De Kruisdijkschans in roeriger tijden
De Kruisdijkschans, gelegen tussen Sluis en Aardenburg, ligt in rij met de Elderschans, de Krabbeschans en de Olieschans en maakt deel uit van de Staats-Spaanse Linies. Gedurende de vier eeuwen van zijn bestaan heeft de Kruisdijkschans roerige tijden gekend. Het is een bijzondere plek met een rijke geschiedenis. Ooit aangelegd als fort om de Spanjaarden tegen te houden tijdens de Tachtigjarige Oorlog, later omgevormd tot buitenplaats en tenslotte tot boerderij. Daarna is het sterk vervallen en waren de gebouwen bijna rijp voor de sloop. Inmiddels heeft Het Zeeuwse Landschap de Kruisdijkschans in oude luister hersteld, gedijt er de ‘ouderwetse’ plattelandsnatuur en krijgt de boomkikker er weer alle kans.
Vierkanten aarden vesting tegen de Spanjaarden
De schans werd in 1640 – de Tachtigjarige Oorlog was toen al zo’n 70 jaar aan de gang – aangelegd door de Staatsen, ter verdediging van de verbindingsweg tussen Sluis en Aardenburg. Men volgde daarvoor een door Simon Stevin ontwikkeld ontwerp: een vierkante vesting, omgeven door aarden wallen en een gracht.
De naam Kruisdijkschans verwijst naar de ligging, op een kruispunt van dijken. Ook het dijken- en wegenpatroon volgen de vierkante vorm van het vestingstelsel van Stevin.
Redoute ter verdediging
Midden op de schans stond een stenen redoute, een verdedigingstoren, van ongeveer 5 x 5 m2. Die had op de begane grond blinde muren rondom. De ingang zat op de eerste verdieping en was alleen bereikbaar via een losse trap, die opgehaald kon worden. Verder bovenin zaten hoektorentjes, van waaruit men goed zicht had op de muren aan de voet. De schietgaten in de muren, de haarden in de vertrekken… ze schetsen een beeld van wat zich er moet hebben afgespeeld. Bij dreigend gevaar kon men vuurbakens als alarmsignaal ontsteken. Of de lonten van de geweren aansteken om de vijand te beschieten en eventueel water of pek verhitten, mochten ze nog dichter naderen. In tijden van militaire dreiging verbleven er zo’n 30 tot 50 man op de Kruisdijkschans.
Franse dreiging
Na de Tachtigjarige Oorlog lag de Kruisdijkschans er een tijd verlaten en verwaarloosd bij. De schans kreeg weer militair belang vanwege een nieuwe dreiging uit het zuiden: Lodewijk XIV aasde op de Spaanse troon, met de Spaanse Successieoorlog tot gevolg. De schans werd uitgebreid, opgeknapt en voorzien van een extra aarden wal (de contrescarp) en een tweede smallere buitengracht (de contrescarpsgracht). Dit alles onder regie van de befaamde vestingbouwkundige Menno baron Van Coehoorn.
Zeeuws-Vlaanderen bleef echter buiten schot en de schans raakte weer in onbruik. In 1762 besloot de Raad van State “de schans de Kruijsdijk waer in een gemetzelde redout staet aen de Aerdenburgsche Vaert omtrent 600 roeden van de stadt” te verkopen.
Een schans als buitenplaats
Pieter Hennequin – notaris, schepen en later burgemeester van Sluis – werd de nieuwe eigenaar. Bij de verkoop gold de gebruikelijke verplichting het fort af te breken, zodat eventuele toekomstige vijanden de schans in oorlogstijd niet in gebruik konden nemen. Hennequin heeft zich hier maar gedeeltelijk aan gehouden. Zo bleef een deel van de wallen in stand, werd de hoofdgracht wel versmald maar niet gedempt en gebruikte hij de toren als basis voor een landhuis. Zo werd de Kruisdijkschans een buitenplaats, een tamelijke zeldzaamheid in Zeeuws-Vlaanderen.
Tot aan de Eerste Wereldoorlog was de Kruisdijkschans als buitenplaats in gebruik, compleet met sier- en moestuin, een ‘bos ter vermaak’ en een ‘vijver ter vermaak’. Via vererving bleef het binnen de familie Hennequin.
Verborgen schat
Er doet een verhaal de ronde dat er een schat verborgen ligt op de Kruisdijkschans. Johan Cornelis Hennequin zou altijd een koffertje met goud en juwelen bij zich hebben gehad als hij zijn buiten bezocht. Hij overleed in 1871, eenzaam, op de Kruisdijkschans. De laatste keer dat hij naar de Kruisdijkschans vertrok, had hij het koffertje zoals gewoonlijk bij zich. Het is nooit gevonden.
En nu
Tot ongeveer 1920 was de Kruisdijkschans een buitenplaats. Daarna werd het – met de aanplant van fruitbomen in het park – in gebruik genomen als land- en tuinbouwbedrijf. In 1995 werd de schans verkocht; de nieuwe eigenaar had grootse bouwplannen, waar hij door de verplichtingen vanwege de monumentale status en de bijkomende hoge kosten uiteindelijk vanaf heeft gezien. In die periode is er al wel een eerste natuurherstelplan uitgevoerd. Inmiddels – na alweer een periode van leegstand en verval – heeft Het Zeeuwse Landschap zich over de Kruisdijkschans ontfermd. Het huis wordt weer bewoond, de natuur tiert er welig en de schans is opengesteld voor publiek.