De Tien van Renesse
Op zondag 10 december 1944 werden tien mannen bij de ingang van Slot Moermond opgehangen door de Duitse bezetter. Een gruwelijk verhaal. Wie waren deze mannen en waarom werden ze opgehangen?
Mislukte vluchtpoging
In de herfst van 1944 werd een deel van Zeeland bevrijd. Alleen Schouwen-Duiveland bleef in Duitse handen. De bezetters hadden het eiland grotendeels onder water gezet om de geallieerden tegen te houden. Een groot deel van de bevolking, behalve uit de Westhoek, had het eiland moeten verlaten.
Begin december 1944 moesten alle mannen op Schouwen-Duiveland tussen de 17 en 40 jaar naar Duitsland vertrekken voor het verrichten van dwangarbeid. Om dat te voorkomen lieten enkele verzetsmensen het bevolkingsregister van Renesse en omliggende gemeenten verdwijnen. Ze begroeven het register en doken onder. De Duitse bezetter was woedend en zon op wraak.
De verzetsmensen probeerden met een aantal anderen te vluchten naar het bevrijde Noord-Beveland. De Engelse geallieerden zouden hen op een donkere avond met een patrouilleboot ophalen aan de zeedijk ten zuidwesten van Zierikzee. De eerste poging op 6 december mislukte. De tweede keer, op 7 december, lagen de mannen bij de zeedijk te wachten op de boot terwijl een Duitse patrouille naderde. Een Duitse soldaat kwam zo dichtbij dat een van de verzetsmensen in paniek raakte en hem neerschoot. Een vuurgevecht volgde, zes mensen wisten te ontsnappen, maar de overige tien werden gepakt.
De gearresteerden, daarna bekend als de ‘Tien van Renesse’, werden overgebracht naar Goeree-Overflakkee. Behalve Cornelis Lazonder, de gemeentesecretaris van Renesse. Hij raakte zwaargewond door de Duitse militairen en kon niet meereizen.
De Zeven van Middelharnis
De overtocht vanaf Brouwershaven naar Ouddorp gebeurde met de veerboot de Zuidvliet. Onderin het schip werd ook een aantal Armeniërs vastgehouden. Zo’n vierduizend Armeense soldaten die door de Duitsers krijgsgevangen waren gemaakt, waren gedwongen om in Duitse dienst als soldaten naar Nederland te gaan. Op Schouwen-Duiveland kwamen er zo’n driehonderd terecht. De Armeniërs waren weinig gesteld op hun Duitse krijgsdienst. Zij saboteerden Duitse acties en werkten samen met het verzet. De Armeniërs op de Zuidvliet hadden geprobeerd per boot naar het bevrijde Sint-Philipsland te vluchten, maar waren vastgelopen op een zandbank en door Duitse soldaten gevangengenomen. Zij werden naar Middelharnis gebracht om er te worden verhoord en berecht, net als de mensen die geprobeerd hadden naar Noord-Beveland te ontkomen.
Aan boord van de Zuidvliet waren verder Anne Hage, een vrouw uit Zierikzee die door de Duitsers ten onrechte van betrokkenheid bij de vluchtoperatie naar Noord-Beveland wordt beschuldigd, en de Armeniër Jork Mikinjan. Mikinjan stond niet in directe relatie met de onderdeks vastgehouden Armeniërs. Hij was na een sabotageactie door de Duitsers gevangengenomen, daarna door zijn landgenoten bevrijd en ondergedoken. Tevergeefs had men geprobeerd ook hem naar Noord-Beveland over te zetten. Op de Zuidvliet liet Mikinjan zich in de Grevelingen overboord vallen. Het lijkt erop dat hij nog wel de oever heeft bereikt, maar er is nooit meer iets van hem vernomen.
Zeven gedeserteerde Armeniërs – vijf ingenieurs, een student en een journalist – werden in de vroege ochtend van 9 december 1944 in Middelharnis gefusilleerd. Verklaringen melden dat de executie verband hield met de ontsnapping van Jork Mikinjan.
Doodstraf door ophanging
Net als de gedeserteerde Armeniërs werden de gevluchte verzetsmensen uit Schouwen-Duiveland in Middelharnis opgesloten. Ondanks ruim twee dagen zonder eten en drinken en ondanks ernstige martelingen voor en tijdens het proces, heeft niemand van hen ook maar iets losgelaten. De Tien werden veroordeeld tot de doodstraf door ophanging. Een straf die in Nederland nog niet eerder was gegeven. Alleen Anna Hage werd vrijgesproken.
Op zondag 10 december 1944 werden de mannen op een boerenkar vervoerd naar Renesse, waar het vonnis werd voltrokken. Ds. H.C. Voorneveld, gereformeerd predikant te Burgh-Haamstede, mocht de negen mannen een kwartier geestelijke bijstand verlenen in een bunker bij Slot Haamstede. Nadat Psalm 23 en 91 waren gelezen, zongen zij tezamen “Een vaste burcht is onze God”. De executie vond plaats om 12.00 uur tussen twee grote bomen langs de dreef naar Slot Moermond. De zwaargewonde gemeentesecretaris Lazonder moest vanaf een brancard toekijken. Hij overleed ’s nachts en werd daarna naast de anderen gehangen.
Tientallen dorpsgenoten en familieleden werden uit hun woningen gehaald om kort na de executie langs de gehangenen te lopen. Een van hen was een vader, die zijn gehangen zoon moest aanschouwen. De lichamen bleven ter afschrikking 48 uur hangen.
De Duitsers dreigden om meer burgers van het eiland op te hangen indien de zes voortvluchtigen niet binnen 48 uur aan de Duitsers uitgeleverd zouden worden. Vier van hen meldden zich en werden krijgsgevangen. Ze overleefden de oorlog, net als de twee die ondergedoken bleven.
Na twee dagen werden de lijken van de Tien van Renesse weggehaald en op de begrafenis in Renesse in een gemeenschappelijk graf gelegd.
Een zwerfkei op de plaats des onheils, het gemeenschappelijke graf aan de Oude Moolweg en een monument tegenover de begraafplaats houden de herinnering aan de Tien van Renesse levend. Het monument is geadopteerd door OBS ’t Staepel’of uit Renesse. De jaarlijkse herdenking is op 4 mei.
In 2016 stelde filmmaker Tjeerd Muller voor de Zeeuwse Documentaire Stichting en de Stichting Schouwen Film een aangrijpende documentaire over de Tien van Renesse samen. De film ging in première bij Film by the Sea op 14 september 2016.
Lees de verhalen van Jan Verhoeff en Cornelis Lazonder, twee van de slachtoffers van het drama in Renesse.
Bronnen
Aanmeldingsformulier Aanmoedigingsprijs Oorlogsmonumenten 2015
Website over verzetsstrijder Jan Verhoeff (janverhoeff.nl)
Website Liberation Route Europe (liberationroute.nl)
Website Zeeuwse Documentaire Stichting