Ursulinenklooster Sluis

Het gebouw is sinds 1987 hotel en werd in de jaren 1909-1911 gebouwd voor de orde van de zusters ursulinen uit Frankrijk, de Soeurs de Sainte Ursule de la très Sainte Vierge.

De Dikke van Dale in Sluis.

De Dikke van Dale in Sluis.

Sluis was die jaren zeer in trek bij Franse kloostergemeenschappen. Deze mochten namelijk door veranderde wetgeving in eigen land geen onderwijs meer geven. Velen zochten hun toevlucht in België. Toen de bisschop van Brugge de toestroom wat al te massaal vond worden, wees hij de gelovige broeders en zusters op Sluis. Met succes: Franse kloosterorden bouwden in de eerste jaren van de twintigste eeuw drie kloosters in het grensstadje.

Toevluchtsoord

Het pensionaat Sint Joseph van de Broeders uit Sint Omer is afgebroken, net als het klooster van de minderbroeders. Alleen het klooster van de ursulinen heeft de twintigste eeuw overleefd. Althans, de gevel. Over toevluchtsoord gesproken: het klooster diende in de jaren 1938 tot 1940 als verblijfplaats van joodse vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk. Het ging om zogenoemde katholieke joden. In januari 1940 woonden er meer dan 260 van deze vluchtelingen in het latere hotel.

Engels kersenhout

Midden jaren tachtig werd achter de kloostergevels een hotel gebouwd, met vergaderfaciliteiten, een restaurant en een sauna. Bij de verbouwing en uitbreiding van het hotel zijn Vlaamse inrichters in de arm genomen. Die hadden een duidelijke voorkeur voor Engels kersenhout en zware gordijnen.