Gekrompen en Verdronken dorpen op Schouwen-Duiveland

Vroegere dorpen weer zichtbaar in huidige omgeving op Schouwen-Duiveland

Verspreid over Schouwen Duiveland staan doorzichtige informatieborden met daarop de contouren van het voormalige dorp gesitueerd in de onbebouwde polder. Van een dorp is echter bijna of zelfs helemaal niéts meer te bekennen. Maar je kan met een beetje inbeeldingsvermogen het dorp als het ware zien liggen in de bestaande achtergrond.

Folder voorkant 'Gekrompen en verdronken dorpen op Schouwen-Duiveland.

Folder voorkant ‘Gekrompen en verdronken dorpen op Schouwen-Duiveland.

Verdronken of gekrompen dorpen op Schouwen-Duiveland

‘Gekrompen’ dorpen betekent dat het vroegere dorp niet meer in zijn geheel terug werd opgebouwd na een vernietiging door oorlogsomstandigheden in de periode 1572-1576, economische potentie en het geografisch beleid na de watersnoodramp van 1953.

‘Verdronken’ dorpen; betekent dat het vroegere dorp weggevaagd werd door overstromingen als gevolg van stormvloeden, dijkvallen en oevervallen maar ook door verplaatsing van de monding van de Schelde.

Brochure Gekrompen en verdronken dorpen op Schouwen-Duiveland met daarin veel achtergrond informatie over deze dorpen (28 pagina’s).

Schouwen-Duiveland

Op Schouwen-Duiveland zijn in de loop van vijf eeuwen meer dan twintig dorpen gekrompen of verdronken. Een fors aantal dorpen is gekrompen tijdens de Tachtigjarige Oorlog. In 1575/1576 vond het beleg van Zierikzee door de troepen van de Spaanse koning onder bevel van Christóbal de Mondragón plaats. In dat kader werd Schouwen onder water gezet. Bovendien vonden plundertochten plaats. In een aantal dorpen keerden slechts weinig inwoners terug. De afbraak van de kerk markeerde vaak het moment dat het dorp verviel tot een gehucht of nog minder. Het water was een geduchte vijand voor het voortbestaan. In het zuidelijk deel van Schouwen verdwenen maar liefst veertien dorpen en gehuchten aan het steeds maar oprukkende water. De watersnoodramp van 1953 bracht met zich mee dat kleine dorpen verder inkrompen. Verwoeste huizen werden afgebroken en niet meer opgebouwd. Andere plaatsen groeiden daarentegen, want veel bewoners trokken daarheen. Door middel van borden bij de gekrompen en verdronken dorpen wordt de herinnering levend gehouden aan de plaatsen waar geleefd, gewoond en gewerkt werd.

Gekrompen dorpen met borden en locatie:

1. Zuidwelle, Zuidwellewekken, Noordwelle
2. Ellemeet, Hogeweg, Ellemeet
3. Elkerzee, tegenover Elkerzeeseweg 73, Scharendijke
4. Looperskapelle, tegenover Kapelleweg 28, Scharendijke
5. Klaaskinderkerke, P duikplaats Nieuwe Kerkweg, Den Osse
6. Brijdorpe, Hoogenboomsweg, Scharendijke
7. Duivendijke, Zuidernieuwlandweg, Brouwershaven
8. Beldert, Zuiddijk/Zuiddijkweg, Dreischor
9. Capelle, Zwanenburgseweg, Nieuwerkerk
10. Viane, Oostersteijnweg, Ouwerkerk
11. Nieuwerkerke, Turelureweg, Kerkwerve

Verdronken dorpen met informatieborden in het Zuidland:

A. Havenbuurt van Westenschouwen, Steenweg, (strandovergang rotonde)
B. Bommenee, Havenhoofd Bommenee, oostkant
C. Koudekerke, P Plompetorenweg, Burgh-Haamstede
D. Clauskinderen, P Plompetorenweg, Burgh-Haamstede
E. Brieskerke, P Plompetorenweg, Burgh-Haamstede
F. Zuidkerke, P Plompetorenweg, Burgh-Haamstede
G. Jackenkerke, P Plompetorenweg, Burgh-Haamstede
H. Oudekerke, P Plompetorenweg, Burgh-Haamstede
I. Rengerskerke, P Heerenkeet, Kerkwerve
J. Lookshaven, P Heerenkeet, Kerkwerve
K. Simonskerke, P Heerenkeet, Kerkwerve
L. Serooshaven, P Heerenkeet, Kerkwerve
M. Borrendamme, P Weldamseweg, Zierikzee
N. Hoog– en Laag Weldamme, P Weldamseweg, Zierikzee
O. Rodee, P Weldamseweg, Zierikzee

Zuidwelle – gekrompen dorp

Noordwelle en Zuidwelle vormen samen de heerlijkheid Welland. Een welle of wale was in de middeleeuwen de aanduiding voor een kade. Een hier lopende kreek werd afgedamd door middel van welle of kade. Noordwelle lag ten noorden van deze kade en Zuidwelle ten zuiden ervan. De oudste vermelding van Welland dateert uit 1226. In 1582 kreeg de ambachtsheer toestemming om de kerk van Zuidwelle af te breken om met de opbrengst van de stenen het herstel van het kerkgebouw van Noordwelle voor een deel te financieren. Op dat moment was het dorp al ontvolkt, een gevolg van de inundatie van het eiland Schouwen tijdens het beleg van Zierikzee door de troepen van de Spaanse koning in 1575/1576. Het kerkhof bleef nog lange tijd herinneren aan het vroegere dorp. In het Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden (1851) wordt vermeld dat van tijd tot tijd menselijke resten werden gevonden. Daaraan werd toegevoegd: ‘Voorts verliest zich alles in de oudheid’.

Ellemeet – gekrompen dorp

Ellemeet komt voor het eerst in 1236 voor als Ellimed. Die naam betekent dat een zekere Elli (of Ella) hier een mede of made – dat is een weiland – had. In Zeeland is een meet ook een akker. Tijdens het beleg van de stad Zierikzee door de troepen van koning Filips II werd de kerk van Ellemeet verwoest. Bovendien was het eiland geïnundeerd. Voor onder meer Ellemeet waren de gevolgen funest. Slechts weinig inwoners keerden terug. In 1584 werd een verzoek om de resten van de kerk af te breken, nog afgewezen maar niet lang daarna volgde deze afbraak alsnog. Binnen het grondgebied van de  heerlijkheid Ellemeet was ook het gehucht Oudendijke. Dat bleef bestaan en omdat dit lag binnen dezelfde heerlijkheid ging de naam Ellemeet over naar dat gehucht dat uitgroeide tot een dorp. Daar verrezen ook de school en het gemeentehuis. Maar voor het begraven bleef het kerkhof van  ‘Oud-Ellemeet’ in gebruik.

Elkerzee – gekrompen dorp

De oudste vermelding van Elkerzee dateert uit 1156. De naam is een samentrekking van Hildscher of Helcker en Ee, de aanduiding van een kreek. Naar deze plaatselijke machthebber werd het hier ontstane dorp genoemd waarbij de naam vervormde tot Elker. Elker’s Ee werd Elkerzee. De kerk kreeg door het verdwijnen van de kerken in de omgeving na de plunderingen en verwoestingen tijdens het beleg van Zierikzee in 1575-1576 een streekfunctie. Het kerkgebouw werd later wegens bouwvalligheid afgebroken en vervangen door een zaalkerk, die in 1741 gereed kwam. Op zijn beurt werd dit gebouw in 1958/1959 gesloopt nadat eerder de school, die tegen de kerk stond, dat lot had ondergaan. Dat was het gevolg van het besluit om na de watersnoodramp van 1953 in het naburige Scharendijke, dat was uitgegroeid van een gehucht tot een dorp, een nieuwe Hervormde kerk te bouwen. Ook de pastorie en het dorpscafé verdwenen uit Elkerzee.

Elkerzee.

