Het Zeeuwse goezemoeze en varianten

Verhalen Erfgoed Zeeland

In een dialectwedstrijd waarin Zeeuwen gevraagd werd hun leukste Zeeuwse woord in te sturen, stuurden enkele deelnemers goezemoeze en oezemoeze in. Het zijn woorden voor de plant ‘sterrenmuur’. Een beetje afwijkend, maar duidelijk verwant zijn groezemoeze, roezemoeze en zelfs oenzemoes.

Waar komt goezemoeze of oezemoeze vandaan?

Varianten

Andere Zeeuwse woorden voor sterrenmuur zijn (h)oenderdarm, endedarm (met uitspraak derm uiteraard), muur, bemuur of vogeldarm (veugelderm). Als we over de grens naar Vlaanderen kijken zien we ook ganzemuur en ganzemoer, vogelmuur, enz. De woorden voor sterrenmuur zijn dus vooral samenstellingen met kruid, muur of moes of varianten, voorafgegaan door vogel, gans, kieken of hoender. De plant wordt namelijk gebruikt als voedsel voor ganzen en kippen.

Kustgermaans relict

De vorm goezemoeze is te beschouwen als een relict uit de kustdialecten. In die dialecten verdwenen nasalen immers voor th en s, in tegenstelling tot de dialecten die meer landinwaarts werden gesproken. Het Nederlands en het Duits hebben dus een n in gans, maar het Engels heeft die n niet in goose. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de vorm muide(n), die we in Arnemuiden of Diksmuide aantreffen; de tegenhanger hiervan verder landinwaarts is mond(e), zoals in Roermond en Dendermonde.

Het woord goes van goezemoeze is dus een relict van het kustdialect dat ook in Zeeland werd gesproken. Die relictvorm is ook nog wel bewaard in Zeeuwse en Vlaamse toponiemen, zoals in de Goezeputstraat in Brugge, Goesvoorde of Goeshoek. Goes is in Zeeland dus eigenlijk een ouder woord voor gans. De herkomst van het tweede deel van het woord, moes of moeze, is net als muur, nog onduidelijk. Vormen als groezemoeze ontstaan, omdat men de woorden niet meer herkent en er toch iets herkenbaars in wil zien. Groeze als benaming voor ‘loof’ is dan een goed redmiddel. Ook de andere vormen zijn ontstaan omdat men het oorspronkelijke woord niet meer herkent.

Sterrenmuur.

Sterrenmuur.

En hoenderdarm?

De vorm hoenderdarm en ook endedarm (‘eendedarm’) heeft als tweede element duidelijk iets anders dan de hierboven genoemde woorden. De naam ontstond omdat de darmachtige stengels van de plant langs de grond slingeren. Een andere mogelijkheid is dat het een ver doorgedreven verbastering is van een Oudhoogduits gereconstrueerd woord *gundreba, waarvan het eerste lid ‘wond, vocht of etter’ betekent en het tweede ‘rank’. Het was de naam voor hondsdraf.

Bronnen

F. Debrabandere, Zeeuws etymologisch woordenboek, Amsterdam 2007.
V. De Tier en E. van Hermon, Zeg jie da nog? Dialectwoorden van de week, Goes 2015.
etymologiebank.nl
woordenbank.be
CLARIN Portal INT
zeeuwsewoordenbank.nl (Woordenboek der Zeeuwse Dialecten en Supplement)