De Beeldenstorm raasde in 1566 over Zeeland

door Jan Kuipers

Het voorjaar van 1566 was zeer onrustig. Edelen presenteerden hun beroemde Smeekschrift aan landvoogdes Margaretha van Parma, calvinistische predikers zweepten hun toehoorders op tijdens ‘hagenpreken’.  In augustus barstte de Beeldenstorm los, die ook over Zeeland trok en maanden zou aanhouden.

Vlam in de pan in Steenvoorde

In het Smeekschrift vroegen de edelen om matiging van de geloofsvervolging van protestanten. Dit werd ingewilligd, maar het gevolg was juist dat de calvinisten na decennia van onderdrukking van zogenaamde ketterse leringen ‘uit de band’ sprongen. Op 10 augustus 1566 sloeg in Steenvoorde, in het huidige Frans-Vlaanderen, de vlam in de pan. Sebastiaan Matte, ongeveer dertig jaar oud met een klein zwart baardje en “cort ende dick”, hield een vlammende hagenpreek in het open veld. Onder leiding van Jacob De Buyzere werd vervolgens de kerk van het nabije Sint-Laurentiusklooster onder handen genomen. Binnen een week hadden beeldenstormers meer dan honderd parochie- en abdijkerken ‘gezuiverd’ van beelden, liturgische voorwerpen en kostbare kerkboeken. Ze hielden zelfs de stad Ieper enkele dagen in hun greep. Op 20 augustus was het raak in Antwerpen.

Portret van landvoogdes Margaretha van Parma (Anthonis Mor, 1519-1575).

Portret van landvoogdes Margaretha van Parma (Anthonis Mor, 1519-1575).

Zeeuwse hagenpreken

De Beeldenstorm verspreidde zich in drie of vier fasen over de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden. De eerste echt bekende hagenpreek in de Noordelijke Nederlanden vond op 30 juni 1566 plaats in Zeeland, in de duinen van Dishoek op Walcheren. Schoenmaker Adriaan Jeroensz Obry (ook bekend als ‘doctor Leest’), prediker in Veere, leidde de bijeenkomst. Meer dan driehonderd voornamelijk stedelingen woonden deze bij. Hier en daar waren wachten uitgezet om de veiligheid te garanderen. De tweede grote hagenpreek volgde twee dagen later bij Brigdamme. Doordat dit plaatsje dicht bij de stad Middelburg lag, kwamen er zo’n vijftienhonderd toehoorders opdagen, gewapend met ‘zincroeren [pistolen], bussen ende ander geweer.’ Op zondagmiddag 7 juli woonden ongeveer vierhonderd mensen bij Noordgouwe op Schouwen een hagenpreek bij.

Geplande vernieling

Sinds 1561 resideerde in Middelburg Nicolaas de Castro als eerste (en enige praktiserende) bisschop van Middelburg; hij zou in 1573 aan dysenterie bezwijken tijdens het beleg van Middelburg door de troepen van Oranje. Op 21 augustus 1566 bereikten tijdingen van de Antwerpse Beeldenstorm de stad. ’s Middags begon het breken al in de (in 1575 gesloopte) Westmonster- of Sint-Maartenskerk op de Markt. Tevoren hadden leden van diverse gilden zoveel mogelijk altaren en andere kostbaarheden uit deze kerk in veiligheid gebracht. Intussen plande de calvinistische kerkenraad voor de volgende dag een grote Beeldenstorm.

Gezicht op Middelburg uit 1511, met torens van de gestormde kerken Westmonster, Abdijkerk, Noordmonster en de donjon van het Gravensteen. Opschrift Lantsheer-Nagtglas, Zel. Ill. dl 1, p. 192 (Zeeuws Archief, KZGW).

Gezicht op Middelburg uit 1511, met torens van de gestormde kerken Westmonster, Abdijkerk, Noordmonster en de donjon van het Gravensteen. Opschrift Lantsheer-Nagtglas, Zel. Ill. dl 1, p. 192 (Zeeuws Archief, KZGW).

Brekers en slopers ingehuurd

Vóór zes uur ’s ochtends verzamelden inwoners en vreemdelingen zich bij de Abdij; de calvinisten hadden mensen ingehuurd om met het breken en slopen te helpen. Er werd een proclamatie voorgelezen: geestelijken moesten ongemoeid worden gelaten “in lijffve ofte goeden”; goud, zilver en andere schatten moesten onder de hoede der justitie worden gesteld. Hierna begonnen de vernielingen in de Abdijkerk en elders in de stad: drie parochiekerken, waaronder de in 1834 afgebroken Noordmonster of Sint-Pieter (Hofplein), vijf kloosters en een begijnhof moesten het ontgelden. Het kostbare antependium (altaarkleed) uit de Abdij bleef bewaard, wederom dankzij de welbespraaktheid van de magistratuur. Vanuit Middelburg trokken de beeldenstormers naar het nabije Arnemuiden.

Stadspoorten dicht!

Ook Vlissingen moest er kort na 22 augustus aan geloven; en ook hier stond de organisatie en uitvoering onder leiding van kerkenraad en predikant. Verder maakten omstreeks deze dag Biggekerke, Buttinge, Koudekerke, Popkensburg, Poppendamme, Schellach, Serooskerke, Oost- en West-Souburg, Waterlooswerve, Zanddijk en Zoutelande kennis met het fenomeen Beeldenstorm. Veere, waar wel een plan voor ‘beeldenbrekerij’ klaarlag, bleef gespaard. De magistraat had tijdig de stadspoorten en kerken gesloten, annuleerde misvieringen en liet de kerksieraden in veiligheid brengen. Ook werd de wacht verscherpt. Het tegen Veere aanschurkende dorp Zanddijk moest er wel aan geloven. Wel waren ook hier kostbare voorwerpen uit de kerk haastig bij parochianen verborgen. Beeldenstormers die de kerk binnendrongen gooiden het grote crucifix boven het oksaal (deel van het koor) naar beneden. Het bleef heel, maar een Amsterdamse beeldenstormer schopte er een arm af. In Veere hadden overigens in het begin van de jaren zestig de hier gevestigde Schotse wolhandelaars al heiligenbeelden uit particuliere huizen opgekocht, om die vervolgens te verbranden.

De Beeldenstorm volgens Johannes H. Egenberger (1832-1897) (Amsterdam Museum).

De Beeldenstorm volgens Johannes H. Egenberger (1832-1897) (Amsterdam Museum).

‘sonder hulpe ende beschermen’

De Middelburgse Norbertijnen vluchtten op 23 augustus, daags na de Beeldenstorm, in burgerkleding naar het buitenverblijf van de abt, het kasteel Westhove tussen Oostkapelle en Domburg. Alleen de abt zelf, Nicolaas de Castro, bleef met enkele getrouwen in de abdijgebouwen achter. Hij meldde mistroostig: “Wel dan, zoe sal ic blijven sonder hulpe ende beschermen, ende men sal dit quat volck al laeten gewerden.” Van zaterdag 24 tot en met maandag 26 augustus trof de Beeldenstorm ook plaatsen in het huidige Oost Zeeuws-Vlaanderen, zoals Axel, Zaamslag, Zuiddorpe en Hulst. Overige delen van Zeeland bleven gespaard, met uitzondering van Bakendorp bij Baarland (Zuid-Beveland).

Meer weten?

Dit verhaal verscheen ook als ‘Beeldenstorm over Zeeland’ in Zeeuws Erfgoed van juni 2016 (tekst Jan Kuipers): klik hier voor pdf’s van deze en andere afleveringen.
De Beeldenstorm is een van de vijftig vensters van de Canon van Nederland. In de Canon van Zeeland wordt het onderwerp behandeld in het venster ‘Hagenpreken bij Dishoek’.

Verder lezen

Hans Cools, De Beeldenstorm in de Lage Landen, www.dutchrevolt.leiden.edu
Johan Francke, Hagenpreken bij Dishoek, 1565-1566, in: Jan J.B. Kuipers en Johan Francke, Geschiedenis van Zeeland; de canon van ons Zeeuws verleden, Zutphen 2009, 71-73.

Jan J.B. Kuipers (eindred.), De onderkant van de Markt; de Westmonsterkerk van Middelburg in archeologie en historie, Abcoude 2000.
Jan J.B. Kuipers, De Beeldenstorm; van oproer tot Opstand in de Nederlanden, Zutphen 2015.
C. Rooze-Stouthamer, Hervorming in Zeeland (ca. 1520-1572), Goes 1996.