Het klooster Bethlehem bij Elkerzee

Op twee dampalen aan de Kloosterweg in Elkerzee wordt de herinnering aan lang vervlogen tijden levend gehouden. ‘Klooster Bethlehem’ staat er. Eens stond hier het cisterciënzer vrouwenklooster Bethlehem. In de muren van de oude schuur bevinden zich nog bakstenen van de oude kloostermuren. Het is het enige dat op deze plek nog herinnert aan het klooster. Maar even verderop – in Scharendijke – leven nog meer herinneringen aan het klooster voort.

Boerderij 'Klooster Bethlehem' omstreeks 1960 (ZB, Beeldbank Zeeland).

Boerderij ‘Klooster Bethlehem’ omstreeks 1960 (ZB, Beeldbank Zeeland).

De cisterciënzer abdij van Ter Doest uit West-Vlaanderen verwierf in 1156 landerijen op Schouwen. De kloosterorde van de cisterciënzers hield er een sobere leefstijl op na. Die soberheid was ook zichtbaar aan de eenvoudige architectuur waarin hun kloosters werden opgetrokken. Het leven van de cisterciënzers concentreerde zich rond gebed en arbeid. De landbouw vormde hun belangrijkste bron van bestaan. Vandaar dat er op de nieuw verworven grond op Schouwen al snel een grote graanschuur (‘gangria’) werd neergezet. Het klooster werd pas later gebouwd, naar alle waarschijnlijkheid vóór 1224.

Grondbezit en uitgaven

In 1564 bezat het klooster Bethlehem ongeveer 300 hectare land. Daarvan werd 240 hectare verpacht, de overige 60 hectare werd in eigen beheer bewerkt. Aan het klooster waren toen negen nonnen en dertig bedienden en knechten verbonden. Eind 1565 woonden er naast de abdis twaalf nonnen en vier lekenzusters. Behalve over bouwgrond beschikten zij over vee, hoofdzakelijk schapen en koeien. Inkomsten werden verworven uit pachten, tienden, renten en oogsten. Rijk werden de nonnen daar niet van. De kosten voor onderhoud van het kloostergebouw waren hoog, evenals de waterschapslasten.

Op de vlucht

De Beeldenstorm in 1566 ging aan het klooster niet voorbij. Mogelijk is toen al een refugium in Zierikzee aangekocht. In ieder geval vluchtten de nonnen hiernaar toe toen in 1572 de watergeuzen in Brouwershaven aanlandden. De geuzen, onder bevel van Lumey die berucht was om zijn wreedheid, plunderden het klooster bij Elkerzee en staken het in brand. De zusters vluchtten Zeeland uit en vonden uiteindelijk onderdak in het klooster Sint Agnes in het Vlaamse Damme. Omdat hun Schouwse grondbezit verloren was gegaan, voorzagen ze in Damme in hun levensonderhoud met een wasserij.

Overblijfselen van het klooster Bethlehem midden negentiende eeuw. Steendruk H.J. Backer, 1839 (Zeeuws Archief, Beeldbank Schouwen-Duiveland).

Overblijfselen van het klooster Bethlehem midden negentiende eeuw. Steendruk H.J. Backer, 1839 (Zeeuws Archief, Beeldbank Schouwen-Duiveland).

Maria is mijne naeme

De bezittingen van het klooster Bethlehem bij Elkerzee werden verkocht. De nieuwe eigenaar liet een aantal gebouwen slopen en verkocht de stenen. Een deel ervan werd gebruikt voor de gereformeerde kerk en het kerkhof van Elkerzee. De luidklok uit het klooster kwam in de kerktoren van Elkerzee te hangen. De klok dateert uit 1465 en draagt als opschrift: ‘Maria is mijne naeme, mijn geluit is Jesus bequame’. Het resterende deel van het kloostergebouw werd een hofstede. Daarin bleven onderdelen van het klooster lang herkenbaar. Zo meldt de Tegenwoordige Staat van Zeeland in 1753 dat eertijds bij Elkerzee het vermaarde klooster Bethlehem of Bellem lag, “van ’t welke nog een groot stuk muurs, benevens de overblyffsels van een uitgestrekte graft of vyver overig zyn.” Ook op latere prenten zijn nog delen van het klooster te zien.

De hervormde kerk in Elkerzee omstreeks 1910; in de toren hangt de Mariaklok uit het klooster (ZB, Beeldbank Zeeland).

De hervormde kerk in Elkerzee omstreeks 1910; in de toren hangt de Mariaklok uit het klooster (ZB, Beeldbank Zeeland).

Scharendijke

De hervormde kerk in Elkerzee raakte door de watersnoodramp van 1953 zo zwaar beschadigd, dat hij moest worden afgebroken. De inwoners van Elkerzee moesten in het vervolg naar de kerk in Scharendijke. De Mariaklok die nog in het torentje van klooster Bethlehem had gehangen, kreeg een plaats in de nieuwe hervormde kerk in Scharendijke. De klok hangt in de open koepel die de toren bekroont. Naar een idee van de toenmalige hervormde dominee van Elkerzee, A.P. Nauta, ging de kerk in Scharendijke Bethlehemkerk heten en het plein rond de kerk Bethlehemplein. Zo bleef het verdwenen klooster Bethlehem op verschillende manieren in de omgeving voortleven.

Ingebruikname Bethlehemkerk in Scharendijke, juni 1957 (ZB, Beeldbank Zeeland, fotoarchief PZC).

Ingebruikname Bethlehemkerk in Scharendijke, juni 1957 (ZB, Beeldbank Zeeland, fotoarchief PZC).

Literatuur

Jeanine Dekker, Klooster Bethlehem, Elkerzee, in: Gelovend Zeeland, Zeeland van Toen & Nu, aflevering 4, p. 88-89.
M.E. Jansen-Glas en W.P. Martens, Klooster Bethlehem in Schouwen: van agrarische nonnengemeenschap in de Middeleeuwen tot modern landbouwbedrijf, in: Kroniek van het Land van de Zeemeermin 15 (1990), 37-49.
Kees Kuiken, Sevenhove, Antonia Pieters van, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland.