Bramen

Geliefd en gehaat

Op een erf in Axel stonden prachtig uitgegroeide meidoornhagen rondom de paardenweiden. De struiken waren wel een meter of tien hoog en waren ieder voorjaar overgoten met heerlijk geurende bloesem. Als de meidoorns uitgebloeid waren begonnen de bramen. Maar de braamstruiken klommen steeds hoger over de meidoorns heen en begonnen deze behoorlijk in de schaduw te zetten. Op een dag vond de eigenaresse het welletjes. Die bramen moesten maar eens flink teruggesnoeid worden… En dus werden snoeischaren, bosmaaiers en op den duur ook motorzagen ingezet om die lange taaie en stekelige strengen weg te halen. Een behoorlijk pittige klus. Zo ervaren veel mensen het. Een liefde-haat gevoel. Heerlijk om wat bramen te hebben, maar de struiken zijn vaak erg groeikrachtig en moeten dan steeds weer teruggesnoeid worden.

Braam. Vruchten, voor dieren en mensen een genot.

Toename

Ook in het landschap zijn er veel plaatsen waar bramen nogal dominant zijn geworden. Dat was vroeger heel anders. Toen moest je heel wat kilometers fietsen om een portie te kunnen verzamelen. Nu groeien ze overal, op elke dijk, in elk bosje. Vogels, bewoners en toeristen profiteren dankbaar van de zuurzoete vruchten. Vaak gaat het om niet natuurlijke situaties. Het wordt vaak veroorzaakt door luchtvervuiling. De bramen profiteren net als andere ruige groeiers, zoals brandnetels, met name van een hoge hoeveelheid stikstofneerslag vanuit de lucht: men noemt dat “verbraming”.

Dauwbraam overwoekert de bosvegetatie volledig.

Natuurwaarde

In de natuur vormen bramen een belangrijke groep binnen de levensgemeenschappen van struwelen en bosranden. Met hun talrijke bloemen en dito vruchten zijn ze een waardevolle voedselbron voor tal van organismen. Dicht braamstruweel vormt een prima broed- en schuilplek voor diverse soorten zangvogels. Zelfs de stengels worden benut. Maskerbijen bijvoorbeeld gebruiken de stengels om daar hun nestcelletjes in te bouwen.

Beheer

De neiging van braamstruweel om de hele vegetatie te domineren maakt een afgewogen beheerskeuze noodzakelijk. Waar wel en waar niet? Maaien en afvoeren van de vegetatie helpt vaak wel om het evenwicht te herstellen. Al is dat een klus die jarenlang vol gehouden moet worden. Er kan ook voor worden gekozen, gezien de hoge natuurwaarde, om plekken met braamstruweel te handhaven. Als het struweel zijn gewenste omvang heeft ingenomen, voldoet het om het verder te “begrenzen”. Alleen aan de buitenrand kan dan worden volstaan met het periodiek de uitlopers terug te zetten. Daarvoor kan een bosmaaier effectief ingezet worden. Het meest handig is dan het gebruik van een shreddermes. Ga je zelf aan de slag dan kun je weinig fout doen in de snoei. De meeste bramen blijven wel terugkomen.

Bramen bestrijden met shreddermes.

Soorten in Zeeland

Sinds kort zijn alle soorten in Nederland beschreven, en wat blijkt: er komen 206 soorten voor! De meeste soorten zijn alleen door specialisten op naam te brengen. Een vluchtige inventarisatie naar de situatie in Zeeland (o.a. website www.rubus-nederland.nl, Verspreidingsatlas.nl en Waarneming.nl) levert al 32 soorten op, waarvan er slechts 8 algemeen voorkomen. De duingebieden blijken veel soortenrijker te zijn dan de kleigebieden. Het dekzandgebied heeft ook weer zijn eigen soorten.

Zeer algemeen zijn de exotische Dijkviltbraam en Dauwbraam.
Algemeen:  Zoete haarbraam, Slipbladige zandhaagbraam, Koebraam en Framboos.
Matig algemeen: Geplooide stokbraam en Japanse wijnbes (ook exoot).
Bijzondere en zeldzame soorten als de Smalle haagbraam en de Knieviltbraam komen in de duinen van Schouwen en in Oranjezon voor. Informatie over alle Nederlandse soorten vindt u op de website rubus-nederland.nl.

De Peterseliebraam is aan de fijn ingesneden bladeren makkelijk te herkennen.

Geschreven door: Luciën Calle, Stichting Landschapsbeheer Zeeland.