Looperskapelle – gekrompen dorp

Looperskapelle wordt voor het eerst vermeld in 1280 als Capella. Kort daarop kwam de aanduiding Looperskapelle in gebruik. Lang werd gedacht dat het ging om een kapel bedoeld voor lopers: boden of briefdragers die hier konden bidden om een voorspoedige reis. Looper was echter een voornaam. Het moet gaan om een lokale machtshebber wiens naam aan de kapel en daarmee aan het dorp verbonden werd. De inundatie van het eiland tijdens het beleg van Zierikzee in 1575 vormde het begin van de neergang. Slechts een deel van de inwoners keerde terug. De kerk kwam in verval en in het midden van de achttiende eeuw resteerde slechts een ruïne. Vanwege het geringe aantal inwoners had  Looperskapelle in de achttiende eeuw dezelfde schout en secretaris als Brijdorpe en Duivendijke. In 1812 gingen deze drie, samen met Klaaskinderkerke, op in de gemeente Duivendijke. Looperskapelle werd de plaats waar in 1888 het gemeentehuis werd gebouwd.

Overblijfselen van Looperskapelle, 1745.

Overblijfselen van Looperskapelle, 1745.

Klaaskinderkerke – gekrompen dorp

Klaaskinderkerke is waarschijnlijk gesticht in de twaalfde eeuw. In een oorkonde van 14 januari 1286 wordt ‘seer Claiskinder’ vermeld. De kinderen van deze Clais of Klaas werden de naamgevers van het dorp. Op het eind van de dertiende eeuw werd op initiatief van de ambachtsheren een kerk gebouwd, die gewijd werd aan Sint Nicolaas. Bij de Allerheiligenvloed van 1570 werd dit noordelijk deel van Schouwen zwaar getroffen. Vijf jaar later werd het eiland, tijdens het beleg van Zierikzee door de troepen van koning Filips II, geïnundeerd. Voor onder meer Klaaskinderkerke waren de gevolgen funest. Slechts weinig inwoners keerden terug en afbraak van de kerk volgde. Het kerkhof bleef tot de watersnoodramp van 1953 in tact. Ter plekke werd in 1959 door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek en het Instituut voor Antropobiologie van de Rijksuniversiteit Utrecht een opgraving uitgevoerd. Het skeletmateriaal was onderwerp van uitvoerige studie. Het kerkhof zelf verdween in het kader van de herverkaveling.

Klaaskinderkerke, opgegraven skeletmateriaal door onder andere J.W. Leijdekkers, 1959.

Klaaskinderkerke, opgegraven skeletmateriaal door onder andere J.W. Leijdekkers, 1959.

Brijdorpe – gekrompen dorp

Brijdorpe, voor het eerst vermeld in 1232, betekent slijkerige grond. De bewoners van dit voormalige eiland kennen het beter als Briepe. Brijdorpe was de hoofdplaats van een van de zesde delen van Schouwen, dat het noordoostelijk deel omvatte. Brouwershaven is op het eind van de dertiende eeuw ontstaan bij de haven van Brijdorpe. De neergang van het dorp werd ingeluid door de inundatie van het eiland in 1575 tijdens het beleg van Zierikzee door de troepen van koning Filips II. Na de droogmaking keerde slechts een deel van de bewoners terug. De kerk verviel tot een ruïne en in 1590 werd toestemming gegeven voor afbraak. In de achttiende eeuw had Brijdorpe dezelfde schout en secretaris als het naburige Looperskapelle en Duivendijke. In 1812 werden deze drie, samen met Klaaskinderkerke, samengevoegd tot de nieuwe gemeente Duivendijke. Aanvankelijk vergaderde de gemeenteraad in Brijdorpe. Echter, in 1888 werd het gemeentehuis te Looperskapelle, dat groter was, gebouwd.

