Invoering van de burgerlijke stand

Iedereen in Nederland en dus ook in Zeeland staat er in: de registers van de burgerlijke stand. Elke geboorte, elk huwelijk en elk overlijden wordt er in vastgelegd. En dat allemaal al meer dan 200 jaar! Wanneer we praten over de burgerlijke stand gaat het om geboorteakten, huwelijksakten en overlijdensakten. Deze documenten vormen, als ze openbaar worden na respectievelijk 100, 75 en 50 jaar, voor particulieren en onderzoekers waardevolle aanknopingspunten. Ze helpen bij het achterhalen van de herkomst van personen en geven inzicht in familierelaties. Bovendien zijn het vensters op ons sociaal maatschappelijk verleden.

Invoering

De burgerlijke stand is ingevoerd door de Fransen. Voor veel mensen is dat synoniem met door Napoleon, maar dat klopt niet helemaal. In Frankrijk werd de burgerlijke stand al ingevoerd in 1792, ruim voordat Napoleon aan de macht kwam. In Nederland loopt de invoering wel gelijk met de veroveringen van Napoleon. In Zeeland en Limburg is de burgerlijke stand daarom eerder ingevoerd dan in de rest van Nederland.

De gemeentesecretarie van Sint Laurens op Walcheren in 1931. (Zeeuws Archief)

De gemeentesecretarie van Sint Laurens op Walcheren in 1931 (Zeeuws Archief).

Zeeuws-Vlaanderen en Vlissingen

In oktober 1795 werd Zeeuws-Vlaanderen onderdeel van het Franse keizerrijk. Nog geen jaar later werd de burgerlijke stand officieel ingevoerd. De eerste aktes werden opgemaakt eind september 1796. Vlissingen was nog een uitzondering: de stad werd in 1807 veroverd door de Fransen. De eerste Vlissingse aktes zijn van 8 april 1808: om 10.00 uur ’s morgens werd de geboorte van Frans Daniël Leijnse door Pieter Anthonie Nolson, adjunct-maire en optredend als ambtenaar van de burgerlijke stand, geregistreerd in de eerste akte van de burgerlijke stand van Vlissingen. Frans Daniël, zoon van Cornelis Leijnse en Neeltje Keijnemans, was al op 3 april van dat jaar geboren.

Overig Zeeland

In de rest van Zeeland, en in de loop van dat jaar in heel Nederland, werd de burgerlijke stand in 1811 ingevoerd. De eerste akte die op 1 januari 1811 werd opgemaakt in Zeeland is er een in het geboorteregister van de toenmalige gemeente Schore-Vlake. Het betreft de aangifte van de geboorte van Pieternella van de Plasse. Om 11 uur s morgens verscheen haar vader, Willem van de Plasse, bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand, burgemeester Cornelis Rottier, om de geboorte van zijn dochter aan te geven. Zij was ’s nachts om 1.00 uur geboren. Haar moeder was Maria Schaaleven.

Tweevoud

We hebben het nu steeds over de akte, maar eigenlijk moet dat de akten (meervoud) zijn. Vanaf het begin in 1796 werden de akten in tweevoud opgemaakt. Dit was bedoeld om het risico van verlies van de administratie door oorlogsgeweld, brand of andere calamiteiten zo klein mogelijk te maken. Een akte bleef bij de gemeente, het dubbele exemplaar werd bij de rechtbank bewaard.

Frans-Nederlands

De eerste jaren waren de akten meestal in het Frans opgesteld, omdat dat de officiële voertaal was van het keizerrijk. Ook de namen, vooral de voornamen, werden vaak verfranst: Jan werd Jean, Willem werd Guillaume en Jacob werd Jacques. Lastig voor de stamboomonderzoeker! Niet alle Maires oftewel burgemeesters, die vrijwel altijd als ambtenaar van de burgerlijke stand fungeerden, deden hier overigens aan mee. Vanaf 1814 zijn alle aktes in het Nederlands. Ook waren de aktes de eerste jaren volledig met kroontjespen uitgeschreven. Al vrij snel echter kwamen er aktenboeken waarin de standaardtekst was voorgedrukt en alleen namen en data moesten worden ingevuld met pen.

Achternamen

De invoering van de burgerlijke stand was ook de aanleiding om een andere Franse wet door te voeren: iedereen moest verplicht een vaste achternaam aannemen en deze laten vastleggen bij de gemeente. In Zeeland was dat niet zo’n probleem, vrijwel iedereen had al een achternaam. Behalve blijkbaar in Arnemuiden en Noordwelle, daar lieten flink wat mensen een akte van naamsaanneming opmaken.

Patroniemen

Veel Zeeuwse registers van naamsaanneming zijn er niet, maar in de enkele registers die we hebben zien we veel Joodse inwoners. Zij waren gewend zich met een patroniem bekend te maken, zoon van of dochter van. Overigens was dat op dat moment ook nog heel gebruikelijk in het oosten van Nederland. In Zeeland kwam het vrijwel niet voor dat iemand een heel rare achternaam verzon. Deden mensen dit wel dan kwam dit omdat ze dachten dat het Franse gebruik niet lang stand zou houden.

Openbaarheid

De wetgeving op het gebied van privacy is streng: geboorteakten worden pas na 100 jaar openbaar. U kunt uw eigen geboorte dus pas opzoeken in de studiezaal of op de website van een archiefdienst als u boven de 100 bent. Huwelijksakten worden na 75 jaar openbaar en overlijdensakten na 50 jaar. De openbare gegevens uit de Zeeuwse geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten zijn te vinden op de website van het Zeeuws Archief.

Met Zeeuwen Gezocht kun je zoeken naar miljoenen persoonsgegevens in de bronnen van het Zeeuws Archief.