu is het buiten- en binnenwerk klaar. Voordat de klompen beschilderd kunnen worden, liggen ze veertien dagen in een droogkamer opgeslagen.

Een magazijn vol ruwe klompen, 1940 (Beeldbank RCE).

Een magazijn vol ruwe klompen, 1940 (Beeldbank RCE).

Na veertien dagen worden de klompen afgewerkt. Ze worden geschuurd aan de binnen- en buitenzijde. Hierna worden ze geverfd. De meest traditionele en meest gevraagde variant is de gele kleur met een rood/zwart motief. Dit motief is als het ware het logo van de klompenmaker en varieert daarom van klompenmakerij tot klompenmakerij. Hoewel het klompen maken bij Klompenmakerij Traas machinaal gebeurt, worden de klompen wel handmatig geschilderd. Vandaag de dag dragen nog maar weinig mensen in het dagelijks leven klompen. Zo’n 80% wordt dan ook verkocht als geschenk of souvenir. Klompenmakerij Traas is de enige overgebleven machinale klompenmakerij in Zeeland. Hij verkoopt zijn klompen zowel online als in zijn klompenwinkel.

Literatuur

E.J. van den Broecke-de Man en J.A. van Gilst, Dialect op Zuid-Beveland, Kruiningen 1985.
J. Dekker, Arbeidend Zeeland, afl. 9 van Zeeland van toen en nu, ons erfgoed, Zwolle 2005, p. 208-209.

Digitale bronnen

Facebookpagina van klompenmakerij Traas
Pinterestpagina van klompenmakerij Traas
Weblog van klompenmaker Traas
Website van klompenmakerij Traas
Website van de Nederlandse Vereniging van Klompenmakers
Interview met klompenmaker Jaap Kramer, op groosopzeeland.nl

Machinaal klompen maken is geplaatst op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Koninkrijk Nederland.