Duivendijke – gekrompen dorp

Duivendijke wordt voor het eerst vermeld in 1276. Net zoals bij Duiveland is de naam afgeleid van de persoonsnaam Duve, die ook zijn naam gaf aan een kreek, de Duvenee. De bewoners vestigden zich bij de dijk die langs deze kreek liep en zo ontstond de naam Duivendijke. Het dorp lag in de richting van Brouwershaven en werd verlaten om meer landinwaarts een nieuw dorp te bouwen. Mogelijk is de stormvloed van 1288 de aanleiding geweest. Tijdens het beleg van Zierikzee door de troepen van koning Filips II in 1575/1576 werd Schouwen geïnundeerd. Na de droogmaking keerde slechts een deel van de bewoners terug. De kerk verviel tot een ruïne en in 1590 werd toestemming gegeven voor afbraak. Tot 1812 was Duivendijke zelfstandig. In dat jaar vond een fusie plaats met Brijdorpe, Klaaskinderkerke en Looperskapelle. Omdat Duivendijke als eerste van de vier werd genoemd, heette de gemeente Duivendijke. Deze werd in 1961 opgenomen in de toen gevormde gemeente Middenschouwen.

Beldert – gekrompen dorp

Beldert of Belder was een dorpje met een haven en een kapel die gewijd was aan Leonardus. Het heette aanvankelijk Bellaerde (1470/1471). Dichtbij lag het dorpje Maye dat al in de zestiende eeuw verdwenen is. Beldert dankte zijn bestaan aan de haven die vooral van belang was voor Dreischor. Daarom werd het dorpje ook wel aangeduid als Dreyscherhaven. Om de haven op diepte te houden, lag hier een afwateringssluis. De polder Dreischor liet op deze plaats in 1882 een stoomgemaal bouwen. In 1934 werd overgegaan op bemaling met behulp van elektriciteit. Tijdens de watersnoodramp in 1953 braken op een aantal plaatsen de dijken rond het Dijkwater door. Daaruit bleek hoe gevaarlijk een dergelijke inham was. Dat was de belangrijkste reden om het Dijkwater in 1954 af te dammen. In 1959 volgde de demping van de haven. Het gebied van het voormalige Dijkwater vormt de jongste polder van Schouwen-Duiveland. Het oostelijk deel ervan werd tot natuurgebied bestemd.

Capelle – gekrompen dorp

Capelle wordt in 1250 voor het eerst genoemd. De naam ontleende het aan de kapel, die hier in de middeleeuwen werd gebouwd. In het midden van de dertiende eeuw werd Capelle een zelfstandige kerkelijke parochie. De kapel werd tot kerk gewijd maar de naam Capelle was inmiddels zo  ingeburgerd dat de plaatsnaam hetzelfde bleef. Deze kerk was gewijd aan Sint Laurentius. De kerk verbrandde tijdens het beleg van Zierikzee in 1575/1576. De ruïne werd later afgebroken. Het kerkhof bleef behouden. Capelle had een eigen bestuur van schout en schepenen en vormde daarnaast een van de vier bannen van Duiveland. In 1813 werd Capelle bij de gemeente Nieuwerkerk gevoegd. Het  gehucht werd zwaar getroffen tijdens de watersnoodramp van 1953. Van de ruim honderd inwoners kwamen er 42 om het leven. Slechts twee huizen bleven overeind staan. Daarmee is geen plaats binnen het rampgebied zo zwaar getroffen als Capelle.

Capelle.

Viane – gekrompen dorp

Viane wordt voor het eerst in 1360 vermeld. Het heeft zijn ontstaan te danken aan een hier gelegen uitwateringsluis. Hierbij ontstond een haventje met een gehucht en een kapel. Vanuit Viane was een veerverbinding met Stavenisse op het tegenover gelegen eiland Tholen. De naam Viane duidt op deze veerverbinding: aan de (veer)weg gelegen. Het Latijnse via betekent weg. Mathys Willemsz. wordt in  1375 als veerschipper vermeld. Lange tijd werd de post van en naar Schouwen-Duiveland via dit veer vervoerd. In 1900 kwam daaraan een einde toen het postvervoer ging plaatsvinden via het veer  Zijpe-Anna Jacobapolder. De haven was ook van belang voor het afvoeren van landbouwproducten. Het weeghuisje herinnert daaraan. In 1912 werd de haven vergroot door de aanleg van een nieuwe havendam. Na de watersnoodramp van 1953 bleef er vrijwel niets van het gehucht over. Van 1959 tot eind 1985 was hier een scheepssloperij gevestigd. De uitwateringssluis werd in 1963 gesloopt.

