Jan en de Tien van Renesse

door Marco van Vulpen

In het najaar van 1944 werd een groot deel van Zeeland bevrijd, op Schouwen-Duiveland na. Het eiland bleef bezet en lag in de frontlinie. De situatie op het onder water gezette en ontvolkte Schouwen-Duiveland werd in de laatste oorlogsjaren steeds moeilijker. Onderduiken was lastig en bij een mislukte ontsnappingspoging naar Noord-Beveland werden tien verzetsmensen van het eiland gevangen genomen, gemarteld en berecht. De Tien van Renesse werden op 10 december 1944 nabij Slot Moermond opgehangen door de Duitse Wehrmacht. Bij deze groep hoorde ook de huisschilder Jan Andreas Verhoeff uit Brouwershaven.

Jan als kunstschilder

Jan Verhoeff werd op 25 juni 1911 te Brouwershaven geboren. Net als zijn vader Hendrik werd Jan huisschilder. Vader en zoon Verhoeff hadden samen een schildersbedrijf aan de Haven Noordzijde in Brouwershaven. Jan was een vakbekwame huisschilder, maakte daarnaast ook schilderijen en fotografeerde graag. Als kunstschilder was Jan autodidact. Hij had de ambitie om naar de kunstacademie te gaan, maar werd niet toegelaten. Dat weerhield Jan er niet van om door te gaan met schilderen. In het Brouws Museum zijn enkele van zijn kunstwerken te zien, onder andere het schilderij van de ms. Pionier, een garnalenkotter die vanuit Brouwershaven viste.

Jan Verhoeff (Brouws Museum).

Jan Verhoeff (Brouws Museum).

Jan en het verzet

Jan werd in augustus 1939 vrijwilliger bij ‘De Landstorm’, een leger van bewapende burgers dat kon worden ingeschakeld ter ondersteuning van het reguliere leger bij de verdediging van het vaderland. Het verhaal gaat dat Jan al vroeg in de oorlog slaags raakte met een Duitse soldaat die zijn verloofde lastig viel. Hij werd daarop gearresteerd, veroordeeld en naar Duitsland gevoerd. Na het uitzitten van zijn straf keerde hij terug naar Brouwershaven.

Jan werd actief in het verzet. Hij was betrokken bij de verzetsorganisatie ‘Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers’. Zijn verzetsnaam was Jan van Schouwen. Hij was onder andere actief in het verkrijgen van een zender om berichten door te spelen naar de geallieerden.

Begin december 1944 moesten alle mannen op Schouwen-Duiveland tussen de 17 en 40 jaar naar Duitsland om als dwangarbeider te werken. Om dat te voorkomen lieten enkele verzetsmensen het bevolkingsregister van Renesse en omliggende gemeenten verdwijnen. Ze begroeven het register en doken onder. De Duitse bezetter was woedend en zinde op wraak.

De groep verzetsmensen, waaronder Jan, probeerde met een aantal anderen te vluchten naar het bevrijde Noord-Beveland. De geallieerden zouden hen op de donkere avond van 6 december met een patrouilleboot ophalen bij Zierikzee. Die poging mislukte. Bij de tweede poging, op 7 december, lagen de mannen bij de zeedijk te wachten op de boot. Het bleek de mosselkotter BRU 34 te zijn. Een Duitse patrouille naderde en één soldaat kwam zo dichtbij dat een verzetsman hem in paniek neerschoot. Een vuurgevecht volgde, zes mannen wisten te ontsnappen. De overige tien werden gepakt, onder wie Jan Verhoeff.

De gearresteerden, daarna bekend als de Tien van Renesse, werden met motorveerboot De Zuidvliet overgebracht naar Goeree-Overflakkee, waar ze in afwachting waren van het vonnis. De Tien kregen allen de doodstraf door ophanging. Een straf die door de Duitsers in Nederland nog niet eerder was gegeven. De executie zou plaatsvinden langs de dreef naar het Slot Moermond in Renesse. De Tien werden bij Renesse vastgehouden in een bunker.

De Tien van Renesse (Brouws Museum).

De Tien van Renesse (Brouws Museum).

Het verhaal van dominee Voorneveld

Zondagochtend 10 december 1944 begon dominee H.C. Voorneveld – gereformeerd predikant te Burgh-Haamstede – zoals gebruikelijk aan de kerkdienst. Bij het zingen van de eerste psalm werd de dominee onderbroken door zijn vrouw, die hem in allerijl het nieuws van het vonnis van de Tien van Renesse kwam brengen. Met de mededeling dat hij de Tien  een kwartier lang geestelijke bijstand mocht geven voor de executie. Eenmaal aangekomen bij de bunker waar de Tien gevangen zaten, probeerde de dominee nog te onderhandelen over het vonnis, maar het mocht niet baten. Hij werd naar de ter dood veroordeelde mannen gebracht en met hen alleen gelaten. Zij stopten hem allerlei waardevolle persoonlijke spullen toe, ringen, brieven, portemonnees en andere objecten van betekenis, om later aan hun nabestaanden te geven.

‘Toen was het ogenblik gekomen dat ik rustig met hen kon spreken om hen voor te bereiden op de eeuwigheid.’ De dominee las de psalmen 23 en 91 voor, waarna in gezamenlijkheid werd gebeden. De Tien van Renesse gaven de dominee berichten mee voor de nabestaanden, waarin afscheid werd genomen. Ten slotte zongen de mannen samen het Lutherlied ‘Een vaste burcht is onze God, een toevlucht voor de Zijnen’. Na het afscheid met de dominee werden de veroordeelde mannen naar de dreef van het Slot Moermond geleid en aldaar werd het vonnis voltrokken. Kort na de executie werden tientallen dorpsgenoten en familieleden uit hun woningen gehaald om de gehangenen te aanschouwen. Zo ook de vader van Jan, Hendrik Verhoeff.

Herbegrafenis van de Tien van Renesse (Brouws Museum).

Herbegrafenis van de Tien van Renesse (Brouws Museum).

De volgende dag bezocht de dominee nabestaanden van de Tien van Renesse, waaronder Hendrik Verhoeff. Hij bracht hem het bericht dat Jan voor zijn familie had nagelaten: ‘Wilt u mijn ouders en mijn zusters zeggen, dat ik mijn zonden verzoend weet in het bloed van Christus?’ Waarop Hendrik opstond en zei: ‘Dominee, dan hebben we alle reden om God te danken!’ De familie Verhoeff was op straat gezet en de Duitsers namen onmiddellijk intrek in hun woning. Toen Hendrik Verhoeff in mei 1945 in zijn woning terugkwam, was het hele huis leeg geroofd. Ook het gereedschap en de voorraad verf van zijn schildersbedrijf waren verdwenen.

Kijk op www.janverhoeff.nl voor uitgebreide informatie over Jan en getuigenverslagen over het drama in Renesse.

Lees het verhaal over de Tien van Renesse op deze website.