Het stadhuis van Middelburg

Het stadhuis van Middelburg staat bekend als een van de fraaiste middeleeuwse stadhuizen in ons land. Gebouwd in de gotische stijl van de late middeleeuwen is er in de loop van de eeuwen veel aan het stadhuis veranderd.

Bouwmeesters

Omstreeks het midden van de vijftiende eeuw kregen de inwoners van Middelburg behoefte aan een nieuw ‘stedehuus’. Eerdere stadhuizen zouden aan het begin van de Lange Delft en in de Lange Noordstraat hebben gestaan.

Stadhuis van Middelburg. Ets door Jan Caspar Philips naar een tekening van Cornelis Pronk, 1746 (Rijksmuseum Amsterdam).

Stadhuis van Middelburg. Ets door Jan Caspar Philips naar een tekening van Cornelis Pronk, 1746 (Rijksmuseum Amsterdam).

De bouw van het nieuwe raadhuis ving aan op 21 april 1452. Het raadhuis was niet alleen het bestuurscentrum van de stad, maar ook vleeshal en lakenhal. Dit paste geheel in de middeleeuwse (Vlaamse) traditie. De bouwmeesters waren dan ook Vlamingen.

Aan het Middelburgse stadhuis werkten maar liefst acht leden van het bouwmeestersgeslacht Keldermans uit Mechelen, verspreid over zeven generaties. Zij waren architect, opzichter, steenhouwer en leverancier van bouwmaterialen.

In 1458 was het gedeelte aan de Markt gereed. Op 14 maart van dat jaar kon het stadsbestuur er voor het eerst vergaderen. Het stadhuis was gebouwd in de stijl van de late Vlaams-Brabantse gotiek. De gevel van het stadhuis is rijk versierd.

Graven en gravinnen

Omstreeks 1506 begon een nieuwe bouwcampagne. De voltooiing van de stadhuistoren in 1521 vormde de afsluiting daarvan. De topgevels aan de kant van de Noordstraat en de Markt kwamen in 1512 gereed. In deze periode werden in de voorgevel ook beelden aangebracht. Het waren beelden van de graven en gravinnen die over Zeeland hadden geregeerd. De steenhouwer Michiel Ywijnszoon uit Mechelen leverde deze ‘steenen persoenagien’. Ze werden in kisten naar Middelburg vervoerd.

Kleurrijk

De beelden waren in – tamelijk felle – kleuren beschilderd (gepolychromeerd). Vooral de kleuren rood en blauw kwamen voor, evenals vergulde kronen. Die felle kleuren zouden een vreemde indruk op ons maken. De historische werkelijkheid is veel kleurrijker geweest dan we vaak denken.

De beeldenrij opent links met graaf Dirk V van Holland en Zeeland. Hij regeerde van 1061 tot 1091. De rij eindigt met keizer Karel V (1506-1555). De laatste landsheer Filips II (1555-1598) komt niet in de beeldengalerij voor, hoewel voor hem nog wel ruimte is. Vermoedelijk is van hem geen beeld geplaatst vanwege de oorlog tussen hem en de Nederlanden (Tachtigjarige Oorlog, 1569-1648).

Het negende beeld van links is dat van graaf Willem II,  bekend als rooms-koning Willem.

Stadhuistoren

Met het plaatsen van de beelden was het stadhuis nog lang niet af. De stadhuistoren kreeg tussen 1560 en 1562 zijn huidige gedaante. De toren is overigens geen belfort, zoals sommigen denken. Een belfort heeft een andere vorm en een militaire functie. Belforts stammen uit Frankrijk en werden in de middeleeuwen ook in Vlaanderen gebouwd. Het enige Nederlandse belfort staat in Sluis in Zeeuws-Vlaanderen.

Op de stadhuistoren in Middelburg staat een grote windwijzer in de vorm van een ‘zeeridder’ (of Neptunus). Deze houdt een drietand in zijn hand.

Mannekens

Het uurwerk in de stadhuistoren was klaar in 1525. Vier jaar later kreeg het ‘twee mans te paerde ende twee te voeten’ erbij. En in 1590 nog twee houten ‘mannekens’. Ze bestrijden elkaar als het carillon de uren slaat.

