Wilde rozen in Zeeland
Er was eens een tijd dat het leven heerlijk eenvoudig was. Een tijd dat er in Zeeland maar vier inheemse rozen groeiden. In die goede oude tijd was het determineren van rozen nog echt een makkie… Bottels zwart: aha, dan Duinroos. Bovenzijde bladeren dicht behaard: juist, Viltroos. Ruikt naar appeltjes: bingo, Egelantier. Niet behaard of naar appels ruikend: o simpel, Hondsroos. Zo, en klaar was Kees. Meer smaken waren er niet.
Tot het moment dat enkele fanatieke wetenschappers als Bert Maes en Chris Rovenkamp er zich mee gingen bemoeien. Zij bestudeerden de stand van de kelkbladeren, maten de doorsnede van de stijlopeningen van de bottels, bestudeerden de kartelingen van de bladrandjes en strooiden met een heel nieuw jargon aan vaktermen. Zij zagen allerlei soorten en variëteiten. Er blijken in Nederland wel achttien soorten inheemse rozen te groeien, waarvan zestien in Zeeland! Inmiddels is met DNA test de hele zaak gecontroleerd en bevestigd, daarmee ligt de zaak dus redelijk vast.
Oprukkende exoten…
Om het verhaal nog wat ingewikkelder te maken, ook het aantal exotische rozensoorten, dat in de natuur voorkomt is sterk gegroeid. U begrijpt het al, dit is erg nadelig, omdat zo inheemse populaties worden weggeconcurreerd. Algemeen bekend is de Rimpelroos met zijn grote bottels, die soms hele duinvalleien overwoekert. Eveneens algemeen is de Bergroos, die opvalt door zijn opvallende roodblauw gekleurde twijgen.
Verspreiding soorten
De biodiversiteit is dus groter dan we eerst dachten. Na enkele jaren begint er een duidelijk beeld te ontstaan. Hondsroos is als enige soort door de hele provincie algemeen. Ook verspreid aanwezig, maar beduidend minder algemeen zijn Heggenroos en Beklierde heggenroos. Soorten als de Viltroos, Duinroos, Kleinbloemige roos en de Gewone egelantier zijn vooral beperkt tot de duinstrook. De Schijnhondsroos en enkele ondersoorten van de Hondsroos hebben nog populaties in oude hagen in de Zak van Zuid Beveland en op Walcheren. Het vinden van nog zeldzamere soorten is een echte uitdaging. In het natuurgebied de Schotsman op Noord Beveland zijn nog Schijnkraagroos en Wigbladige roos aanwezig. En in het Moesbos bij Koudekerke vonden we de Schijnegelantier, waarbij de eigenaar aangaf deze niet geplant te hebben. De Bosroos, die ooit in de Zak groeide is daar nu waarschijnlijk helaas verdwenen.
U heeft vast wel even meegeteld, intussen zijn hier al 12 Zeeuwse soorten genoemd. Ook de Kale- en Behaarde struweelroos, de Schijnheggeroos en de Kraagroos zijn ooit in Zeeland gevonden, maar het zal nog een hele opgave zijn deze uiterst kleine populaties terug te vinden. Inmiddels is in Koewacht een collectie inheemse rozen opgezet, waar de vaak minimale verschillen tussen de soorten kunnen worden bestudeerd.
Beheer
Wilde rozen zijn met hun zachte pastelkleurige bloemen fantastisch mooi. Daarbij zijn het soorten die veel andere organismen aan zich binden. Rozen gedijen goed in hagen die wat mogen uitgroeien en in struweelvegetaties. De vraag wat je nu het beste kunt doen aan de bescherming van de zeldzame soorten is erg lastig. Stel, er zijn van een soort nog slechts een paar wilde exemplaren over. Moet je dan gaan bijplanten of niet? Het kan best zijn dat de populatie zo wat versterkt wordt. Maar het kan ook zijn dat het nieuwe plantgoed elders vandaan komt, net even wat andere genetische kenmerken heeft en dat de zaak door kruising zo verder verloren gaat. De beste lijkt daarom, uitsluitend bij te planten met uit locale populaties gewonnen zaad en het terrein optimaal blijven beheren. Plaatsen met zeldzame rozen moeten half open gehouden worden. Ze mogen niet te veel “verbossen”, omdat de rozen dan de concurrentieslag om het licht verliezen.
Publicaties
Het boek Inheemse bomen en struiken in Nederland en Vlaanderen (Bert Maes et al, 2006) geeft goede beschrijvingen van alle soorten en een handige overzichtstabel van alle kenmerken.
Geschreven door Lucien Calle, Stichting Landschapsbeheer Zeeland.