Nieuwerkerke – gekrompen dorp

Nieuwerkerke, gelegen in het midden van Schouwen-Duiveland, wordt voor het eerst vermeld in 1298. De hier gebouwde kerk was gewijd aan Sint Pieter. Als gevolg van de inundatie van het eiland  Schouwen in 1575, toen Zierikzee werd aangevallen door de troepen van de Spaanse koning Filips II, trok de bevolking weg. Die slag is het dorp niet te boven gekomen. Afbraak van de kerk volgde in  1590. De toren bleef gespaard tot deze in 1820 onder de slopershamer viel. Al eerder, in 1812, was de gemeente Nieuwerkerke opgeheven en gevoegd bij Kerkwerve. Ter onderscheiding van Nieuwerkerk op Duiveland hoort de ‘e’ aan het eind van de plaatsnaam er nadrukkelijk bij. In de volksmond wordt Nieuwerkerke aangeduid als: Schutje, vermoedelijk naar een schutsluisje. Daarom werd het dorp ook wel aangeduid als: Nieuwerkerk-in-Schut. In 1951 vonden opgravingen plaats waarbij de resten van de kerk en vooral veel skeletten werden teruggevonden.

Nieuwerkerke, 1745.

Nieuwerkerke, 1745.

Havenbuurt van Westenschouwen – verdronken dorp

In de middeleeuwen ontstond bij de monding van de Schelde een bloeiende vissersplaats die we kennen als Taleboitseyde (1296) of Paelvoetsheide (1304). Paalvoet was een persoon en -heide, -hide of –ijde betekent haven of inham. Deze nederzetting had veel te lijden van de stormen. Daarom werd meer landinwaarts rond 1300 een nieuwe haven aangelegd die aansloot op de kreek de Amer, waarin een sluis en een spuikom werden aangelegd. Ook werd hier een watermolen gebouwd. Deze haven werd aangeduid als de nieuwe haven in Westland (1296). Bij de haven werden huizen gebouwd en weldra kwam de aanduiding Westende van Schouwen of Westenschouwen in gebruik. Meer landinwaarts verrees een nieuw dorp. Omstreeks 1500 verzandde de haven en overstoof daarna. Onder andere in 1994 werden op het strand de resten van deze havenbuurt teruggevonden. Westenschouwen en zijn havenbuurt komen terug in de sage van de zeemeerman. Hij strafte de vissers met de ondergang van hun dorp omdat zij zijn zeemeermin gevangen namen.

Havenbuurt van Westenschouwen, 1743.

Havenbuurt van Westenschouwen, 1743.

Bommenee – verdronken dorp

Het eiland Bommenee was Holland gebied. In 1165 werd het vermeld als ‘insula Bomne’, het eiland van Bomne, een persoonsnaam. Vermoedelijk op het eind van de dertiende eeuw werd het aan de zee prijs gegeven, maar in 1413 weer herdijkt. Het eiland werd vastgehecht aan Schouwen en Dreischor door het bedijken van de tussenliggende schorren. Het gelijknamige dorp Bommenee of Bommenede, ontstaan op de hoek van het eiland, speelde een rol tijdens het beleg van Zierikzee in 1575/1576 toen het werd veroverd door de Spaanse troepen. Veel had het eiland te verduren van stormvloeden. Na de overstroming van 1682 besloten de Staten van Holland geen steun meer te geven voor het herstel van de dijken. In de winter van 1684/1685 werd het dorp ontruimd. In 1687 volgde overdracht van het gebied aan Zeeland. Vier Zierikzeese regenten namen het initiatief tot herdijking. De Nieuw-Bommenedepolder kwam in 1701 gereed. De plaats waar Bommenee had gelegen, bleef buiten de nieuwe dijk liggen.

Bommenede, zeventiende eeuw.

Bommenede, zeventiende eeuw.

Het verdwenen Zuidland – Koudekerke – verdronken dorpen

Op dit bord komt het westelijk deel van het Zuidland aan de orde. De ‘Plompe toren’ van Koudekerke is het symbool voor de verdronken dorpen. De plaats wordt voor het eerst vermeld in 1211. De in 1581 gelegde (inlaag)dijk liep door de kom van het dorp. De toren bleef gespaard als baken voor de scheepvaart. Zuidkerke was de belangrijkste plaats in het Zuidland. De oudste vermelding dateert uit 1250. In 1542 moest het worden prijsgegeven aan het water. Een nieuw dorp met dezelfde naam werd gebouwd maar dat onderging hetzelfde lot. Clauskinderen wordt vermeld vanaf 1328. De kinderen van een Claus of Klaas waren hier de naamgevers. Brieskerke, waarvan de naam vermoedelijk is afgeleid van een persoonsnaam, wordt vanaf de dertiende eeuw vermeld. Bij Jackenkerke is sprake van een voornaam. Jacke is afgeleid van Jacob. Oudekerke, dat veel zuidelijker lag, is het eerste dorp dat verloren ging.

Koudekerke (Schouwen-Duiveland), 1743.

Koudekerke (Schouwen-Duiveland), 1743.

Het verdwenen Zuidland – Heerenkeet – verdronken dorpen

Op dit bord komt het middelste deel van het Zuidland aan de orde. Rengerskerke dankt zijn naam aan ene Renger. Het dorp wordt vermeld vanaf 1308. In 1662 ging het verloren. Een deel van de heerlijkheid bleef gespaard voor de golven. In dat deel lag het gehucht Houtenpoppen, vermoedelijk zo genoemd naar de huisjes van de schildwachten die in de achttiende eeuw de kust bewaakten. Voor dat doel was hier ook een batterij. Rengerskerke bleef tot 1812 een zelfstandige gemeente en had van 1636-1860 een school.  De naam van het dorp Simonskerke had oorspronkelijk het voorvoegsel ’s Heer. Heer Simon was een lokale machtshebber. Simonskerke, dat vermeld wordt vanaf 1308, werd op het eind van de vijftiende eeuw buitengedijkt.  Lookshaven en Serooshaven waren gehuchten waar vissers woonden. Look komt van Lodewijk. Seroos is een samentrekking van ’s Heer Arend.

Het verdwenen Zuidland – Levensstrijd/Borrendamme – verdronken dorpen

Op dit bord komt het oostelijk deel van het Zuidland aan de orde.
Borrendamme wordt vanaf de dertiende eeuw vermeld. De naam verwijst naar een dam gelegd in een kreek met de naam Borre of Bordene. Hoge bezoekers voor Zierikzee kwamen hier vaak aan land. In 1468 werd op de zeedijk Karel de Stoute ingehuldigd als graaf van Zeeland omdat in Zierikzee de pest heerste. In 1642 werden de laatste huizen van het dorp Borrendamme afgebroken en werd het prijsgegeven aan het water. Hoog en Laag Weldamme verdwenen in de tweede helft van de zestiende eeuw. Ook hier duidt het woord op een dam, in dit geval in een wel of waterloop. Een kasteel gaf de twee gehuchten aanzien. Rodee was ook een gehucht. Het woord is een samentrekking van Rode Ee. De Ee was een kreek.

Projectinformatie

Samenwerking
Samen met de Gemeente Schouwen-Duiveland en de Vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland wil Stichting Landschapsbeheer Zeeland deze dorpen weer onder de aandacht brengen en ze herkenbaar en beleefbaar maken bij de bewoners en bezoekers van Schouwen-Duiveland.

Financiën
Dit project werd financieel gesteund door de Gemeente Schouwen-Duiveland, Rabobank Oosterschelde Coöperatief Dividend, Stichting Renesse, Prins Bernhard Cultuurfonds Zeeland, Familiefonds Hurgronje, ANWB, Stichting Nico Job Beije en nog een fonds dat geen naamsvermelding wenst.

Bronvermelding: alle afbeeldingen uit Zeeuws Archief, Beeldcollectie Schouwen-Duiveland.

Door: Caroline Geluk, Stichting Landschapsbeheer Zeeland en Huib Uil, Gemeente Zierikzee.