Zonnewijzer

In de loop der tijd is het stadhuis regelmatig verbouwd of uitgebreid met nieuwe onderdelen. De ingang werd in 1613 meer naar rechts verplaatst. Daarvóór kwam in 1756 het huidige bordes. In 1729 werd in de topgevel een grote houten zonnewijzer aangebracht. De toenmalige stadsarchitect Jan de Munck had deze zonnewijzer vervaardigd. Een nieuwe aanbouw tussen 1780 en 1784 aan de zijde van de Lange Noordstraat voltooide het complex. Daarna vonden nog verschillende verbouwingen en herstelwerkzaamheden plaats.

Schilderij door Reimond Kimpe van het stadhuis na het bombardement op 17 mei 1940 (Stadhuiscollectie Middelburg).

Schilderij door Reimond Kimpe van het stadhuis na het bombardement op 17 mei 1940 (Stadhuiscollectie Middelburg).

Pierre Cuypers

Een monument is nooit af. Voortdurend moet er aan gerestaureerd en verbouwd worden. Dat geldt ook voor het Middelburgse stadhuis. De beelden in de voorgevel zijn allang de originelen niet meer. In de achttiende, negentiende en twintigste eeuw zijn ze vervangen.

Een langdurige restauratieperiode begon in 1884 met een reparatie aan de stadhuistoren. Deze grootscheepse restauratie stond onder leiding van de bekende architect Pierre Cuypers. Hij is de bouwmeester van onder andere het Rijksmuseum en het Centraal Station te Amsterdam.

Verfraaiing

Het stadhuis werd bij deze restauratie op diverse manieren verfraaid. Zo kwam er een sierrand aan de voorzijde van de dakopbouw. Ook plaatste men in een lege nis boven de Vleeshal in 1910 een beeld van koningin Wilhelmina met prinses Juliana op de arm. Dit kan tot verwarring leiden. Sommigen menen immers daardoor dat het stadhuis een (rooms-katholieke) kerk is en dat het hier gaat om een beeld van Maria met het kindje Jezus.

Verwoesting en restauratie

In mei 1940 voltrok zich een ramp toen de binnenstad van Middelburg ten prooi viel aan een grote brand ten gevolge van oorlogsgeweld. Het stadhuis kwam zwaar beschadigd uit de strijd. Vrijwel het hele inpandige gedeelte van het gebouw ging toen verloren.

Een grote restauratiecampagne volgde. Die duurde tot diep in de twintigste eeuw. Men besloot het oude stadhuis niet te reconstrueren, maar de gotische gevels te herstellen en een nieuwbouwgedeelte in aangepaste stijl toe te voegen. Bij de restauratie en herbouw waren met name de architecten H. van Heeswijk uit Den Haag en na diens overlijden M.J.J. van Beveren uit Middelburg (voor het exterieur) betrokken. Met het interieur in gotische stijl en de nieuwe dienstgebouwen aan de achterzijde hield architect ir. A. van der Steur zich bezig. Ook talrijke steen- en beeldhouwers, zoals Philip ten Klooster uit Veere, werkten aan het herstel van het stadhuis.

Heropening

Op 18 augustus 1950 kon het gebouw met een feestelijke bijeenkomst in de Burgerzaal weer in gebruik worden genomen. Koningin Juliana verrichtte op die dag de opening.

Het herstel van de buitenzijde vergde echter veel langer. De Middelburgse beeldhouwer Peter de Jong werkte, met tussenpozen, van 1947 tot zijn dood in 1990 aan met name de voorgevel van het stadhuis. De laatste jaren assisteerde beeldhouwster Hansje den Hollander hem daarbij.

Nu staat het stadhuis weer te pronken aan de Markt. Gemeentebestuurders en ambtenaren vertrokken in 2004 naar een nieuw stadskantoor. Momenteel maakt het University College Roosevelt gebruik van het oude stadhuis. In de Vleeshal bevindt zich de expositieruimte van de Stichting Beeldende Kunst Middelburg.

Literatuur

Peter Don, Het Middelburgse stadhuis en de Keldermansen, in: Zeeuws Tijdschrift 28 (1978) 2, 51-60.
J.H. van Mosselveld (red.), Keldermans; een architectonisch netwerk in de Nederlanden, ’s-Gravenhage/Bergen op Zoom 1987.
Peter Sijnke, Het stadhuis van Middelburg: ‘Een bijzonder fraai raadhuis met een prachtige toren’, Vlissingen 2009.
A. van der Steur, Beschrijving herbouw van het Middelburgsche stadhuis, Middelburg 1946.
W.S. Unger, De bouwgeschiedenis van het stadhuis te Middelburg, Middelburg 1932.
W.S. Unger, De monumenten van Middelburg, Maastricht 1941, herdruk 1974.